Toezicht musea steeds vaker bij bedrijfsleven
AMSTERDAM (ANP). De raden van toezicht van grote kunstmusea worden steeds vaker bevolkt door managers uit het bedrijfsleven. Dat schrijft de Volkskrant vrijdag op basis van eigen onderzoek. De krant vergeleek bij tien musea de situatie van nu met die van 7 tot 10 jaar geleden.
Meer dan de helft van de toezichthouders komt uit het zakenleven en nog geen 17 procent uit de culturele sector. Voorheen kwam een derde van de toezichthouders uit het bedrijfsleven en een kwart uit de kunstwereld.
De trend is volgens de krant vooral zichtbaar bij het Stedelijk Museum in Amsterdam. In 2006, toen de eerste raad van toezicht werd aangesteld, zaten daarin vijf mensen met een culturele achtergrond. Nu is dat alleen nog beeldend kunstenaar Willem de Rooij.
Volgens cultuursocioloog Dos Elshout van de Universiteit van Amsterdam past de ontwikkeling in de verzakelijking van musea, die begin jaren 80 is ingezet. „Musea veranderden in assertieve ondernemingen met winkels, restaurants en indrukwekkende architectuur.”
De krant laat ook drie critici aan het woord, onder wie kunstcriticus Anna Tilroe en directeur Toine Berbers van de Vereniging van Rijksmusea. Zij vinden het niet verkeerd dat er managers in de raden van toezicht zitten, maar er moeten ook mensen in zitten die diepgaande kennis van kunst en musea hebben, vinden ze.
De onderzochte musea zijn - behalve het Stedelijk - het Gemeentemuseum en het Mauritshuis in Den Haag, het Rijksmuseum en het Van Goghmuseum in Amsterdam, het Kröller-Müllermuseum in Otterlo, Boymans Van Beuningen in Rotterdam, het Groninger Museum, Teylers Museum in Haarlem en het Noordbrabants Museum in Den Bosch.