Amyraldus was een omstreden gereformeerde theoloog
Een van de meest omstreden gereformeerde theologen was Moïse Amyraut of Amyraldus (1596-1664). Zelfs kan de vraag gesteld worden of hij gereformeerd genoemd mag worden. Wie was hij, en wat maakte hem zo omstreden?
Moïse werd als zoon van een jurist in september 1596 geboren te Bourgueil in Frankrijk. Hij werd opgeleid tot jurist, maar wijzigde zijn koers en ging theologie studeren te Saumur. Onder leiding van de theoloog John Cameron maakte hij daar goede vorderingen. Na zijn studie werd hij predikant te Saint-Aignan.
Twee jaar diende hij die gemeente. Daarna was zijn roem al zo gestegen dat meerdere gemeenten tegelijk hem tot predikant begeerden, waaronder Saumur, terwijl de academie van die plaats hem tot hoogleraar wenste te benoemen. Amyraut liet de synode voor hem besluiten. Die bedeelde de getalenteerde theoloog in 1633 met het predikantschap én het hoogleraarschap te Saumur. Een glansrijke academische carrière leek voor hem te liggen. Inderdaad was zijn naam binnen enkele jaren door heel West-Europa bekend, maar dat gebeurde niet op een manier die Amyraut welgevallig geweest zal zijn.
Minderheid
Om de verwikkelingen rond Amyraut in de juiste context te plaatsen, moet er aandacht geschonken worden aan de historische context. In Frankrijk werden de ideeën van de Reformatie door kerk en overheid lange tijd fanatiek tegengestaan. Het bloedbad van de Bartholomeüsnacht had nog geen 25 jaar voor Amyrauts geboorte plaatsgehad. Veel gereformeerde Fransen waren gevlucht. Pas in 1598 was het Edict van Nantes uitgevaardigd waarin aan de overgebleven protestanten meer vrijheid werd verleend. Maar ze bleven een kleine minderheid in een rooms-katholiek land. Toen in het begin van de 17e eeuw kardinaal Richelieu steeds meer macht kreeg, leek het tij zich weer tegen hen te keren. Van 1625 tot 1628 werd de protestantse enclave La Rochelle belegerd en in 1629 ontnam Richelieu de gereformeerden een aantal rechten.
Gereformeerd zijn in Frankrijk in de jaren 30 van de zeventiende eeuw betekende dus deel uitmaken van een groep die werd getolereerd, maar niet geaccepteerd en die rekening moest houden met inperking van vrijheden en zelfs met nieuwe vervolgingen. Daarmee is de context van Amyraut en de Franse kerken geheel anders dan die van de synodes van Dordrecht ruim tien jaar eerder en die van Westminster ruim tien jaar later. Dat waren synodes van gereformeerden op een hoogtepunt van hun kerkelijke en politieke macht.
Amyraut kreeg in 1631 de taak om bij de koning het protest van de gereformeerde kerken over te brengen tegen de schending van het Edict van Nantes. Hij hield daarbij zijn rug letterlijk recht door te weigeren voor de koning te knielen. Een moedige en riskante daad.
Theologische burgeroorlog
Wellicht werd Amyraut mede hierdoor ook buiten eigen kring bekend. Zo ging hij tot de kennissenkring behoren van de bisschop van Chartres. Tijdens een diner in diens huis discussieerde Amyraut met een edelman over de predestinatieleer. Desgevraagd zette hij zijn ideeën daarover op papier. Dit ”Traktaat over de predestinatie” uit 1634 laat zich lezen als een poging om de predestinatieleer zo weinig aanstootgevend mogelijk neer te zetten. Gezien de situatie van de protestanten in Frankrijk is dit streven te begrijpen. Met de hugenotenoorlogen nog vers in het geheugen wilde Amyraut niet nodeloos antipathie kweken tegen de minderheidsgroepering waarvan hij deel uitmaakte. Des te triester is daarom de constatering dat zijn traktaat een theologische burgeroorlog veroorzaakte tussen de hugenoten onderling.
Amyraut zette uiteen dat God Zijn Zoon naar de wereld gezonden had om mensen zalig te maken. Om deel te krijgen aan de verdienste van Christus moest de mens geloven en zich bekeren. Geloof en bekering waren vruchten van Gods verkiezende genade en kwamen niet uit de verdorven mens voort. Tot zover was Amyraut traditioneel gereformeerd.
Twee besluiten
Waar veel gereformeerden zich aan stootten was Amyrauts opvatting dat dit eigenlijk twee besluiten van God over de zaligheid van de mens betrof. Een eerste besluit om Christus te zenden voor alle mensen om allen zalig te maken onder voorwaarde van geloof en bekering. En daarna, omdat er door de verdorvenheid van de mens niemand is die gelooft en zich bekeert, een tweede besluit, dat van de verkiezing, om aan sommigen geloof en bekering te schenken.
De bezwaren tegen deze leer waren divers. Allereerst keerde Amyraut de volgorde van Gods besluiten om. De gereformeerde leer stelt dat het besluit om Christus te zenden theologisch volgt op het besluit van de verkiezing. In de tweede plaats leerde Amyraut hiermee dat God de uitvoering van een besluit afhankelijk maakte van een voorwaarde in de mens. De gereformeerde leer kent ook de noodzaak en in die zin voorwaarde van geloof en bekering tot zaligheid, maar het geven daarvan is ingesloten in het ene besluit de verkorenen zalig te maken.
