Politiek

PvdA’er Duivesteijn „blij gemaakt met dode mus”

DEN HAAG. PvdA-senator Duivesteijn ging dinsdag tot het gaatje. Pas laat in de avond wisten zijn medesenatoren het zeker: de eigenzinnige sociaaldemocraat gaat toch vóór de wetgeving over de woningmarkt stemmen. Volgens het grootste deel van de oppositie liet hij zich echter „blij maken met een dode mus.”

18 December 2013 11:53Gewijzigd op 15 November 2020 07:46
PvdA-senator Duivesteijn (63) speelde dinsdag, tijdens het debat over wetgeving betreffende de woningmarkt, de hoofdrol. beeld ANP
PvdA-senator Duivesteijn (63) speelde dinsdag, tijdens het debat over wetgeving betreffende de woningmarkt, de hoofdrol. beeld ANP

Tweede Kamervoorzitter Van Miltenburg deed onlangs een apart voorstel. Uitgezonden parlementaire debatten zouden „ondertiteling” moeten hebben die aan de burger uitlegt wat die politici „daar in Den Haag” eigenlijk aan het doen zijn.

Uitvoering van dit plan zou gisteren best nuttig zijn geweest. In de eerste plaats omdat kijkers waarschijnlijk geen sikkepit snapten van alle moeilijke termen over de woningmarkt die uit de monden van Eerste Kamerleden rolden. In de tweede plaats omdat lange tijd uit niets bleek dat het hier om een heftige confrontatie ging en om een strijd van hard tegen hard.

Vooral ’s middags en in het begin van het avond kabbelde de gedachtenwisseling voort. Fractiewoordvoerders staken een voor een hun rustige en beschaafde betogen af. En toen de hoofdrolspeler van deze dag, senator Duivesteijn, om een uur of vijf opmerkte dat hij „niet principieel tegen een verhuurdersheffing” was, leek de kou uit de lucht.

Zeker, de PvdA’er had nog wel noten op zijn zang, maar ook die eisen formuleerde hij zo bedaard dat de nietsvermoedende kijker al aardig was gerustgesteld: dit ging met een sisser aflopen.

Als minister Blok voor Wonen en Rijksdienst maar een béétje toe zou geven aan Duivesteijns verzoek om aan de omstreden verhuurdersheffing van 1,7 miljard euro een „tijdshorizon” te verbinden (na 31 december 2016 niet meer geldig) én te zijner tijd een „investeringsfonds” zou oprichten waarin een aanzienlijk deel van de verhuurdersheffing, ten bate van de sector, gestort zou worden, lag een politiek compromis binnen handbereik. Toch?

Maar schijn bedriegt. Zouden journalisten op een ”tweede scherm”, uit de mond van insiders op het Binnenhof, de werkelijke stand van zaken hebben laten zien, dan zou de ondertiteling hebben geluid: „Dit gaat Blok nooit doen. Het overleg tussen hem en Duivesteijn zit muurvast. Ook minister Asscher van Sociale Zaken weet niet meer wat hij met zijn partijgenoot aan moet.”

Dat het lot van het in maart door VVD, PvdA, D66, CU en SGP gesloten woonakkoord toch echt aan een zijden draadje hing, werd rond tien uur ’s avonds steeds duidelijker. De PvdA vroeg, voor intern fractieberaad, om een schorsing van een halfuur. Het werd vijf kwartier. En nóg zat minister Blok niet op zijn plaats achter de ministerstafel. Waar hing die man uit? Voor overleg met de premier in het Torentje? Wat gebeurde er allemaal achter de schermen?

Dat laatste werd na de schorsing duidelijk. In een minutieuze en gedetailleerde brief had Blok opgeschreven hoe en in hoeverre hij Duivesteijn tegemoet wilde komen: er komt een intensieve evaluatie van de verhuurders­heffing; die evaluatie komt al over twee jaar (en niet pas over drie); en het kabinet zal onderzoeken of er een omvangrijker investeringsfonds ten bate van de woonsector kan komen.

Duivesteijn kreeg daarmee niet volledig zijn zin, maar hij „telde zijn zegeningen”, zei hij aan het einde van het debat. Want: „Ik ben een praktisch idealist.”

Zo eindigde een spannende dag, waarop Duivesteijn voor één keer de machtigste man van het Binnenhof was, uiteindelijk in opluchting en ontspanning voor de coalitie. Dat om één uur ’s nachts Senaatsvoorzitter Broekers-Knol, na een hoofdelijk stemming, meldde dat de wet was aangenomen met 37 stemmen tegen en 38 voor, verraste niemand meer. Die uitspraak had ook geen ondertiteling nodig!

Net zomin als de conclusies van enkele oppositiewoordvoerders aan het einde van het debat. Zoals die van PVV-senator Van Dijk: „Duivesteijn maakt een draai op grond van boterzachte toezeggingen.” Of die van zijn SP-collega Ruers: „Alles gebeurt zoals het kabinet het wil. De PvdA heeft zich blij laten maken met een dode mus.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer