Onderwijs & opvoeding

„Gesprek over homoseksualiteit vraagt veilig klimaat op basisschool”

Ze zitten soms nog op de basisschool, in groep 7 of 8: kinderen die merken dat ze homoseksuele gevoelens hebben. Het is van belang dat de school een veilig klimaat biedt waarin ze zich geaccepteerd voelen, vinden de auteurs van ”Wonderlijk gemaakt”. De herziene versie van de lesmethode wil daaraan bijdragen.

Michiel Bakker

4 September 2013 19:30Gewijzigd op 15 November 2020 05:38
beeld iStock
beeld iStock

De lessenreeks over seksuele vorming is sinds enkele jaren een begrip in onder meer het reformatorisch onderwijs (zie ook het kader ”Wonderlijk gemaakt”). Vanaf deze week is de nieuwe, herziene versie beschikbaar.

Kees Ritmeester van Driestar Educatief is hoofdredacteur van ”Wonderlijk gemaakt”, dat eind 2011 vanwege enkele passages over homoseksualiteit forse kritiek kreeg van homobelangenorganisatie COC. Samen met Pieter Moens, voorzitter van de VGS-stuurgroep (homo)seksualiteit in het reformatorisch onderwijs, licht hij de herziening toe.

Ritmeester stelt allereerst vast dat ”Wonderlijk gemaakt” op de scholen een goede ingang heeft gevonden. „We waren daar erg nieuwsgierig naar toen we de methode in 2010 in de markt zetten. Docenten geven aan dat ze goede handvatten biedt om het gesprek over seksualiteit met kinderen te openen.”

Ook ouders, die via een brief werden geïnformeerd als de school met de lessen aan de slag ging, reageerden positief. Ze vroegen handvatten om thuis eveneens met hun kinderen over liefde en seksualiteit te kunnen praten. „Op ouderavonden merk ik dat het thema leeft”, zegt Ritmeester.

Moens benadrukt het belang van de wisselwerking tussen gezin en school, en noemt daarbij nadrukkelijk ook de kerk. „Ik hoop dat het thema in de kerken hoger op de agenda komt, vanuit het verlangen om mensen die met grote vragen over homoseksualiteit worstelen vast te houden in de gemeenten en bij de Bijbelse opvattingen.”

Andere accenten

In december 2011 stond ”Wonderlijk gemaakt” ineens volop in de schijnwerpers. Het COC noemde de methode in het tv-programma EenVandaag „volstrekt ongeschikt”, onder meer vanwege de veroordeling van de homoseksuele praktijk. Het materiaal belandde na Kamervragen van GroenLinks op tafel bij toenmalig minister Van Bijsterveldt van Onderwijs, die er echter geen inhoudelijk oordeel over wilde geven.

Ritmeester: „Het COC lichtte er twee zaken uit. Het ging om één zin over kinderen die merken dat ze homoseksuele gevoelens hebben: „Gelukkig gaat dat bij velen weer over.” En het feit dat we aangaven: Als je homoseksueel bent, is seksuele gemeenschap voor jou niet weggelegd.”

Aan de lessen ligt volgens Ritmeester een Bijbelse visie ten grondslag „waar we nog steeds volledig achter staan. Bij de herziening hebben we gekeken: Waar kunnen we andere accenten leggen, hoe kunnen we stereoptypen vermijden, en –vooral– ons meer richten op de mens met homoseksuele gevoelens?”

Toen de methode vorig jaar was uitverkocht, hield Driestar Educatief een uitvoerige evaluatie. Zo vroeg zij leerkrachten wat vooral moest blijven, wat ze misten of wat ze liever anders geformuleerd zouden zien. Ritmeester: „De algemene teneur was positief. Wat de docenten betreft, waren er niet veel wijzigingen nodig.”

