Grote troost
Lukas 11:28
„Maar Christus zei: Ja, zalig zijn degenen die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren.”
Christus zegt: „Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij, teneinde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof van Abraham is, welke een vader is van ons allen (Rom. 4:16). Daarom was Ambrosius gewoon te zeggen: „Laat ons op vergeving hopen als uit geloof en niet uit schuld.” Tracht dan zo veel als in u is te doen hetgeen u hoort. Beween uw onmacht om Gods wet te volbrengen. Dan zal God zeggen, hoewel u de wet niet volkomen kunt onderhouden: „Mijn Zoon heeft die voor u volbracht. Ik neem Zijn gehoorzaamheid aan als uw gehoorzaamheid en Zijn gerechtigheid als uw gerechtigheid.”
Wat een grote genade en barmhartigheid is hier! Hoe kan dit uw hart verkwikken te midden van al uw kleinmoedigheden! Weet tot uw troost dat, indien u in oprechtheid van uw hart tracht te onderhouden al hetgeen u hoort, dit bij God wordt aangenomen, alsof u volmaakt het gehoorde Woord had uitgewerkt. Als u met een innerlijke begeerte van uw ziel arbeidt om Gods wil te gehoorzamen en Zijn geboden te onderhouden, dan wordt het van God aangenomen alsof het dadelijk van u geschied was. Neem dit tot uw troost, u die een zoon van Abraham bent en in zijn voetstappen wandelt: u wilde beter bidden, beter Gods Woord horen en meer in het werk stellen dan u doet, dan wordt dit bij God gerekend alsof u het al reeds gedaan had. Amen.
Christopher Love, predikant te Londen
(”De ijverige christen”, 1655)