Ds. Wambraw: dienen in Papoea
„Mijn ouders legden ooit de gelofte af dat hun eerste kind aan een Bijbelschool zou studeren en de kerken in Papoea zou dienen. Ik ben die oudste zoon”, zegt Yan Wambraw (39), predikant van de Gereja-Gereja Reformasi Indonesia (GGRI) in Weana, in de Indonesische provincie Papoea. „De gelofte van mijn ouders werd later ook mijn beslissing.”
Soms is het best lastig om als predikant het hoofd boven water te houden, vindt ds. Wambraw. „Kerkelijke gemeenten willen wel graag een dominee, maar zorgen vaak niet goed voor hem en zijn gezin. Zelf kan ik, met mijn opleiding, best een goed betaalde baan krijgen bij de overheid. Maar dat wil ik niet. Ik wil de kerk dienen. God riep mij Zijn woord te verkondigen.”
Zelf laat hij zijn zonen vrij om keuzes voor de toekomst te maken. „Mijn vader legde me bij mijn geboorte al de taak op mijn schouders om de kerken te dienen, maar mijn zonen mogen zelf kiezen of ze zich geroepen voelen als dienaar van de kerk.”
Gebed
Ds. Wambraw studeerde vanaf 1992 aan de Bijbelschool in Boma, de STM, in een tijd waarin de GGRI kampte met een groot tekort aan predikanten. De docenten van de Bijbelschool bedachten een speciaal programma voor hem: hij mocht de STM in twee à drie jaar doorlopen in plaats van de gebruikelijke vijf jaar.
Dat zette kwaad bloed bij zijn medestudenten. Wambraw vertrok naar de kust van het Indonesische eiland en begon een opleiding scheikunde aan de universiteit van Jayapura. Daar kreeg hij een uitzonderlijk aanbod om te komen studeren aan de universiteit van Jakarta. Hij ging er niet op in, omdat de bestuurders van de STM in 1995 een dringend beroep op hem deden om terug te keren naar de Bijbelschool. Wambraw besloot opnieuw in Boma te gaan studeren, om de kerk te dienen. Vanaf 1997 studeerde Wambraw aan de Baptist Theological School aan de kust van Papoea; daarna verhuisde hij, in 2000, met zijn gezin naar Bandung, om een opleiding te volgen aan het Theological Seminary aldaar.
„Het was een moeilijke periode, vooral toen onze jongste werd geboren”, vertelt Wambraw. „De vliezen van Sila, mijn echtgenote, waren al gebroken, het vruchtwater was weggelopen, maar de bevalling wilde niet op gang komen. We gingen naar het ziekenhuis, mijn vrouw lag op bed. Overal liepen dokters en verplegers. Het was heel zwaar. Ik trok me elk uur terug op het toilet om te huilen en te bidden of God ons wilde helpen en bewaren.” De predikant glimlacht als hij aan de benarde situatie terugdenkt. „De dokters dachten dat ik buikgriep had.”
Om elf uur besloten de doktoren het kind te halen via een keizersnee. „Een keizersnee is duur, en wij hadden daarvoor geen geld. Om kosten te besparen, haalde ik na een week mijn vrouw en zoon op uit het ziekenhuis, hoewel ze eigenlijk nog niet weg mochten. Een van mijn docenten schonk ons 600.000 roepia, waarmee we het ziekenhuis konden betalen. God bewaarde ons en hielp ons in deze spannende periode.”
Corruptie
Wambraw rondde in augustus 2005 zijn theologische opleiding af, nadat hij een jaar stage had gelopen in de kerk van Weana, aan de kust van Papoea. Acht jaar later, in maart dit jaar, werd Wambraw bevestigd als predikant van dezelfde kerk.
De GGRI-kerken in Papoea worstelen met grote problemen, aldus Wambraw. „De vorige synodevoorzitter werd uit zijn ambt gezet wegens corruptie, maar hij liet het er niet bij zitten en richtte een eigen kerk op. De subsidies die voor onze kerk bestemd zijn, strijkt hij nu op voor zijn nieuwe kerk. Vijf families uit onze kerk zijn nu lid van zijn kerk. Ze proberen leden te werven onder onze studenten.”
De gemeente krijgt hulp van de gereformeerde kerk in Wamena, die door de Gereformeerde Gemeenten worden ondersteund. „We hebben elkaars kerken officieel erkend en we sturen afgevaardigden naar beide synodes.”
Gemeenteleden van de gereformeerde kerk hebben geholpen om de kwestie uit te leggen aan de lokale autoriteiten. „Maar de weg via deze officiële kanalen loopt steeds dood. De mensen die de subsidies uitkeren, hebben zelf ook een deel van het geld opgestreken.”
Ds. Wambraw heeft nu hoop dat hij de corruptie kan melden bij een nieuw politiemeldpunt. „Onze gemeenteleden wilden tot nu toe geen harde actie voeren om ons geld terug te vorderen; we wilden deze kwestie in harmonie oplossen. De leiders van de nieuwe kerk willen hun gemeente alleen opheffen als ze hun positie in onze kerk terugkrijgen. Maar aan die voorwaarde kunnen we niet voldoen. We willen nu een advocaat inhuren en de mensen die onze subsidies onterecht opstrijken aangeven bij de politie. We hebben het geld hard nodig voor het kerkelijk werk en de ondersteuning van studenten bij hun opleiding.”
Vreugde
Wambraw blikt met gemengde gevoelens terug op de jaren waarin hij maar geen beroep kreeg van een van de GGRI-kerken. „Toen we terugkwamen uit Bandung, waren we niet echt welkom in de kerken van de GGRI in Papoea. Gemeenten waren bang dat we ons geloof waren kwijtgeraakt; ze vonden de opleiding die ik had gevolgd te evangelisch. In 2006 kreeg ik wel een baan als secretaris van de synode van de GGRI: ik moest de financiën van de kerken controleren. Dat doe ik trouwens nog steeds, naast mijn werk als predikant en docent.”
De tijd waarin hij geen beroep kreeg, was zwaar. „Het was niet eenvoudig om moed en vertrouwen te houden, om niet bij de pakken neer te gaan zitten. Mijn vrouw Sila en ik proberen, samen met onze zonen Henry, Clarence, Derek en Yosua, door onze levenswandel aan te tonen dat we nog steeds levende leden van de kerk zijn. Want hoe kunnen we de moedermelk van de Reformatie vergeten? Gemeenten vertrouwen ons nu volkomen, hun kijk op ons is in de loop van de jaren duidelijk veranderd. Dat geeft ons grote vreugde.”
Ds. Wambraw zegt volkomen achter de leer van de Reformatie te staan. „Maar we kunnen ook best wat leren van de baptisten. Soms hechten we te veel waarde aan hoe mensen ons zien, onze buitenkant. Maar je binnenkant is nog belangrijker: hoe houd je in je leven rekening met God, hoe geef je vorm aan je keuzes en beslissingen?” De predikant geeft les aan de theologische opleiding in Merauke. „Deze studenten gaan de kerken dienen, praktisch en effectief. Ik probeer de studenten mee te geven dat een heilig leven belangrijk is. Het gaat om leer én leven.”