Noorwegen herdenkt aanslagen Breivik (fotoserie en video)
OSLO (AP). Noorwegen heeft maandag stilgestaan bij de terreurdaden van Anders Behring Breivik. Het is precies twee jaar geleden dat de rechtsextremist 77 mensen om het leven bracht. De Noorse premier Jens Stoltenberg greep de herdenking aan om de bevolking op te roepen de strijd tegen alle vormen van extremisme voort te zetten.
Stoltenberg legde een krans bij het regeringscentrum in Oslo en zei dat de maatschappij zich moet verweren tegen ‘populistische rechtse partijen’ die in Europa aan populariteit winnen. Tegelijkertijd moet actie worden ondernomen tegen extremistische moslims die bedreigingen blijven uiten, zei de premier.
„Geen enkele extremist zou ons ervan moeten weerhouden ons vrijelijk te bewegen, vrijuit te denken of vrijuit te spreken”, aldus Stoltenberg. „Onze waarden zijn ons sterkste wapen en onze sterkste bescherming tegen geweld en terreur.”
Breivik pleegde op 22 juli 2011 een bomaanslag in het regeringscentrum en richtte kort daarna een bloedbad aan in een jeugdkamp van de Arbeiderspartij op het eilandje Utøya. Hij zei zo Noorwegen te hebben willen beschermen tegen de sociaal-democraten, die het land met hun ruimhartige immigratiebeleid zouden hebben verraden. De aanslag op het regeringscentrum kostte aan acht mensen het leven, 69 mensen kwamen om het leven bij het bloedbad op Utøya, het merendeel tieners.
Op het eiland werd een herdenkingsceremonie gehouden. Eskil Pedersen, de leider van de jeugdafdeling van de Arbeiderspartij, zei in een toespraak dat zijn gedachten bij de slachtoffers en de nabestaanden zijn. Overlevenden van het bloedbad en hun naasten hebben volgens Pedersen nog altijd last van het drama. „Er zijn nog steeds veel mensen die rouwen, die moeite hebben zich te concentreren op school of op het werk, die zien dat Noorwegen verder is gegaan, maar zelf het gevoel hebben niet in staat te zijn om ook verder te gaan”, aldus Pedersen. „Laat ons er voor elkaar zijn, zelfs als niet langer dagelijks over 22 juli wordt gesproken.”