Preventieve screening maakt meer mensen ziek
DEN HAAG. Minister Schippers van VWS wil de total bodyscan onder voorwaarden toestaan. Vorige week werd bekend dat ze de Gezondheidsraad advies hierover heeft gevraagd. Veel artsen zijn kritisch over de preventieve screening. Ze vrezen overbehandeling en torenhoge kosten.
Bodyscans –kosten 500 tot 2000 euro– zijn op dit moment in Nederland bij wet verboden. Wie zich wil laten doorlichten, wijkt daarom uit naar het buitenland.
Aanbieders van zo’n total bodyscan spelen in op het veiligheidsgevoel van mensen: Je voelt je gezond, maar weet je wel zeker dat er niet iets mis is?
Iemand die zich fel uitspreekt tegen zulk preventief onderzoek, is de Amerikaanse arts H. Gilbert Welch. Hij schreef er met twee collega’s het boek ”Overdiagnosed” (2012) over. „Vroeger gingen mensen niet naar de dokter zo lang ze gezond waren, dat deden ze pas als ze klachten kregen. Artsen stimuleerden gezonde mensen ook niet om op consult te komen. Dat is veranderd. Vroege opsporing is de norm geworden. Mensen ondergaan medische onderzoeken terwijl ze zich goed voelen. Artsen proberen ziekten eerder te ontdekken, met als gevolg dat meer mensen te horen krijgen dat ze een ziekte hebben – ook mensen die geen symptomen hebben. Sommigen zullen inderdaad na verloop van tijd ziekteverschijnselen krijgen. Bij anderen zal dat nooit gebeuren – bij hen is sprake van overdiagnose.”
Een arts kan echter niet van tevoren kan inschatten of er sprake van overdiagnose is. Hij zal iedereen waarbij ‘iets’ wordt gevonden dus behandelen. „Maar iemand waarbij sprake is van overdiagnose, kan geen voordeel hebben van de behandeling. Er is namelijk geen probleem dat verholpen kan worden – hij of zij zal nooit ziekteverschijnselen ontwikkelen. De behandeling is dus onnodig en kan een patiënt alleen schaden.”
Screening bevordert de gezondheid dan ook niet, het bevordert ziekte, stelt Welch. „Mensen maken zich meer zorgen over hun gezondheid, kampen met bijwerkingen van medicatie en krijgen complicaties van operaties. Enkelen overlijden zelfs als gevolg van de behandeling. En vergeet niet: deze mensen voelden zich prima toen ze de medische molen in gingen.”
Welch erkent het nut van vroege opsporing. „We zien vrouwen liever met een klein knobbeltje in de borst dan wanneer ze een grote tumor hebben ontwikkeld. De vraag is alleen hoe vaak je moet screenen en hoe ver je vooruit moet lopen op de klachten.”
Zijn conclusie is dan ook scherp: „We zouden allemaal beter af zijn als de medische sector zich weer meer ging richten op zijn oorspronkelijke missie, namelijk hulp bieden aan zieken en gezonde mensen met rust laten.”
Ook in Nederland lieten verschillende artsen zich kritisch uit over Schippers’ verzoek aan de Gezondheidsraad. Cardioloog René Dijkgraaf schreef bijvoorbeeld in de Volkskrant dat hij niet gelooft dat total bodyscans de gezondheid ten goede komen. „Epidemiologie is een nette wetenschap, die heeft bewezen dat willekeurige screening nutteloos, gevaarlijk en duur is. Nutteloos omdat er hoogstzelden een ziekte wordt gevonden waarbij vroegdiagnostiek een wezenlijk voordeel biedt (ook al beweren de Prescankooplui van wel). Gevaarlijk omdat er voor onschuldige vlekjes vaak riskant vervolgonderzoek nodig is en omdat mensen zich ten onrechte ziek gaan voelen. En duur omdat elke scan vele honderden euro’s kost en omdat het vervolgonderzoek in reguliere ziekenhuizen kostbaar is.”
Ook Lode Wigersma, voormalig huisarts en directeur van artsenkoepel KNMG, liet weten total bodyscans eenzijdig en onwenselijk te vinden. De indruk wordt gewekt dat zo’n onderzoek allerlei kwalen aan het licht brengt. „Dat is niet zo. Als je niet gericht naar een ziekte zoekt, zoals na een klacht of bij een bepaald risico, is de kans groot dat je helemaal niets vindt. En als je met zo’n scan wel iets vindt, blijkt het achteraf vaak niets ernstigs te zijn.”
Net als de cardioloog Dijkgraaf vreest Wigersma hoge zorgkosten als de scan wordt toegestaan. „Mensen betalen de total bodyscans uit eigen zak, maar de vervolgonderzoeken niet.”