Belgische koning Albert draagt ambt over aan zoon Filip
BRUSSEL. Na Nederland krijgt ook België een nieuwe vorst. Koning Albert II –vier jaar ouder dan prinses Beatrix– draagt zijn ambt over aan zijn oudste zoon, Filip.
In tegenstelling tot Beatrix’ toespraak op 28 januari kwam Alberts aankondiging woensdagavond niet onverwacht: er werd al maanden gespeculeerd over een spoedige abdicatie. Vanzelfsprekend is dat niet: in veel monarchieën is het gebruikelijk dat de vorst tot zijn overlijden op de troon blijft. De Britse koningin Elizabeth II (87) peinst er bijvoorbeeld niet over haar ambt over te dragen aan de 64-jarige kroonprins Charles.
In België is het ook nog maar één keer gebeurd dat een koning aftrad, en dat was onvrijwillig: Alberts vader, Leopold III, was omstreden geraakt door zijn opstelling tijdens de Tweede Wereldoorlog en werd daarom in 1951 opgevolgd door zijn zoon Boudewijn.
De huidige koning, Albert Felix Humbert Theodoor Christiaan Eugène Marie (79), onderging een hartoperatie, werd geholpen aan een hernia en in november 2011 is een klein gezwel in de neus verwijderd. Naast Alberts gezondheid gaf ook het feit dat de politieke situatie in België relatief stabiel is, aanleiding tot speculaties over een troonswisseling.
Lang in de wachtkamer
Filip Leopold Lodewijk Maria (53) is al sinds eind jaren zestig als troonsopvolger in beeld, omdat het huwelijk van zijn oom, de toenmalige koning Boudewijn, kinderloos bleef. Enkele jaren geleden kwam naar buiten dat Boudewijn Belgische kinderen heeft willen adopteren van wie de ouders waren omgekomen tijdens de opstand in Congo. De Raad van State zou echter hebben verklaard dat een adoptiekind geen aanspraak op de troon zou mogen maken. Het plan werd toen niet uitgevoerd.
Toen de 62-jarige Boudewijn op 31 juli 1993 in Spanje plotseling overleed, werd niet Filip, maar zijn vader Albert (59) het nieuwe staatshoofd van het door politieke en taaltwisten verscheurde land. Filip –destijds 33– werd als te onervaren en te onzeker gezien. Hij kreeg de titel Hertog van Brabant, maar dat veranderde aan zijn positie in de wachtkamer niets.
Prins Filip heeft er geen doekjes om gewonden dat hij er klaar voor is en er zin in heeft het werk van zijn vader over te nemen. Filips reputatie is geleidelijk wat verbeterd, en is in elk geval veel gunstiger dan die van zijn jongere broer Laurent. Die was de afgelopen weken voor de zoveelste keer in opspraak, ditmaal vanwege een reis naar Israël, die overigens door de Belgische regering was goedgekeurd. Laurent beklaagt zich er op zijn beurt over dat hij bij de Belgische media geen goed kan doen.
Zevende koning
Filip wordt de zevende koning der Belgen. De eerste, Leopold van Saksen-Coburg, legde op 21 juli 1831 de eed af. Hij werd op de troon gezet toen België zich van Nederland losmaakte en Willem I niet langer als koning erkende. In België is 21 juli dan ook een nationale feestdag. Op die datum –dit jaar op zondag– draagt Albert de fakkel over aan de volgende generatie, zoals hij het in zijn toespraak noemde. Hij sprak het volle vertrouwen in zijn opvolger uit.
Prins Filip werd tot zijn vijftiende jaar opgeleid aan het Franstalige Jezuïetencollege Saint-Michel in Brussel. Daarna volgden de Abdijschool van Zevenkerken in Sint-Andries (West-Vlaanderen), de Koninklijke Militaire School, Trinity College aan de universiteit in het Engelse Oxford en –voor een master in politieke wetenschappen (1985)– Stanford University in de Verenigde Staten. De prins bekwaamde zich ook tot gevechtspiloot.
Filip was 39 jaar toen hij op 4 december 1999 in Brussel met jonkvrouw Mathilde d’Udekem d’Acoz (26) trouwde. Zij wordt de eerste koningin die in België zelf geboren is. Het paar kreeg vier kinderen: Elisabeth (11), Gabriël (9), Emmanuel (7) en Eléonore (5).
Toen prins Filip 50 werd, ontstond discussie over een meer ceremoniële invulling van het koningsschap. Dat leidde echter niet tot een wetswijziging.