De brief is bedoeld als toelichting op het besluit om de subsidie aan jeugdorganisaties als Scouting Nederland en ook de HGJB volledig stop te zetten. De Tweede Kamer vroeg vorige maand om een deugdelijke onderbouwing van de daarbij gemaakte keuzes, omdat die volgens haar ontbrak. Volgens de HGJB heeft ook de brief die niet gegeven. De jeugdbond kan zich daarom niet voorstellen dat de Tweede Kamer volgende week met het subsidiebeleid akkoord zal gaan.

In de brief wordt „versnippering” nog steeds als belangrijkste argument genoemd om de landelijke jongerenorganisaties, verenigd in de Nederlandse Jeugdgroep (NJG), hun subsidie te ontnemen. Van de 27 organisaties die ongeveer hetzelfde werk doen, kunnen er 26 verdwijnen, redeneren de minister en de staatssecretaris, Ross-van Dorp.

Daarmee wordt miskend, zo vindt de HGJB, dat de landelijke jongerenorganisaties juist door hun veelkleurigheid een breed spectrum bereiken. Voor de betrokkenheid op de maatschappij is het immers van belang dat jongeren zich vanuit hun identiteit willen verenigen en inzetten voor anderen. De HGJB verbaast zich erover dat de minister nog steeds voorbijziet aan de effecten van het werk van de jongerenorganisaties. Evenals de NJG constateert de jeugdbond dat er geen enkele inhoudelijke toetsing heeft plaatsgehad.

De HGJB staat open voor toetsing op basis van de beleidsdoelstellingen van VWS. Maar dan moet er volgens de jeugdorganisatie wel sprake zijn van consequent beleid. Daarvan heeft de brief van minister Hoogervorst nog geen blijk gegeven, meent de HGJB.

Een ander argument van de minister is de eigen verantwoordelijkheid van de landelijke jeugdorganisaties. De jeugdbond is het hiermee eens, maar voert tevens aan dat jeugdorganisaties er niet alleen voor zichzelf zijn. Leden en vrijwilligers worden voortdurend gestimuleerd om zich in te zetten voor de breedte van de samenleving. De HGJB vindt het daarom niet meer dan redelijk dat de overheid dit werk subsidieert.