Veilig klimaat

Bij de herziening zijn passages toegevoegd over de thema’s biseksualiteit en transgenders. Deze kregen na 2010 een plek in de kerndoelen voor het onderwijs. Ook gaat het hoofdstuk over maatschappelijke trends nu in op profielsites zoals Facebook, een aspect dat in de vorige editie niet voorkwam.

Bij het onderwerp homoseksualiteit kozen de auteurs voor een andere insteek dan in 2010. Ritmeester: „De laatste jaren heb ik geregeld ouders horen zeggen dat hun homoseksuele kind achteraf gezien al in groep 7 of 8 wist dat hij die geaardheid had. Daarmee moet je terdege rekening houden als je dit thema in die groepen aan de orde stelt.”

Volgens Ritmeester kan geen enkele leerkracht in groep 7 of 8 daar meer omheen. „In de toelichting op de vorige editie schreven we: „Bepaal zelf of u deze les geschikt vindt om in uw klas te behandelen.” Die opmerking hebben we nu achterwege gelaten. Het thema homoseksualiteit heeft een plek in de leefwereld van kinderen, via het nieuws, een homoseksueel stel in de straat of familie. Het is belangrijk dat dit op school ter sprake komt.”

De methode zet volgens Ritmeester positief in, met de Bijbelse visie op seksualiteit in het algemeen. „We laten zien hoe God het bedoeld heeft, als een duurzame relatie tussen een man en een vrouw. Daarbij komt ook aan de orde dat er lastige kanten aan het onderwerp zitten, bijvoorbeeld rond homoseksualiteit. Dat behandelen we niet als een geïsoleerd thema.”

Het accent ligt volgens Ritmeester allereerst op acceptatie van de jongere met homoseksuele gevoelens. „De opmerking dat die gevoelens vaak overgaan is achteraf gezien stigmatiserend en kan bij degene die ermee te maken heeft een verkeerd gevoel oproepen. We geven nu aan dat veel jongeren als ze ouder worden een poosje denken dat ze misschien ook verliefd worden op mensen van hetzelfde geslacht. Bij een aantal mensen gaat dat niet over.”

Ritmeester noemt het belangrijk dat een leerling in groep 7 of 8 die deze gevoelens zelf heeft, zich niet afgewezen voelt, maar erover durft te praten. „En voor de andere leerlingen is het van belang om mensen die andersgeaard zijn met respect tegemoet te treden.”

Moens: „Er moet een veilig klimaat zijn, waarbinnen je vanuit de grondslag van de school over dit thema kunt spreken, vanuit christelijke bewogenheid. Die houding behoort tot de kernpunten van het christelijk geloof, dat je er voor een ander bent, naar hem luistert.”

Open zenuw

De orthodox-christelijke visie dat de Bijbel geen ruimte biedt voor een relatie met iemand van hetzelfde geslacht, lijdt bij de opstellers geen twijfel. „De Bijbel is daarover van Genesis tot en met Openbaring duidelijk”, zegt Moens.

Ritmeester: „De vraag was alleen of je de homoseksuele praktijk al op de basisschool nadrukkelijk aan de orde moet stellen. We zijn tot de conclusie gekomen dat dit meer thuishoort in het voortgezet onderwijs. Dan gaan leerlingen met bijvoorbeeld ouders en leerkrachten het gesprek aan over keuzes die ze op het terrein van seksualiteit maken.”

De methode benoemt –ook dat is nieuw– dat er in christelijke kring verschillende opvattingen over homoseksualiteit bestaan. Dat is volgens Ritmeester een logisch gevolg van de toegenomen openheid, waardoor kinderen al jong met diverse opvattingen in aanraking komen, in de familie, de buurt of via internet. „Dat is een gegeven waar we niet omheen kunnen.”

Bij de herziening voelden de opstellers niet continu de hete adem van seculiere critici in hun nek, zegt Ritmeester. Al waren ze zich er wel van bewust dat elk woord op een goudschaaltje zal worden gewogen.

