Turgay Üçal leidt de protestantse gideonsbende in Istanbul
Een schamele 4000 protestanten op ongeveer 80 miljoen inwoners. Dat is de situatie in Turkije. Maar voor de Turkse pastor Turgay Üçal is dat geen reden om somber te doen. In plaats van het zoveelste relaas over christenvervolging te vertellen, benadrukt hij liever hoe christenen zich óók kunnen opstellen. Dit is het verhaal van hem en zijn gideonsbende.
„Ik ben opgegroeid in een familie van seculiere moslims, hoewel mijn oma zeer toegewijd was aan de islam. In de jaren zeventig, ik was toen een tiener, hadden hier in Turkije felle gevechten plaats tussen linkse en rechtse groepen. Ik zocht naar mogelijkheden om daaraan te ontsnappen, maar overal in Turkije was dezelfde politieke vijandschap aanwezig.
Toen ik in die jaren de Koran las, stuitte ik op het verhaal dat Jezus niet aan het kruis gestorven was. Dat verhaal liet me niet los. Daar zie ik achteraf heel duidelijk Gods genade in.
Ik vroeg me af wat de waarheid was en begon door de kracht van de Heilige Geest een zoektocht. In die zoektocht kwam ik niet één christelijke zendeling tegen; wel stuitte ik op diverse films die door christenen waren gemaakt, zoals ”Het kleine huis op de prairie”.
Uiteindelijk kwam ik in contact met Italiaanse rooms-katholieken in Istanbul. In die kerk kwam ook een protestantse groep samen, waar ik opgevangen werd. Daar ben ik in 1979 ook gedoopt.”
Kerkplantingsproject
„De eerste reactie van mijn familie op mijn bekering was niet erg positief, maar daarna raakten mijn familieleden eraan gewend. Ze zagen dat mijn geloof mij afschermde van de vreselijke dingen die in ons land gebeurden. Hoewel al mijn verwanten in naam moslim waren, was er niemand die mij vervolgde.
Kort daarna vond ik mijzelf terug als leider van een christelijke groep. Wat dat betreft, is het vreemd gegaan met mij. Ik werd eerst pastor, pas daarna volgde het daarvoor nodige onderwijs.
Veel scholing heb ik ontvangen van de Presbyteriaanse Kerk van Amerika (PCA), die voor mij een soort privélessen organiseerde. Die scholing heeft me erg geholpen bij het kerkplantingsproject dat we toen zijn gestart.
Mijn huidige gemeente in de Istanbulse wijk Moda is voor mij de tweede kerkplanting. Ik ben hier sinds 1986 pastor. Nog steeds zijn er hechte verhoudingen tussen de PCA en onze gemeente, hoewel we geen PCA-gemeente zijn.
We noemen onszelf de Istanbul Presbyteriaanse Kerk; de eerste presbyteriaanse kerk van en voor Turken. In de Ottomaanse tijd waren er weliswaar wat protestanten in Turkije, maar nooit eerder was er een gevestigde presbyteriaanse kerk met Turkse wortels.
Er zijn ook nu nog erg weinig protestanten in Turkije. Van de 80 miljoen Turken zijn er rond de 100.000 christen. Van hen zijn er maar 4000 protestants. Zij wonen vooral in Istanbul, Ankara, Izmir en Antakya. Daar heb je vaak kleine huiskerken.
Het is bijzonder dat we hier in Istanbul een eigen kerk hebben, de All Saintskerk in Moda. Dat is een anglicaanse kerk uit de Ottomaanse periode. Een anglicaanse kapelaan hier uit de stad staat toe dat wij deze kerk gebruiken.”
Istanbultype
„Veel christenen in Turkije hebben een andere etnische achtergrond dan de Turkse. Ze zijn Armeens of Grieks. In onze gemeente is de achtergrond gevarieerd. Ongeveer de helft is van oorsprong orthodox, bijvoorbeeld Armeens. De andere helft heeft, net als ik, een Turks-islamitische achtergrond.
Onze gemeente bestaat uit ruim veertig gezinnen. Naar Turkse begrippen is dit een van de grootste protestantse gemeenten. Bijna elke week komen er zo’n honderd luisteraars. Dat is veel: als er meer dan veertig mensen zijn, ben je al een grote gemeente.
We noemen onszelf echter nooit een minderheid; we scheiden ons ook niet af van de gemeenschap die ons omringt. Woorden als meerderheid of minderheid brengen alleen maar ellende. Ik zeg dat ook tegen de Armeense mensen die regelmatig in de kerk zijn: Schop die begrippen uit je geest.
Hoe wij kerk zijn, noem ik het Istanbultype. Het is een beetje gemixt, met ingrediënten uit allerlei richtingen. Wij zijn geen missionaire kerk in die zin dat we luidruchtig de straat opgaan. We willen niet heel missionair overkomen, omdat dat de gemeenschap ernstig verstoort. De meeste kerkplantingsprojecten vormen helaas geen onderdeel van de gemeenschap waarin ze zich bevinden. Het gaat de initiatiefnemers vaak alleen om de vraag hoe er zo snel mogelijk veel nieuwe mensen de kerk in kunnen komen.
