Georgiërs gaan desnoods weer de straat op
In een theehuis in de oude stad van Tbilisi, waar gepensioneerden zich onder kale lichtperen warmen, krijgen de opvolgers van de afgezette president Sjevardnadze van de meeste aanwezigen een paar jaar om economische verbeteringen tot stand te brengen. „De nieuwe regering heeft tijd nodig voor veranderingen”, zegt de 68-jarige Sjota Gorielasjvili. Jeugdige betogers vinden een paar maanden tot een jaar eigenlijk wel voldoende.
Ook Gorielasjvili wil de eerste aanzetten tot verandering al binnen een jaar zien. „In een jaar kun je trouwen en een kind krijgen”, merkt hij op. „De mensen zijn hongerig, ze hebben het koud. Als het een jaar vergt voor er iets verandert, duurt het te lang en willen de mensen niet langer wachten.”
De betogers zijn verdwenen uit de straten die zij wekenlang beheersten. Ook Sjevardnadze is weg, maar de maatschappelijke problemen zijn allerminst verdwenen. Terwijl de extase over de regimeverandering wegebt, wachten de Georgiërs hoopvol op maatregelen tegen de werkloosheid, de armoede en de storingen in de stroom- en gasvoorziening. Maar als verbeteringen uitblijven, gaan zij naar eigen zeggen opnieuw de straat op.
„Het land heeft dramatische hervormingen nodig”, erkent oppositieleider Michail Saakasjvili in een tv-interview. „Het ligt in puin en bevindt zich op de rand van een totale ramp.” Maar Saakasjvili is niet in details getreden over het economisch programma dat hem voor ogen staat.
De nieuwe leiders aarzelen met het noemen van een tijdslimiet voor verbeteringen. „Er is veel te doen”, zegt Gigi Tsereteli, waarnemend parlementsvoorzitter en lid van de Democratische partij van interim-president Nino Boerdzjanadze. „Maar na wat er allemaal gebeurd is, zijn wij heel optimistisch.”
Anderen zijn voor snelle maatregelen. „Ik ben er niet zeker van dat wij in een jaar belangrijke veranderingen teweeg kunnen brengen, maar we zullen de bevolking hoe dan ook moeten laten zien dat we op de weg van werkelijke verandering zijn”, meent Jelena Tevdoeradze, een parlementslid van de partij van Boerdzjanadze.
Zoerab Bendianisjvili, voorzitter van Info-Peace, een denktank voor conflictoplossing, meent dat de betogers opnieuw de straat opgaan als de situatie niet binnen twee jaar merkbaar ten goede is gekeerd. Ook Hamlet Tsjipasjvili, parlementslid voor de autonome regio Adzjarië, waarschuwt voor nieuwe ongeregeldheden als verbetering uitblijft. „De mensen denken dat, nu Sjevardnadze is afgezet, het paradijs wacht. Als ze dat niet krijgen gaan ze opnieuw de straat op.”
Rechtenstudente Tamoena Pirskalaisjvili zegt „nog wel enige tijd” te willen wachten op hervormingen, misschien een paar maanden of een jaar. „Het Georgische volk heeft al eens laten zien dat het voor zijn rechten kan vechten”, constateert de 17-jarige. „Als het nodig is doet het dat opnieuw, desnoods tweemaal, driemaal, net zo vaak als nodig is.”
In het theehuis zegt Gorielasjvili dat hij zijn magere pensioen, ongeveer 6 euro, in geen twee maanden heeft ontvangen. Hij haalt de schouders op en zegt dat het geld toch nauwelijks genoeg is voor een paar rondjes thee. Om de eindjes aan elkaar te knopen, drijft hij een winkel in auto-onderdelen.
De 63-jarige Rasim Mechtiahaogli, tegenover Gorielasjvili gezeten, gunt de nieuwe leiders wat meer tijd en maakt een vergelijking. „Het vergt een paar jaar om een flatgebouw te bouwen en maar een paar minuten om het te vernietigen.”