Moens: „Homoseksualiteit is een open zenuw in onze samenleving. Andere opvattingen dan die van het COC worden nauwelijks geduld. Dat is jammer. Inhoudelijk zullen we het nooit eens worden met het COC, maar we blijven vragen om begrip en respect voor onze Bijbelse opvatting, die we al in 2008 in een visienota voor onder meer de overheid hebben verwoord. Daarin weten we ons ook gesteund door homoseksuelen in reformatorische kring die zich absoluut niet herkennen in het COC.”

Opvoeding

De nieuwe editie van de lesmethode biedt leerkrachten volgens Ritmeester handvatten om in de maatschappelijke context van dit moment het gesprek met leerlingen over liefde en seksualiteit op een goede manier aan te gaan. „Dat gebeurt de ene keer geagendeerd en geregisseerd in het kader van deze methode, maar het komt ook spontaan op allerlei andere momenten terug, bijvoorbeeld als je in de klas het nieuws bespreekt. Het gaat niet om seksuele voorlichting –dat is eenmalig–, maar om opvoeding. Dat is een proces.”

Geregeld hoort Ritmeester van leraren dat ze ervan genieten om daarmee bezig te zijn. „Als het over liefde en seksualiteit gaat, krijg je mooie gesprekken. Die raken aan de geloofsopvoeding. Wat betekent het Woord van de Heere in je leven, hoe krijgt dat op dit terrein handen en voeten? Dat is precies waarvoor onze scholen zijn opgericht.”

>>rd.nl/homoseksualiteit


Wonderlijk gemaakt

De lesmethode ”Wonderlijk gemaakt” kwam in 2002 voor het eerst op de markt. De lessenserie, ontwikkeld vanuit Driestar Educatief, stelde vanuit een reformatorische visie thema’s rond lichamelijkheid en seksualiteit aan de orde, bedoeld voor de groepen 7 en 8 in het basisonderwijs.

In 2010 verscheen een compleet nieuw lespakket, gericht op alle groepen van de basisschool. Per leeftijdscategorie kwamen diverse thema’s aan bod, afgestemd op de ontwikkelingsfase van het kind. Het betrof onderwerpen zoals verschillen tussen jongens en meisjes, lichamelijke veranderingen, seksueel misbruik, huwelijk en echtscheiding, en loverboys.

Deze week verschijnt er een herziene versie van de methode. Daarin zijn onder meer de thema’s biseksualiteit en transgenders toegevoegd. Ook werd het hoofdstuk over homoseksualiteit herschreven, mede op grond van ervaringen met deze lessen in de achterliggende jaren.

Op dit moment gebruiken circa 250 basisscholen ”Wonderlijk gemaakt”, zegt hoofdredacteur Kees Ritmeester, opleidingsmanager bij Driestar Educatief. Het betreft voornamelijk het reformatorisch onderwijs, maar ook diverse protestants-christelijke en gereformeerde vrijgemaakte scholen.


Mikpunt van spot

„In onze maatschappij is homoseksualiteit een door de wet geaccepteerd verschijnsel en aan de andere kant is er toch veel commotie over. Homo’s zijn vaak het slachtoffer van geweld en het mikpunt van spot of agressie. Wij geloven dat God het huwelijk en seksualiteit heeft bestemd voor man en vrouw. Zo heeft God het bedoeld aan het begin van de Bijbel, en zo zegt Jezus het later precies hetzelfde (Mat. 19:3-9). Wel weten we dat er veel gebrokenheid is. We moeten, net als de Heere Jezus, alle mensen accepteren en liefhebben, maar we hoeven niet al het gedrag te accepteren.”

„Op internet kan alles. Maar lang niet alles is goed. Denk goed na over wat jij schrijft op internet en welke foto’s of filmpjes jij plaatst. Zou Jezus op je profielsite mogen kijken? Of zou Hij vinden dat je teveel onzin of slechte taal gebruikt? Of zou Hij je foto’s te uitdagend vinden?”

Citaten uit ”Wonderlijk gemaakt”, editie 2013.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer