Dat bleek donderdag tijdens spoedoverleg tussen de vaste Kamercommissie van buitenlandse zaken en minister Timmermans (BuZa).

Verschil van mening is er wel over de vraag wat er moet gebeuren áls de VN-inspecteurs vaststellen dat er door het regiem van president Assad gifgassen zijn gebruikt. SP-Kamerlid Van Bommel vindt dat de internationale gemeenschap alleen tot actie mag overgaan als daarvoor unanieme steun bestaat in de Veiligheidsraad.

Daarmee is VVD-Kamerlid Ten Broeke het niet eens, zo liet hij woensdagavond in het tv-programma Knevel & Van den Brink al weten. „Daar kun je niet op wachten. Je kunt jezelf niet afhankelijk maken van landen als Rusland en China. Die komen waarschijnlijk sowieso met een veto.”

No go

Coalitiepartner PvdA, en ook oppositiepartij CDA, denken daar anders over. Een „goede rechtsgrondslag” is een noodzakelijke voorwaarde voor ingrijpen, benadrukte donderdagmorgen PvdA-Kamerlid Servaes. „Militair ingrijpen lost een conflict nooit echt op. Dat moet aan de onderhandelingstafel gebeuren. Het is daarom van groot belang dat we de Russen en de Chinezen niet van ons vervreemden, want die hebben we straks hard nodig om tot een politieke oplossing te komen.”

Eerst moet alle informatie over de chemische aanval in Syrië op tafel liggen, voordat de PvdA een oordeel kan geven over een mogelijke actie tegen Syrië. Totdat alle informatie op tafel ligt, is actie voor de PvdA een „no go”, aldus Servaes. Hij hecht verder zeer aan besluitvorming in het VN-kader.

Ook CDA-Kamerlid Omtzigt vindt dat, wanneer vast komt te staan dát Assad gifgassen heeft gebruikt, een uiterste poging moet worden gedaan om van Rusland en China steun te krijgen voor represailles. „Ook die landen hebben per slot van rekening het verdrag tegen het gebruik van chemische wapens ondertekend.”

Interventie

Ook over de vraag welke middelen als represaille gepast zijn, verschillen de partijen van mening. Zo vindt de SP dat een wapenembargo het meest voor hand ligt. Andere partijen, zoals VVD en SGP, sluiten een beperkt gebruik van geweld niet uit. SGP-Kamerlid Van der Staaij: „Wij zijn geen voorstander van grootschalig militair ingrijpen, gezien ook de aanwezigheid van rebellen en jihadisten in de regio. Maar een beperkte militaire interventie is voor ons niet uitgesloten, om druk op Assad uit te oefenen én in het belang van de veiligheid van Israël.”

Ook D66 en ChristenUnie dringen er op aan dat wordt afgewacht met een reactie op een mogelijke interventie totdat de VN-inspecteurs hun werk hebben afgerond. Daarbij zegt Sjoerd Sjoerdsma van D66 dat een internationale reactie niet kan uitblijven als onomstotelijk vast komt te staan dat het bewind van president Bashar al-Assad achter de aanval zit.

Afwachten

De Tweede Kamer startte het overleg met minister Timmermans donderdag om 14.00 uur en heeft voor het debat vier uur uitgetrokken.

Timmermans liet de Kamer woensdag al per brief weten dat hij eerst de uitkomsten van het onderzoek van de VN-inspecteurs in Syrië naar de aanval wil afwachten. Als er chemische wapens zijn ingezet, moet dat volgens hem gevolgen hebben. Het is dan van belang dat de VN de vervolgstappen bepalen.

Die lijn steunen, globaal gezien, alle fracties. Het is niet uitgesloten dat later op de avond alle Kamerleden moeten terugkeren van reces voor een plenaire afronding van het debat.

Vluchtelingen

Partijen in de Tweede Kamer willen dat er meer steun wordt gegeven aan de miljoenen Syrische vluchtelingen. Dat bleek donderdag tijdens het spoeddebat over de ontwikkelingen in Syrië.

Onder meer SP, GroenLinks en ChristenUnie pleitten ervoor meer vluchtelingen in ons land op te nemen. Het kabinet is voorstander van hulp aan vluchtelingen in de regio. Daarvoor is inmiddels al 42 miljoen euro vrijgemaakt. Ook regeringspartij PvdA wil kijken of er meer hulp kan worden gegeven.

Maar minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken liet in zijn reactie weten vast te houden aan het staande beleid. Vluchtelingen willen volgens hem niet naar Europa, maar naar huis. Maar als er plotseling een nieuwe noodsituatie ontstaat, zal hij bezien of mogelijk toch Syriërs in ons land moeten worden opgevangen. Hij verwacht niet veel van de opvang van extra Syrische studenten in ons land. Daarbij speelt onder meer de taalbarrière een belangrijke rol.

Wel onderzoekt het kabinet of er meer steun kan worden gegeven aan internationale hulporganisaties. Minister Lilianne Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking voert hierover overleg met het Rode Kruis.