Analyse: Zusterpartijen PVV zijn wel transparant en democratisch
DEN HAAG. Wat PVV-Kamerlid Bontes binnen zijn partij wil bereiken –meer transparantie en democratie– is eigenlijk heel normaal bij populistische partijen.
Anders gezegd: de PVV is in haar soort een vreemde eend in de bijt. Neem bijvoorbeeld de buitenlandse populistische partijen waarmee PVV-leider Wilders in Europa wil samenwerken: het Vlaams Belang (België), Front National (Frankrijk) en Lega Nord (Italië).
Die drie partijen hebben alle, anders dan de PVV, een echt partijbestuur. Hoewel de leider ook bij die partijen een belangrijke, beeldbepalende rol heeft, is hij of zij niet de alleenheerser die Wilders in zijn club wel is.
Genoemde partijen kennen ook leden. Van de PVV kan niet één kiezer lid worden. Bij het Front National daarentegen kunnen geïnteresseerden kiezen uit diverse lidmaatschappen: een voor jongeren onder de 25 jaar, een voor mensen met een kleine portemonnee, een voor echtparen en zelfs een Prestigelidmaatschap.
Dat laatste kost dan wel 250 euro per jaar, tegen 50 euro voor een gewoon lidmaatschap. En, rekent het Front National op zijn site belangstellenden voor, dankzij een belastingaftrek van 33 euro kost zo’n normaal lidmaatschap netto maar 17 euro.
Het Front National heeft ook een jongerenafdeling, evenals het Vlaams Belang. Dat geldt trouwens eveneens voor de Oostenrijkse PVV, de Freiheitliche Partei Österreichs. Toenmalig PVV-Kamerlid Brinkman pleitte enkele jaren geleden voor een eigen jongerenafdeling binnen de PVV, maar Wilders gaf hem daarvoor geen toestemming.
De buitenlandse zusterpartijen van de PVV hebben ook regionale en lokale afdelingen en organiseren congressen.
De populistische partij aan het andere einde van het Nederlandse politieke spectrum, de SP, telde aan het begin van dit jaar 45.815 leden. „Sinds begin 2005 is de SP de derde partij van Nederland in ledental”, claimt de partij op haar website. Bij de linkse club hebben ze hun leden hoog zitten: „Zonder leden geen partij. Zonder actieve leden geen SP.”
De praktijk wijst dus uit dat wat Bontes wil, prima haalbaar is. Desondanks lijkt partijleider Wilders er totaal geen belangstelling voor te hebben. Eerdere pogingen om de PVV open te breken en er een ledenpartij van te maken, zijn tenminste steeds door hem gesmoord.
Wellicht schrikken twee voorbeelden uit het verleden hem af. Zo was er eerst de Boerenpartij (1958-1981). Die partij viel door interne conflicten uiteen, verloor haar populariteit en verdween uit het politieke spectrum.
Daarna kwam de LPF. Na een bliksemstart in 2002 behaalde zij ondanks de moord op haar lijsttrekker Fortuyn 26 Tweede Kamerzetels. Ruim 4000 mensen werden lid. Door geruzie in de partij verliep het tij dermate dat een buitengewone ledenvergadering van de LPF in augustus 2007 besloot de partij aan het einde van dat jaar te ontbinden.
Wilders wil dat scenario uiteraard voorkomen. Maar ook zonder ruziënde leden is het voortbestaan van zijn partij op langere termijn allerminst gegarandeerd – aangenomen dat Wilders daarnaar streeft.
„Als Geert morgen zou beslissen om permanent boeken te gaan schrijven of lezingen te gaan geven in de VS, dan is het over en uit met de PVV”, constateerde Bontes deze week in een interview met NRC Handelsblad. „Wij erven dan niets.”
Hij pleitte daarom voor een landelijk scoutingbureau „om goede politici te vinden.” De PVV zou daarnaast een ledenpartij moeten worden „om onze financiële positie te verbeteren.”
Het is, gelet op het verleden, hoogst onwaarschijnlijk dat Wilders Bontes gelijk geeft en diens advies ter harte neemt.
Bontes hoopt van wel, bleek uit het vraaggesprek met de NRC: „Toen was het een andere tijd. De tijd is er nu rijp voor.”
Punt is echter dat alleen Wilders daartoe kan besluiten. Het treft dat op 13 november Front Nationalleider Le Pen naar Nederland komt voor een gesprek met Wilders. Wellicht kan hij er dan eens met haar praten over hoe dat nou bevalt, een ledenpartij te zijn.
Al is dat voor Bontes misschien te laat: als het tegenzit, wordt hij dinsdag uit de fractie gezet.