Kranenburgh
Een aantal Nederlandse musea opent dit jaar na een verbouwingsoperatie de deuren weer voor het publiek. Een serie van acht portretten brengt deze musea in beeld. Vandaag deel 3: Museum Kranenburgh in Bergen (Noord-Holland).
Het is geen vraag wat oud en wat nieuw is bij ”Kranenburgh, culturele buitenplaats Bergen.” Achter de negentiende-eeuwse villa –indertijd burgemeesterswoning– ontwierp architect Dirk Jan Postel zeven zalen voor alle vormen van kunst. Achter de villa zijn vier wanden geplaatst, de eerste smal de andere, daarachter, steeds breder. Daardoor blijft het oorspronkelijke huis de blikvanger. De waaier aan ruimten erachter verenigt zich op natuurlijke wijze met de bosrijke omgeving, niet het minst door het gebruik van travertinachtige natuursteen. Vanuit de zalen is er altijd zicht op de natuur. Meest opvallend zijn de glazen vide en de ondergrondse zaal. Met de nieuwbouw –kosten 5 miljoen euro– beschikt Kranenburgh over ruim 2500 vierkante meter ruimte.
Kranenburgh is niet meer alleen een museum. Ook het Bergense Cultuurcentrum en de kunstuitleen zijn in het nieuwe pand gevestigd. Het oude cultuurcentrum in hartje Bergen werd verkocht, wat een flinke bijdrage opleverde voor de nieuwbouw.
Volgens coördinator kunstuitleen Eric Schurer moet Kranenburgh een breed cultureel aanbod verzorgen: muziekvoorstellingen, literatuuravonden, toneeluitvoeringen en tentoonstellingen. Er zal geen vaste opstelling meer komen van schilders van de Bergense School, hoewel die werken wel zullen worden meegenomen in thema-exposities.
Als proeftentoonstelling exposeren de leden van de Bergense kunstenaarskring hun werken. Onder hen bevinden zich Kees de Kort (die de Kijkbijbel voor kleuters tekende) en een nazaat van de kunstenaarsfamilie Vaarzon Morel.
In oktober gaat het centrum officieel van start.