Kamer kan wijziging Grondwet afronden
De huidige Tweede Kamer kan vier voorstellen tot wijziging van de Grondwet gewoon afronden. De hele procedure hoeft niet opnieuw te worden gevoerd, omdat er geen grondwettelijke belemmeringen bestaan tegen de voortzetting van de behandeling.
Dat schrijft de Raad van State in een advies aan het kabinet.
Dit betekent onder meer dat in 2006 kan worden begonnen met het systeem van de gekozen burgemeester. Dat was een van de vier voorstellen waarvoor wijziging van de Grondwet nodig was. De andere gingen over het correctief referendum, de samenwerkingsschool en de vervanging van zwangere kamerleden.
Deze vier wijzigingsvoorstellen waren al onder paars II ingediend. Probleem was dat de Tweede Kamer onder Balkenende I slechts kort heeft gezeten en daardoor geen tijd had de vier wijzigingen in tweede lezing te behandelen. Vervolgens is de vraag gerezen of de huidige, in januari gekozen Kamer de verdere behandeling wel ter hand mag nemen.
Daarop is de regering door de Tweede Kamer, op initiatief van SGP-kamerlid Van der Staaij, verzocht om de Raad van State daarover advies te vragen. Dat heeft het kabinet gedaan. Van der Staaij is daar blij mee. „Als het kabinet niet om advies had gevraagd, zou de grondwetsherziening kunnen politiseren.” De SGP’er vindt het goed dat er een uitspraak van de Raad van State ligt die de twijfels rond de herzieningsprocedure wegneemt. Met de voorgestelde grondwetswijzigingen is hij het overigens niet eens.
Voor een grondwetswijziging moeten de Tweede en de Eerste Kamer in eerste aanleg met een gewone meerderheid akkoord gaan. Na verkiezing van een nieuwe Tweede Kamer is een tweederde meerderheid nodig. Ook de Eerste Kamer moet met deze meerderheid akkoord gaan. Het kabinet zal op advies van de Raad van State bekijken of het nodig is deze hele procedure aan te passen. De Raad van State suggereert ook dat voorstellen om de Grondwet te herzien, eerder kunnen worden ingediend. Nu wordt gewacht op een nieuw aangetreden kabinet, maar dat is niet nodig.