Geheim van goede oliebol zit niet in beslag
MAARSSEN (ANP). Ze zijn niet aan te slepen; de oliebollen van Willy Olink, bakker te Maarssen. De bakker die vorig jaar volgens de AD-oliebollentest de lekkerste oliebol van Nederland bakte, heeft het ook deze maand alweer razend druk. Zijn oliebol kreeg vorig jaar een tien van het proefpanel van de krant. Ook dit jaar komt de krant weer met de test. Binnenkort weten we of Olink weer de lekkerste bol bakte of dat een ander er dit jaar met die eer vandoor gaat.
De uitslag heeft de bakker in ieder geval geen windeieren gelegd. De bakker kreeg 20 tot 30 procent meer klanten gedurende het hele jaar. En contracten met restaurants. „Een omzetstijging van zeker 5 procent”, gokt hij.
Volgens Olink (46 jaar en al 32 jaar bakker) zit het geheim van een goede oliebol niet, zoals velen misschien verwachten, in de samenstelling van het beslag. De mix daarvoor koopt hij kant en klaar. Het zijn juist andere omstandigheden die zorgen voor een goede bol. Het grootste geheim, zo stelt hij, is „op tijd beginnen. Wij zijn wel 2 maanden bezig met een mooie bol. We experimenteren met de kneedtijd en het soort kneedmachine. Je moet een beslag ‘lezen’. Goed kijken, aanvoelen hoe ver is het.”
Volgens Olink „weet iedereen dat je oliebollen moet bakken op 180 graden, of 175 graden maar in ieder geval niet warmer dan 185.” Maar wat vooral belangrijk is, zo stelt bakker Olink, is „de temperatuur van het beslag.” „Daarom hebben oliebollenkramen vaak mindere bollen, omdat het beslag snel afkoelt”. De perfecte beslagtemperatuur is volgens hem rond de 28 graden.
Tips voor de thuisbakkers heeft hij wel. „Zorg dat je beslagtemperatuur goed is, gebruik warm water en laat het beslag een half uur rijzen.” Een oliebol hoeft niet heel luchtig te zijn, stelt Olink ook nog. „Die van ons is niet zo luchtig, juist vrij compact. Want hoe luchtiger, hoe vetter.” Een laatste advies nog: „Het is gewoon een beetje uitproberen, dat doen de bakkers ook. En als het niet goed is gegaan: begin gewoon opnieuw.”