In de derde plaats werd Amyraut verweten dat de dood van Christus in zichzelf niet effectief zou zijn om zondaren zalig te maken –daarvoor moest God nog een afzonderlijk besluit nemen– en dat geloof en bekering in zijn theologie eigenlijk geen vrucht van Christus’ verdienste kon zijn. Volgens Amyraut was Christus genoegzaam gestorven voor alle mensen onder voorwaarde van geloof en bekering, maar krachtdadig of effectief gestorven voor de verkorenen alleen, omdat zij alleen de vrucht ervan kregen.
Verlicht verstand
Amyraut week niet van de gereformeerde leer af op de kernpunten: de rechtvaardiging van de goddeloze, zaligheid uit genade alleen, door het geloof alleen, geloof als vrucht van de verkiezing. Maar zijn visie op de plaats van Christus in zijn predestinatieleer riep weerstand op. Daarin week hij af van bijvoorbeeld de Dordtse Leerregels. Weliswaar was de onderscheiding tussen genoegzaam en effectief gestorven eeuwenoud en onder meer door Calvijn gehanteerd, maar Amyraut gaf er een eigen draai aan door dit in het predestinatiebesluit op te nemen. Overigens ging hij daarmee in het spoor van zijn leermeester Cameron. Diens theologie was ook omstreden, maar heeft nooit zo veel beroering veroorzaakt omdat zijn werken pas postuum werden gepubliceerd.
Minder bekend maar zeker zo ingrijpend was Amyrauts visie op de bekering van de mens. Volgens hem volgt de menselijke wil altijd het verstand. Wanneer het verstand door God wordt verlicht, is dat voldoende voor de bekering van een mens. Hij erkende weliswaar dat de prediking van het Evangelie hiervoor niet genoeg was en dat alleen de Heilige Geest dit kon, maar hij sprak niet van een vernieuwend werk van God in de wil zelf, noch in de hartstochten. Impliciet stelde hij daarmee dat de menselijke wil niet verdorven was, maar neutraal. Amyrauts theologie werd verweten half arminiaans te zijn.
Strijd
Spoedig ontbrandde er een strijd onder de hugenoten over de opvattingen van Amyraut en ook van enkele van zijn collega’s te Saumur. Voor- en tegenstanders gingen soms heftig tegen elkaar te keer. Niet alles wat er in deze kerkelijke strijd gebeurde mag christelijk genoemd worden. Amyraut liet zich kennen als een lichtgeraakt man. Hij was zich enerzijds wel bewust van zijn nieuwe benadering, maar verbaasde zich toch sterk over de weerstand die dit opriep. Tot een officiële veroordeling van zijn leer is het in Frankrijk niet gekomen. Daarvoor was de Franse kerk te zeer verdeeld.
Ook internationaal ging men zich met de kwestie benoemen. In Leiden toonde de van oorsprong Franse Andreas Rivet zich een fel tegenstander van Amyraut, evenals zijn collega Friedrich Spanheim. De Utrechtse hoogleraar Gisbertus Voetius fileerde enerzijds messcherp de opvattingen van Amyraut over de verzoening, maar schaarde zijn ideeën anderzijds toch onder de rechtzinnige opvattingen. Het onderscheid tussen ”genoegzaam gestorven voor allen” en ”effectief voor de verkorenen” stelde hij als nutteloos aan de kaak door op te merken dat men dan evengoed kan zeggen dat twaalf legioenen engelen aan Christus in Gethsémané wel genoegzaam, maar niet krachtdadig waren gegeven. Met dergelijke ideeën wordt niets bereikt, meende Voetius. Niet onrechtzinnig dus, deze opvatting van Amyraut, maar kortweg onzinnig.
In later jaren keerden Comrie en Holtius zich tegen de toenemende invloed van de theologie van Saumur in Nederland. In Engeland leerde Richard Baxter een leer die tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met die van Amyraut. In Genève werd Amyraut fel bestreden, met name door Franciscus Turretini. De Zwitserse kerken namen zelfs leerstellingen aan waarin het amyraldisme in zoveel woorden werd veroordeeld. Later zegevierde desondanks het amyraldisme te Genève meer dan elders, vooral door toedoen van Franciscus’ zoon Jean Alphonse Turretini, die het amyraldisme verbond met een ‘verlichte’ theologie.
Levenseinde
Amyraut is vooral bekend geworden door de twisten over zijn predestinatieleer. Maar zijn oeuvre omvat veel meer. Hij liet vele geschriften na, waaronder preken over de rechtvaardiging, disputaties over de Drie-eenheid, een verdediging van de afscheiding van de Rooms-Katholieke Kerk door de protestanten, verhandelingen over het zingen in de kerk, over de christelijke levenswandel, en politieke verhandelingen.
Zijn positieve betekenis voor de Franse kerk ligt niet in zijn omstreden theologische opvattingen, maar in zijn politieke rol, waardoor hij bij de regering zelfs enige sympathie voor de hugenoten wist op te wekken. Dat deed hij vooral door afstand te nemen van vroegere protestantse opstanden en door bij zijn hoorders aan te dringen op onderwerping aan het wettige gezag.
Soms moest hij daarbij balanceren op een dun koord. Toen de koning in 1651 Saumur bezocht werd verwacht dat de kerk ’s zondags gesloten zou blijven. Dat ging tegen Amyrauts geweten in. Hij weigerde de eredienst te verzuimen en preekte die zondag over de tekst ”Vreest God, eert de koning”.
Gedurende zijn laatste jaren gaf hij bijna zijn gehele inkomen weg aan armen, zonder onderscheid te maken tussen rooms-katholiek en protestant. Zijn laatste jaren waren moeilijk wegens de gevolgen van een val die hij in 1657 maakte. Op 8 januari 1664 overleed hij. De vraag of hij orthodox gereformeerd was, zal wellicht altijd een twistpunt blijven.