Poolse Joden vechten verbod op rituele slacht aan
De Joodse gemeenschap in Polen is naar het hoogste gerechtshof in het land gestapt om een sinds 2012 geldend verbod op rituele slacht aan te vechten.
Dat heeft de Poolse opperrabbijn Michael Schudrich gezegd tegenover de New York Times.
Volgens Schudrich ondermijnt het verbod het Joodse leven in een land waar de Joodse gemeenschap zwaar te lijden heeft gehad tijdens de Holocaust.
Het verbod op rituele slacht zorgt al geruime tijd voor verdeeldheid in Polen. In juli wees het parlement nog een wetsvoorstel van de hand om koosjer en halal slachten weer mogelijk te maken.
De Unie van Joodse Religieuze Gemeenschappen stapte afgelopen vrijdag naar het constitutionele hof in Polen om beroep aan te tekenen tegen de wet. Volgens de Unie is een verbod op rituele slacht in strijd met de vrijheid van godsdienst zoals is vastgelegd in de Poolse grondwet.
Rabbijn Schudrich zei woensdag tegen de New York Times dat hij overweegt zijn positie op te geven, omdat een verbod op rituele slacht hem verhindert zijn taken uit te voeren.
Schudrich zegt dat het verbod herinneringen oproept aan 1936. Toen werd in Polen het recht op rituele slacht voor het eerst aangevochten. De nazi’s verboden de rituele slacht helemaal, na de bezetting in 1939.
De Joodse gemeenschap heeft de situatie maandag besproken met paus Franciscus tijdens een ontmoeting op het Joods Wereldcongres. Volgens de gemeenschap heeft de paus zijn zorgen uitgesproken over het verbod. Franciscus heeft niet publiek op de ophef gereageerd.