We hebben nu al meer dan vijftien jaar een goede verhouding met de imam van de moskee hier in de buurt. Dat is uiterst zeldzaam en daar zijn we zuinig op. Natuurlijk zijn er soms ook bij ons lastige situaties, bijvoorbeeld als van een echtpaar de vrouw christen is maar de man moslim, of andersom. Toch kan ook dat goed gaan. Er is een man die altijd zijn vrouw bij ons naar de kerk brengt. Zelf blijft hij in de hal zitten; hij wil niet binnenkomen. Hij drinkt daar koffie en leest kranten.”
Hol van de slang
„Bedreigingen krijgen wij niet echt. Jaren geleden was er wel sprake van een algemene dreiging en in Anatolië zijn er incidenten geweest, maar vaak waren die politiek gemotiveerd. Van tijd tot tijd zijn er problemen, maar die moet je niet generaliseren. En in hoeverre liggen sommige problemen aan jezelf? Als je naar het hol van de slang gaat en je steekt je vinger erin, moet je niet raar opkijken als de slang in je vinger bijt.
Ik zeg niet dat familie nooit iemand zal vermoorden omdat hij christen is geworden, maar in de 25 jaar dat ik hier werk, heb ik daar nog nooit van gehoord. Je kunt boeken uitgeven, seminars organiseren en heel veel andere dingen doen.
Over het algemeen is er in Turkije veel ten goede veranderd. Toen ik tot geloof kwam, moest ik een rechtszaak beginnen om als religie ”christen” op mijn identiteitsbewijs te kunnen krijgen. Nu hoeft dat niet meer. In dit land kun je tegenwoordig je geloof kiezen.
Ik zeg altijd: De omslag ten goede begon rond 1979, 1980. Sindsdien zie je weer een aantal protestantse groepjes tevoorschijn komen. Je kunt zeggen dat het protestantisme sinds zo’n 35 jaar opnieuw in het land aanwezig is.
Armeens-orthodoxe pasja’s
Of die groepen ook groeien, durf ik niet te zeggen. Ik heb de indruk dat hun aantal de laatste jaren gestabiliseerd is. In grote steden kun je vaak wel een kleine gemeente vinden, maar nog steeds is het aantal protestanten uiterst marginaal.
Toch ben ik niet moedeloos wat de toekomst betreft. Vanuit het Westen wordt alles wat islam is vaak op één hoop gegooid, maar dat strookt niet met de werkelijkheid. In het Ottomaanse Rijk waren er zelfs Armeens-orthodoxe pasja’s. In die goede tijden was er veel tolerantie ten opzichte van andere religies. Tolerant zijn hoort van oudsher tot de mentaliteit van de Turken.
Het Ottomaanse Rijk komt niet meer terug, maar in de genen zit nog steeds die win-winhouding: wat goed is voor mij, is goed voor jou. Daarom ben ik niet bang voor de toekomst. De islam in Turkije zal nooit zo zijn als sommige Arabische extremistische vormen. Daarvoor heeft de gematigde islam van het soefisme te veel invloed in Turkije, zelfs op conservatieve moslims.
Geen Jezusfilms
Er zijn wel problemen, maar die gelden voor iedereen. Voor mij is er geen enkele reden om Turkije te willen verlaten. De laatste vijftien, twintig jaar zie ik steeds meer tolerantie en openheid ontstaan in Turkije. De Turken leren hoe ze open moeten zijn naar de wereld.
Als je met etnische minderheden praat, hoor je soms andere verhalen – bijvoorbeeld onder Grieks-orthodoxe christenen. Zij hebben inderdaad voor een deel andere problemen. Onder de Ottomanen hadden zij rechten die ze zijn verloren toen Turkije tijdens Atatürk een republiek werd. Om die terug te krijgen, begeven ze zich zelfs in politieke sferen. Ik denk dat politieke en religieuze zaken niet gemixt zouden moeten zijn, maar in de praktijk zijn ze dat helaas wel.
Wij zijn niet gericht op projecten en instituten, maar op de Turkse mensen. Wij zijn geen institutie; we zijn meer een gemeente zoals ten tijde van de Vroege Kerk. Gewoon een gemeente van volgelingen van Jezus Christus die oog hebben voor de mensen om hen heen.
We bezoeken vaak mensen, dat past in de oosterse stijl. De mensen om ons heen weten dat we christen zijn, en we schamen ons niet. Maar dat betekent niet dat we Jezusfilms gaan vertonen. Liever openen we onze harten en communiceren we zo wie we zijn. De mensen in onze buurt die geen christen zijn, hebben voor ons net zo goed veel waarde.
Dat is voor ons een nauwelijks te overschatten punt: het mag zeker onder christenen niet alleen om het eigen clubje draaien, om ik-ik-ik. Als je het bijvoorbeeld als christen over rechten hebt, moet je het over rechten voor iedereen hebben. Egoïstisch zijn is uit den boze.”
Turgay Üçal
Pastor Turgay Üçal (1962) geldt als een van de belangrijkste leiders binnen het protestantisme in Turkije.
Hij leidt een presbyteriaanse gemeente in Istanbul. Zondags bezoeken doorgaans enkele tientallen tot zo’n honderd mensen de dienst, waarmee de gemeente een van de grootste protestantse gemeenten in Turkije is.
De gemeente komt samen in een anglicaanse kerk in de wijk Moda, aan de Aziatische kant van Istanbul.