„Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden; maar de lastering tegen de Geest zal de mensen niet vergeven worden.”

Omdat die ene lastering nooit vergeven wordt, worden andere zonden ook niet vergeven, want aan die ene zonde zit je vast, en dat staat de vergeving van de andere weer in de weg. Dus als er iemand is die de Mensenzoon weerspreekt, zal het hem ver­geven worden. Maar als er iemand is die de Heilige Geest weerspreekt, zal hem dat niet vergeven worden.

Dat komt niet doordat de Heilige Geest de Zoon overtreft binnen de Drie-eenheid, maar dat komt doordat er mensen zijn die zich tegen de Waarheid –dat is Christus– blijven verzetten en de Waarheid blijven lasteren, zelfs nadat eeuwenlang onder de mensen is verkondigd dat het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewoond. En dat is natuurlijk Christus, de Mensenzoon.

Over de Heilige Geest wordt gezegd: „Ontvang de Heilige Geest.” Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven. Maar als er iemand is die de Heilige Geest niet weerspreekt –dat wil zeggen als hij tot inkeer komt– dan zullen door deze gaven van de Heilige Geest al zijn zonden vergeven worden, ook al heeft hij de Mensenzoon weersproken. Want dan heeft hij de zonde van onboetvaardigheid, die in strijd is met de gave van God en de genade van her­geboorte of verzoening die door de Heilige Geest in de kerk plaatsvindt, niet aan die van halsstarrigheid of welke lastering dan ook toegevoegd.

Aurelius Augustinus, bisschop te Hippo (”Preken over teksten uit het evangelie volgens Mattheüs”, 417)