Paus wil met verering Petrus-relieken traditionele rooms-katholieken behagen
ROME. De veronderstelde beenderen van de apostel Petrus zijn zondag voor het eerst in het openbaar getoond. De paus lijkt dat bewust toe te staan om zich niet van de conservatieve stroming in de Rooms-Katholieke Kerk te vervreemden.
Enige verbazing wekte de mededeling vorige week dat paus Franciscus de beenderen van Petrus laat tentoonstellen voor verering door rooms-katholieken. Eigenlijk gelooft niemand in het Vaticaan voor honderd procent dat het echt om Petrus’ beenderen gaat.
Het vermoedelijke graf van Petrus werd ontdekt na de dood van paus Pius XI (1922-1939), toen voor de bouw van diens graf graafwerkzaamheden werden gestart onder de Sint-Pieterskerk. Men stuitte daarbij op een deel van een vergeten necropool, een Romeinse begraafplaats waarin ook christenen waren bijgezet.
In 1950 verkondigde paus Pius XII dat het graf van Petrus was gevonden – een belangrijk feit voor het gezag van de paus. In Mattheus 16:18 noemt Jezus Petrus de rots waarop Hij Zijn kerk zal bouwen. Als het Vaticaan gebouwd zou zijn op de resten van Petrus, kan die tekst letterlijk genomen worden. De laatste paus die daar vast van overtuigd was, was Paulus VI (1963-1978). In 1968 meldde hij: „Nieuw en nauwkeurig onderzoek heeft ertoe geleid dat wij het oordeel van bekwame mensen geloven die de relieken van Petrus hebben geïdentificeerd.”
Andere pausen spraken zich niet uit over de authenticiteit van de botten. Dat paus Franciscus nu wél nadruk legt op de verering van de relieken lijkt in strijd met zijn ideeën over geloof in het algemeen en over heiligen in het bijzonder. „De heiligen waren niet bovenmenselijk. Het waren mensen die van God hielden en die deze vreugde met anderen deelden”, schreef de paus onlangs op Twitter.
Volgens Vaticaanwatcher Robert Mickens laat de paus zijn oren hangen naar traditionele rooms-katholieken. „Franciscus wil zich niet vervreemden van de conservatieve vleugel in de Rooms-Katholieke Kerk, die bang is voor veranderingen.” Daardoor zou de paus „religieus spektakel”, zoals Mickens de geregisseerde reliekenverering omschrijft, toestaan, zodat hij zijn handen vrij heeft voor zaken waarom het hem te doen is, zoals de hervorming van de curie.
Correctie
RD 25-11 meldde op de pagina Kerk en godsdienst dat in Mattheüs 16:18 Jezus Petrus de rots noemt waarop Hij Zijn kerk zal bouwen. Hier had bij moeten staan dat het om een rooms-katholieke interpretatie van deze Bijbeltekst gaat.