Reformatieverklaring luthersen en rooms-katholieken staat in lange traditie
HANNOVER. Luthersen en rooms-katholieken kennen een lange traditie van samen debatteren en overleggen. Maar nog nooit verscheen er een document dat zó de eenheid tussen beide kerken benadrukt, als de verklaring ”Van conflict naar gemeenschap”.
Luther was nog maar net uit de kerk gezet, of rooms-katholieken en protestanten probeerden de breuk te helen door de leerverschillen te bespreken. Tijdens het godsdienstgesprek in Regensburg in 1541 werden beide partijen het op een aantal belangrijke punten eens (zoals de rechtvaardigingsleer), maar over andere zwaarwegende onderwerpen –sacramenten en pausambt– konden ze geen overeenstemming bereiken. Zeker na het concilie van Trente (1545-1563) leek de scheiding definitief.
In de tweede helft van de negentiende eeuw kregen rooms-katholieke historici weer wat interesse in de Reformatie. Luther bleek lang niet zo’n ketterse monnik te zijn geweest als vaak gedacht. Rome begon de Duitse reformator steeds meer te zien als een man die de misstanden in de kerk aan de kaak had gesteld.
Rooms-katholieke theologen verdiepten zich ook in Luthers theologie. Dat leidde ertoe dat de Augsburgse Confessie, een lutherse belijdenis uit 1530, voortaan werd gezien als een uitdrukking van het verlangen om de kerk te hervormen en de eenheid te bewaren.
Het is dan nog maar een kleine stap om met de luthersen zelf om tafel te gaan. Beide groepen begonnen in 1980, ter gelegenheid van de 450e verjaardag van de Augsburgse Confessie, een project om te onderzoeken of de leerverschillen verdeeldheid rechtvaardigen. Het belangrijkste wapenfeit van de ”luthers-katholieke commissie” is een gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardigingsleer (1999), die zowel door de Rooms-Katholieke Kerk als door de Lutherse Wereldbond werd ondertekend.
En dan ligt nu de verklaring ”Van conflict naar gemeenschap” op tafel. Die geeft de komende tijd heel wat huiswerk mee: schuld belijden voor de breuk in de Reformatietijd en stappen ondernemen naar zichtbare eenheid.
Mark Noll: Het gebeurt voor onze ogen en oren
SOUTH BEND. De verklaring ”Van conflict naar gemeenschap” is zeker niet het eerste document waarin Rome en Reformatie met elkaar in dialoog gaan. Enkele jaren geleden verscheen hierover een boek met de titel ”Is de Reformatie voorbij?”
In ”Is the Reformation over?” (2007) gaat de Amerikaanse evangelicale kerkhistoricus Mark A. Noll uitvoerig in op de gesprekken die er inmiddels zijn gevoerd tussen vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke Kerk en (acht) uit de Reformatie voortgekomen stromingen: anglicanen, methodisten, ”pentecostals”, reformatorische kerken, lutheranen, ”discipelen van Christus”, evangelicalen en baptisten. Hieruit kwamen diverse verklaringen voort.
Noll, verbonden aan de rooms-katholieke Notre Dame University in South Bend, toont zich optimistisch waar het gaat om de toenadering tussen rooms-katholieken en ”evangelicals” (waartoe hij alle acht stromingen min of meer rekent). „En wellicht zal God nog meer doen? Kijk rond. Luister. Het gebeurt voor onze ogen en oren.”
David F. Wells van het evangelicale Gordon-Conwell Theological Seminary in South Hamilton vraagt zich op de achterflap van het boek echter af waar een en ander vandaan komt. „Is het misschien onder invloed van de (post)moderniteit dat mensen noch protestants, noch rooms-katholiek meer zijn, maar simpelweg religieus? Het is moeilijk te zeggen.”