Binnenland

Directeur De Leeuw uit Andel over mazelen op ‘zijn’ school

Algemeen directeur Jan-Willem de Leeuw had net een nieuw mediaprotocol toen hij te maken kreeg met een mazelenuitbraak op ‘zijn’ reformatorische Voetiusschool in Andel. „Ik ben overvallen door kranten en omroepen. Het lastigst vond ik het interview waarin ik moest uitleggen waarom sommige ouders hun kind niet laten inenten. De journalist wist van toeten noch blazen.”

Evert van Dijkhuizen

26 June 2013 15:34Gewijzigd op 15 November 2020 04:25Leestijd 6 minuten
De Leeuw. Beeld RD, Anton Dommerholt
De Leeuw. Beeld RD, Anton Dommerholt

Toen

„Direct na de pinkstervakantie was het raak. Enkele ouders meldden hun kinderen ziek. Dat bericht bereikte mij als algemeen directeur van zes scholen, waaronder de Voetius in Andel, niet direct. Ziekmeldingen lopen via de locatiedirectie. Al snel bleek het om de mazelen te gaan. Toen werd ik op de hoogte gebracht. De school heeft direct de GGD gewaarschuwd. Die liet een persbericht uitgaan. Vanaf dat moment werden we gebeld door kranten en omroepen.

Voordat ik de eerste journalist te woord stond, heb ik contact gelegd met het RD, waar ik een mediatraining had gevolgd. De cursusleider heeft mij nog enkele waardevolle tips gegeven. Zoals: wees open, gebruik gewoon Nederlands en vraag de tekst van het artikel ter lezing voordat het wordt gepubliceerd. ’s Morgens stond AD Rivierenland op de stoep, die middag volgden BN De Stem en Omroep Brabant. Het oude mediaprotocol van de school bepaalde dat we geen andere pers te woord zouden staan dan het RD. Na de training hebben we dat verruimd, achteraf precies op tijd. De belangrijkste reden was dat de media over het algemeen geen positief beeld hebben van de reformatorische gezindte. Als we dat kunnen veranderen door mee te werken, moeten we dat doen. Ik heb geen vervelende ervaringen opgedaan.

Wel kreeg ik soms lastige vragen. Bijvoorbeeld over de argumenten om kinderen niet in te enten. Ik moest dat uitleggen aan een AD-journalist die van toeten noch blazen wist. Hij vroeg: Zorgen die ouders wel goed voor hun kinderen? Ik heb iets verteld over het geloof in Gods voorzienigheid, maar dat viel niet mee. Er was respect, maar begrijpen doet zo’n journalist het niet. Toen ik het artikel in de krant las, was er vanwege ruimtegebrek geschrapt in een belangrijk citaat. Ik had gezegd dat allen die in God geloven straks bij Hem zullen zijn. In de krant was dit veranderd in: wij allemaal. Het is een wonder dat ik na deze uitlating niet ontslagen ben... Via de telefoon heb ik meegepraat in het EO-tv-programma Dit is de dag. Ik kon zo het geluid van de bezwaarde ouders laten horen.”


Nu

„Via de Voetiusschool is de mazelenuitbraak verder verspreid over de biblebelt. Op dit moment hebben we zelf tachtig gevallen van mazelen; een derde van het totaalaantal leerlingen. De eerste zieken zijn al weer beter. Complicaties bleven tot nu toe gelukkig uit. Ondanks het grote aantal zieken proberen we de gang op school erin te houden. We gaan door met ons lesprogramma, maar er ontstaat onverwachte ruimte om bijvoorbeeld zwakke kinderen extra te helpen.

Vorige week vrijdagmiddag hebben we met alle kinderen van de groepen 6, 7 en 8 buiten een spel gedaan; dat zouden we normaal niet doen. Ook hebben we deze week een schaapscheerder op school gehad. Hij zou voor de leerlingen in de onderbouw komen, maar we hebben alle kinderen laten meegenieten.

De meeste ouders gaan nuchter met de ziekte om. Ik merk nauwelijks discussie, ook niet over de vraag of eigenlijk niet iedereen zijn kinderen zou moeten laten inenten. Onder de leerkrachten zijn nog geen mazelen geconstateerd. De meesten hebben de ziekte al gehad. Ook mijn eigen kinderen hebben geen mazelen. Of ze zijn ingeënt? Dat vroegen ze bij de EO ook. Ik beantwoord die vraag liever niet. Mijn mening over vaccinatie is niet belangrijk. Het is mijn verantwoordelijkheid om de verschillende opvattingen hierover op school te respecteren en te verwoorden.

Ik heb overwogen als school een informatiebijeenkomst te houden, maar als je de ziekte verder wilt verspreiden, moet je dat doen. Soms stellen ouders individueel een vraag; dan proberen we ze zo goed mogelijk te helpen.”


Straks

„Wanneer de mazelenuitbraak zal stoppen, is moeilijk te zeggen. Ik heb vaker gedacht dat de ziekte over haar hoogtepunt heen was, maar dan kwamen er toch weer nieuwe gevallen bij.

We gaan straks de kwestie evalueren als bestuur en directie. We stellen onszelf daarbij kritische vragen: Hoe is de communicatie verlopen, zowel met de ouders als met de media? Ik zie nu al een verbeterpunt. In het begin was ik tamelijk willekeurig in het te woord staan en afwijzen van media. Dat had te maken met de hijgerigheid. Die werd ik weleens zat.

Ook zou ik de volgende keer eerder een persbericht sturen met de nieuwsfeiten. Dan kun je daarnaar verwijzen als er een journalist belt. De aanvragen voor interviews blijven overigens binnenkomen. Het Jeugdjournaal wilde een reportage maken met leerlingen; daar heb ik nee tegen gezegd. En Omroep Brabant wilde een discussie filmen met twee ouderparen: één voor en één tegen inenten. Of de school daarin wilde bemiddelen. Ook dat doe ik niet. Ik probeer de ouders juist zo veel mogelijk uit de wind te houden.

Wellicht dat de school binnenkort een brochure van de NPV meegeeft met daarin drie standpunten over inenten. Ds. R. van Kooten schrijft: Als je het niet doet, verzuim je de middelen te gebruiken die God geeft. Ds. B. Labee ziet inenten als een zaak van het geweten en ds. J. A. Westrate vindt het in strijd met de voorzienigheid van God. Voor mij is het belangrijk dat ouders er goed over nadenken; de beslissing is hun eigen verantwoordelijkheid.

Ik heb van de mazelenuitbraak geleerd hoe belangrijk het is dat je in gewoon Nederlands aan anders­denkenden vertelt wat je vindt en gelooft. De voorlichter van de gemeente Alblasserdam, mijn woonplaats, had het interview op Omroep Brabant gezien. Ze gaf me een compliment omdat ik zo open was geweest en zei: Dat ben ik niet gewend van jullie. Soms ervaar ik de druk van het spreken namens de reformatorische achterban. Wat ik publiekelijk zeg over inenten overstijgt het belang van m’n eigen school.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer