Gezondheid

Sion biedt medische hulp op Midden-Java

Medische hulp krijgen is voor Nederlanders de normaalste zaak van de wereld, maar Indonesiërs kennen dat niet. In Midden-Java leven nog steeds veel mensen in armoede en voor hen is zulke steun niet te betalen. De christelijke organisatie Sion biedt medische hulp en geeft voorlichting in de dorpen rondom de stad Salatiga op Java.

Sanne Pauwelsen
17 July 2013 18:08Gewijzigd op 15 November 2020 04:48
Een van de twee vaste medische posten die de christelijke organisatie Sion op Midden Java runt. Beeld Sanne Pauwelsen
Een van de twee vaste medische posten die de christelijke organisatie Sion op Midden Java runt. Beeld Sanne Pauwelsen

In haar beste Maleis vraagt Marieke Visscher de weg. „Mevrouw, mag ik u wat vragen? Waar kan ik de mobiele kliniek vinden?” Een oude vrouw aan de kant van de weg wijst in de richting waar ze zelf vandaan komt. Visscher bedankt de oude vrouw vriendelijk en keert met haar brommer om. Ze is verpleegkundige en gaat vandaag helpen in de mobiele kliniek in het dorp Kembang. „Het is altijd even zoeken waar we moeten zijn.” Visscher is samen met haar man Chrisjan door de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) in de Protestantse Kerk in Nederland uitgezonden naar Indonesië om te werken voor Sion. De christelijke organisatie biedt medische hulp aan de inwoners van de dorpen rondom Salatiga. De meeste mensen hebben geen geld om het vervoer naar het ziekenhuis te betalen. Vaak wonen ze daarvoor te ver weg. „Sommige mensen moeten zelfs met pijn in het hart hun koeien verkopen, of blijven vaak gewoon met hun klachten lopen en gaan pas naar een dokter als het al te laat is.”

De medewerkers van Sion merkten dat er op Midden-Java nog veel armoede heerst en wilden iets betekenen voor de minder­bedeelden. De organisatie is bij meer projecten betrokken, waaronder het verstrekken van microkredieten, onderwijs, rampenbestrijding en medische hulp. De medische hulp draagt indirect bij aan het bestrijden van de armoede. In 2011 heeft Sion twee vaste medische posten opgericht. De ene staat in Tawang en de andere in Pulihan. Ze bieden medische hulp aan inwoners van de dorpen. „We merkten dat de posten niet voldoende waren om mensen medische hulp te bieden.” Vorig jaar augustus heeft de organisatie de mobiele kliniek opgezet.

Spreekuur aan huis

Visscher arriveert op de brommer in het kleine dorp Kembang. De auto van de mobiele kliniek staat er al. Het dorpshoofd heeft zijn huis ter beschikking gesteld om patiënten te ontvangen. Zijn meubilair staat buiten onder een afdakje. Een lokale verpleegster pakt nog snel wat medicijnen uit de auto. „We gaan vier keer per maand met de auto naar een dorp om hulp te bieden. Meestal stelt een dorpshoofd zijn huis ter beschikking om er spreekuren te houden.”

Voordat het spreekuur begint, geeft de dokter voorlichting. „We proberen mensen kennis bij te brengen over hygiëne en een gezonde levensstijl”, vertelt Visscher. Vaak is de hygiëne ver te zoeken.

Binnen is het een kabaal van jewelste. Er staat een lange rij mensen. Aan de linkerkant worden de patiënten medisch gekeurd. Een oud vrouwtje met slechts enkele tanden in haar mond, gaat op de weegschaal staan. Ze wordt ondersteund door het medische personeel, bestaande uit lokale vrouwen. „Hier wordt een vragenlijst over haar klachten ingevuld, de bloeddruk en de bloedsuikerspiegel opgemeten. En daar krijgen de patiënten hun medicijnen na het consult van de dokter.” Visscher wijst naar een tafel waarop alle medicijnen liggen. Een lokaal opgeleide vrouw in witte jas legt aan een patiënt uit hoe deze de medicijnen moet gebruiken.

Kleine bijdrage

De kliniek vraagt voor de medische hulp en de voorlichting een kleine bijdrage. „Het consult van de dokter is gratis, maar als patiënten medicijnen nodig hebben, zijn de kosten 10.000 roepia, zo’n 80 eurocent. Het maakt niet uit hoeveel medicijnen je nodig hebt, iedereen betaalt hetzelfde bedrag.” Volgens Visscher schiet je je doel voorbij als mensen niet betalen voor hulp. „Je geeft dan alleen maar; mensen gaan zich niet verantwoordelijk voelen voor hun eigen gezondheid. Wij proberen hen te informeren over de gevaren van hun levensstijl. De verantwoordelijkheid leg je dan bij hen.”

We geven op basisscholen ook les in tandenpoetsen, voegt Visscher eraan toe. „In Nederland is dat normaal, maar in Indonesië kent men dat niet. De meeste kinderen hebben nog nooit een tanden­borstel gebruikt of zelfs gezien.”

Een van de managers van Sion, de Indonesische Deborah, vertelt over wat de organisatie inmiddels bereikt heeft. „Twee jaar geleden gingen we naar een dorp dat er qua hygiëne en gezondheid het slechtst aan toe was. Nu is het het schoonste dorp in de streek. En precies dat wilden wij bereiken”, vertelt ze trots.

Aan de rechterkant van de kamer wordt gelachen. Alle patiënten zitten op de grond te wachten op het consult van de dokter. De bijna tandeloze vrouw praat met hem over haar problemen en maakt daarbij brede gebaren. De wachtenden op de grond luisteren aandachtig. Een aparte spreek- en wachtkamer kennen ze hier niet. Het gebeurt allemaal in één ruimte. Deborah zorgt dat alles in goede banen wordt geleid. „Als er iets is waar de mensen zich voor schamen, kunnen ze ook in een kamer hierachter terecht”, zegt ze. De oude vrouw moet onderzocht worden en verdwijnt achter een gordijntje.

Moslims welkom

Het personeel van de medische posten en de mobiele kliniek bestaat uit vrijwilligers. Ook de dokter werkt op vrijwillige basis. De organisatie heeft dertien leden van de vrouwengroep opgeleid tot verpleegster. Ze hebben van Sion microkredieten gekregen om een eigen bedrijf te starten. Als dank voor die steun en om iets te betekenen voor de samenleving werken de verpleegsters vrijwillig voor de mobiele kliniek. In totaal zitten er acht moslima’s en vijf christenen in de vrouwengroep. Dit is opvallend, omdat de mobiele kliniek gerund wordt door een christelijke organisatie. „Wij helpen hier iedereen. Het maakt niet uit welk geloof je hebt, iedereen die hulp nodig heeft is welkom.”

In het begin was er volgens Marieke Visscher schaamte bij moslims. „Velen van hen dachten dat dit project iets exclusief christelijks was waar zij niet terecht­konden. We zagen dat in de loop van de tijd veranderen. Voor een van de medische posten zitten we zelfs bij een moslim in huis, nota bene bij iemand die nooit een christen een hand wilde schudden. Doordat hij zag wat Sion deed, heeft hij zijn huis opengesteld en verklaarde hij zelfs via de speakers van de moskee dat hij een verkeerd beeld had van christenen en dat iedereen hen thuis mag ontvangen.”

De oude vrouw is inmiddels vanachter het gordijn vandaan gekomen. Ze straalt, wachtend op haar medicijnen. „Ze vertelde dat ze de medicijnen niet kan betalen en daarom mag ze die kosteloos meenemen”, zegt Deborah.

De vrouw zegt iedereen gedag en loopt met de medicijnen in de hand naar buiten. „Niet alle patiënten hoeven dus te betalen, maar we moeten er wel op toezien dat 
mensen er moeite voor blijven doen om 
beter te worden en zich er bewust van zijn dat hulp niet altijd gratis kan worden gegeven.”

Liefde verspreiden

„Maar het belangrijkste”, voegt Deborah er direct aan toe, „is dat we liefde verspreiden.”

De Indonesische overheid kent geen zorgstelsel zoals in Nederland. De armen worden niet exclusief gesteund door de rijken of de overheid. Ieder heeft zijn eigen dorpsgemeenschap en de leden daarvan steunen elkaar.

De vrouwengroep heeft een klein project opgezet om armen te helpen. „Het heet ”Geld voor gezondheidszorg””, vertelt Deborah. „De rijken uit het dorp betalen ieder 100 roepie per maand, dat is ongeveer 10 eurocent. Het op die manier gespaarde geld zet de vrouwengroep in om de armen te helpen als ze ziek zijn.”

De laatste patiënt is inmiddels met haar medicijnen naar huis vertrokken. Voor de vrouwen van de mobiele kliniek zit de dag erop. Ze pakken alle spullen in. Voor Marieke Visscher geeft het werk voldoening. „Je ziet dat de medische hulp van Sion werkt. Mensen worden zich bewust van het belang van hygiëne en de manier waarop ze daarmee om moeten gaan.”

Voor Sion is het einddoel nog niet in zicht. „Je lost de armoede niet op door mensen naar de dokter te sturen, want ze zullen arm blijven. Ze moeten zich bewust worden van hun manier van leven. Als dat bereikt is, hebben we ons doel bereikt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer