Cel en tbs geëist voor Utrechtse brandmoord
UTRECHT (ANP). Omdat hij zijn vrouw levend verbrand zou hebben, moet de 46-jarige Utrechter Ahmed E. van het Openbaar Ministerie (OM) in Utrecht 15 jaar de gevangenis in. Ook eiste de aanklager tbs met dwangverpleging.
Het lichaam van de 34-jarige vrouw werd vorig jaar augustus gevonden in een flatwoning in de Utrechtse wijk Hoograven, nadat er brand was uitgebroken. Volgens justitie heeft de man haar met een stuk hout neergeslagen, haar kleding met benzine overgoten en haar in brand gestoken. Onbekend is of ze toen bij kennis was.
E. zegt dat zijn vrouw zelf de brand heeft gesticht nadat ze eerst zichzelf had verwond. De vrouw had een forse hoofdwond en een gebroken elleboog. Volgens de Utrechter was ze al jaren ‘door geesten bezeten’ en had ze maandelijks driftbuien waarbij ze zichzelf verwondde. Omdat ze dat niet wilde, zou hij dat nooit tegen iemand hebben verteld.
Volgens de officier van justitie blijkt uit onderzoek echter dat de vrouw niet alleen was in de slaapkamer en dat ze zichzelf niet kan hebben verwond. Op grond van bloedspatten acht het NFI het ‘niet reëel’ dat de vrouw zichzelf de hoofdwond kan hebben toegebracht. Ook zijn op een slipper die de verdachte droeg sporen van motorbenzine en bloedspatten van de vrouw aangetroffen.
Advocaat Tjalling van der Goot vindt dat het NFI veel ontlastende omstandigheden niet heeft meegewogen. Volgens hem had er op de kleding van de Utrechter veel meer bloed moeten zitten als hij zijn vrouw met de stok te lijf was gegaan. Bovendien zaten er geen vingerafdrukken van de man op het stuk hout en was zijn kleding niet door hitte of vlammen beschadigd. Ook zaten er geen glassplinters op zijn kleding, afkomstig van een kroonluchter die boven het bed hing en die kort voor de brand met de stok kapot moet zijn geslagen.
E. had bovendien geen enkel motief, benadrukte Van der Goot. De Utrechter zou als ‘zorgzaam, rustig en behulpzaam’ te boek staan.
De rechtbank doet woensdag 30 oktober uitspraak.