Barneveldse adoptiekinderen bakken cakejes voor de Filipijnen
BARNEVELD. Ze volgen het nieuws over de Filipijnen op de voet. Henk en Sjirine Bettink in Barneveld, ouders van drie Filipijnse kinderen: „We zijn elke dag druk met twee dingen: het werk en de ramp.”
Bettink (46) laat een fotoboek zien. Hij en zijn vrouw (42) reisden drie keer naar de Filipijnen om hun adoptiekinderen Samuël (14), Bryan (11) en Charlene (7) op te halen. „Kijk, hier lopen we op het strand bij Tacloban. Normaal is het prachtig daar: je hebt uitzicht over de oceaan. Maar de orkaan veroorzaakte hoge golven en heeft alles verwoest, weggevaagd. Tacloban kreeg de volle lading.”
Zaterdagavond had het hervormde echtpaar –hij werkt bij Leertouwer Elektrotechniek, zij in de ouderenzorg– nog niet zo in de gaten hoe erg de ramp in de Filipijnen was. „Toen we zondagochtend uit bed kwamen en het nieuws hoorden, drong het pas goed tot ons door. Na de kerkdienst hebben we de televisie aangezet. Die is die dag niet meer uit geweest. Dat gebeurt anders nooit op zondag.”
De Bettinks merken dat de ramp ook hun drie kinderen raakt. „Ze worden er druk door, of zenuwachtig. Samuël en Bryan begrijpen het meest. Ze vragen zich af of hun vader en moeder nog leven. Niemand kan op dit moment het antwoord geven. Samuël vindt de extra aandacht, bijvoorbeeld op school, lastig. Hij probeert die te ontwijken. Charlene is vooral blij dat zij hier woont en niet is omgekomen. Haar ouders komen uit Tacloban. Als je de beelden daarvan ziet, vrezen we het ergste: 80 procent kans dat ze niet meer leven.”
Warm
Het echtpaar heeft de Filipijnen leren kennen als een warm land. „Letterlijk en figuurlijk. De bevolking is ontzettend hartelijk, gastvrij. Wij voelen ons er thuis. We denken voortdurend aan de mensen die we er hebben ontmoet: de medewerkers van het kindertehuis, van het hotel, de taxichauffeur. Leven ze nog?”
Om nog een reden heeft de Barneveldse familie een speciale band met de Filipijnen. „Het is het enige adoptieland dat eist dat adoptieouders christelijk zijn. Voorheen betekende dat: rooms-katholiek. Tegenwoordig worden ook andere christelijke geloofsovertuigingen geaccepteerd. Als je wilt adopteren, vragen ze een aanbevelingsbrief van een pastoor of predikant. Onze dominee heeft er een geschreven. Toen we onze kinderen gingen ophalen, vroegen de mensen daar voortdurend: Je voedt hen toch wel christelijk op? Dat vonden wij heel bijzonder.”
Bettink en zijn vrouw zijn lid van de landelijke vereniging van ouders met Filipijnse adoptiekinderen: Inang Bayan (Filipijns voor moederland). „We zouden het liefst vandaag op het vliegtuig stappen om te helpen, maar dat gaat natuurlijk niet. Daarom zijn we als vereniging een actie begonnen. De kinderen bakken cakejes en verkopen die. Het geld gaat naar projecten in de Filipijnen die door onze vereniging worden gesteund. Zo’n actie geeft een goed gevoel. Je doet meer dan een gift geven, ook al is het een druppel op een gloeiende plaat, als je kijkt naar wat er allemaal vernield is.”
Hoe het verder moet met de Filipijnen is voor het echtpaar Bettink de grote vraag. „Het is al een arm land, hoewel de stad Manilla ook welvarende wijken kent, en dan komt er nog eens zo’n ramp bovenop. Het grootste probleem op dit moment is het gebrek aan schoon water en voedsel. Confronterend voor ons. De Filipijnen moeten elke dag strijden om aan drinkwater te komen, wij douchen ons ermee. De nood is heel erg groot. We hopen dat er ook vanuit de kerken hulp komt en er veel gebed zal zijn.”