Niet de cultuur maar de Bijbel heeft prioriteit
GOUDA. Nooit mogen vragen vanuit de eigen cultuur en tijd vragen overwoekeren die vanuit het Bijbelse getuigenis zelf te stellen zijn. „We moeten de Bijbel niet verstaan vanuit onze eigen situatie, maar onze eigen situatie verstaan in het licht van de Schrift.”
Dat stelde dr. P. de Vries, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie van de Vrije Universiteit te Amsterdam, vrijdag tijdens de door de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) belegde conferentie voor universitaire en hbo-studenten in Gouda. De conferentie werd door ongeveer dertig studenten bezocht.
Zijn de vragen die in de gereformeerde belijdenisgeschriften voorkomen ook nu nog brandende vragen? In de jaren vijftig van de vorige eeuw gingen dr. H. Berkhof en ds. G. Boer daarover met elkaar in gesprek. Voor Berkhof was die relevantie niet het geval. Voor Boer was dat geen vraag.
Voor dr. De Vries evenmin. „Ieder mens dient zich de vraag te stellen: Hoe krijg ik een genadig God?” zei hij. Daarmee is het besef verbonden dat een christen hier op aarde allereerst een pelgrim en een vreemdeling is. De Vries gaf de studenten mee elke dag de Bijbel biddend te lezen, in het besef dat de echte bezwaren tegen het klassieke christelijk geloof geen intellectuele, maar religieuze en morele bezwaren zijn.
Cultuurkritiek
”Cultuurkritiek in het spoor van ds. I. Kievit” was de titel van de lezing van dr. Bart Jan Spruyt, historicus, conservatief denker en leraar geschiedenis en maatschappijleer te Rotterdam. Het onderwerp ”cultuurkritiek” behandelde hij vanuit de visie van de hervormde predikant ds. I. Kievit (1887-1954).
Daarvoor dook Spruyt in de zeven contiolezingen die ds. Kievit in 1949 heeft gehouden onder de noemer ”statisch-dynamisch”. Ds. Kievit signaleerde dat de kerk in de ban was geraakt van dynamiek en verandering en gericht was op opheffing en omverwerping van het oude, het statische. Zelfs het belijden van de kerk moest vooral dynamisch zijn. In de nieuwe kerkorde (1951) moest ”belijden” vervangen worden door ”de weg van het belijden”, en dat op de wijze van „in gemeenschap met het belijden der vaderen.” De kerk moest daarmee volgens ds. Kievit een kerk in actie, een kerk in beweging worden. Hij keerde zich daartegen.
Volgens dr. Spruyt is die dynamisering van alle terreinen van het leven na ds. Kievit doorgegaan, „met nog grotere felheid dan tijdens zijn leven.” Zijn vraag was hoe christenen zich in onze tijd moeten opstellen om in al dat geweld staande te kunnen blijven. In het spoor van ds. Kievit stelde Spruyt de vraag waar die veranderingsdrift ook vandaag nog steeds vandaan komt.
Moeten we vanwege het gevaar van het dynamische ons dan maar terugtrekken in het statische? zo vroeg hij. Moeten we ons angstvallig aan het oude en vertrouwde vastklemmen? „Zo gemakkelijk maakt Kievit het ons niet”, aldus Spruyt. Ds. Kievit stelde dat het statische en dynamische een twee-eenheid behoren te zijn. Een conservatief confessionalisme wil het statische zonder het dynamische. Volgens ds. Kievit is dat de dood in de pot. Het statische –het Woord en de belijdenis– vragen niet alleen om erkenning maar ook om doorleving. Het statische moet Bijbels gevuld zijn en het dynamische moet Bijbels bepaald zijn.