Economie

Vasthouden aan 3 procentsnorm is Haagse dommigheid

Het is weer zo ver. Net als de afgelopen jaren wil de overheid extra bezuinigen om te voldoen aan de Brusselse regels. Terwijl de bewijzen zich opstapelen dat het feitelijke tekort van de overheid in 2014 absoluut niet het belangrijkste kengetal is voor de gezondheid van de overheidsfinanciën, blijven de meeste politici in Den Haag zich blind staren op die 3 procent. Ik snap dit Haagse misverstand niet. Een aantal argumenten, nogmaals op een rij.

Hans Stegeman
10 June 2013 08:39Gewijzigd op 15 November 2020 04:04Leestijd 4 minuten
Beeld Fotolia
Beeld Fotolia

Ten eerste is het belangrijkste schuldenprobleem van Nederland niet dat van de overheid. Ja, de bruto-overheidsschuld is opgelopen, maar niet dramatisch in historisch en internationaal perspectief. De schuld van huishoudens is een veel groter probleem. Tegenover de hoge brutoschuld staan weliswaar bezittingen, vooral in de vorm van pensioenen en huizen. Maar een hoge brutoschuldpositie maakt huishoudens kwetsbaarder en de bezittingen zijn niet liquide te maken. Daarnaast is de verdeling erg scheef, waardoor steeds meer gezinnen problemen krijgen om hun financiën rond te krijgen. In zo’n balansrecessie willen huishoudens sparen om schulden af te bouwen. Wanneer de overheid tegelijkertijd bezuinigt, leidt dat tot minder koopkracht en hogere werkloosheid. Daardoor wordt het voor huishoudens nog lastiger om schulden af te bouwen.

Ten tweede getuigen de steeds weer bijgestelde ramingen voor economische groei deels van een onderschatting van de effecten van bezuinigingen op die groei. Tegenstanders van dit argument geven aan dat de overheid nog altijd meer geld uitgeeft dan voor 2008. Ofwel dat bezuinigen niets anders is dan het remmen van de uitgavenstijging. Dit klopt deels. In de afgelopen jaren werd de uitgavenstijging deels beperkt door het verhogen van de lasten. Dat de uitgaven desondanks niet verder daalden, komt vooral door de forse stijging van de zorguitgaven die onvoldoende wordt afgeremd. Een kwestie van prioriteren, maar het heeft wel geleid tot bezuinigingen op andere terreinen. Feit blijft dat door telkenmale te mikken op een kortetermijnsaldo­doelstelling, de nadruk komt te liggen op paniekbezuinigingen en lastenverzwaringen met schade voor de economie. Nieuwe bezuinigingen zijn dan weer nodig.

Ten derde gaat het bij overheidsfinanciën niet om de vraag of er volgend jaar een tekort is. Dat is alleen zo wanneer ons land geen toegang zou hebben tot de kapitaalmarkt en dus het tekort niet kan financieren. Het omgekeerde is eerder het geval. De rente op Nederlandse staatsobligaties is ongekend laag. Voor Nederland gaat het over de houdbaarheid van de overheidsschuld. Bij een houdbaarheidsoverschot zijn de toekomstige overheidsinkomsten ruim voldoende om de toekomstige overheidsuitgaven inclusief de rente op de bestaande schuld te betalen. De toekomstige generaties kunnen van een vergelijkbaar voorzieningenniveau profiteren als de huidige, zonder de belastingen te hoeven verhogen, terwijl de staatsschuldquote daalt. Nederland heeft op dit moment zelfs een houdbaarheidsoverschot.

Ten vierde blijkt dat de hoogte van de overheidsschuld de groei ook bij een tekort de komende jaren nog niet bedreigt. Het CPB beargumenteert dat er wel een verband is tussen groei en schuld en dat de groei pas terugloopt bij een schuld van ergens tussen de 80 en de 100 procent bbp. Maar, voegt het eraan toe, in landen met een goede reputatie op het gebied van begrotingsdiscipline, grote pensioenfondsen en een omvangrijk positief saldo op de lopende rekening zou die relatie zich pas bij een hoger schuldniveau voordoen. Bij de huidige vooruitzichten voor de langere termijn is er geen enkele reden om aan te nemen dat de overheidsschuld voor Nederland een belangrijk probleem wordt.

Ik snap niet dat politici doorgaan op deze heilloze weg. Ik vind dat Haagse dommigheid. Het laaghangende fruit is inmiddels geplukt, meer uitgavenbezuinigingen vragen scherpe en doordachte keuzes. Dus tijd. Mijn idee is simpel. Staar je niet blind op het terugdringen van het tekort tot onder de 3 procent volgend jaar, maar zet juist in op het versneld doorvoeren van structurele hervormingen, zoals de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Dat is verstandiger macro-economisch beleid, waar we ook veel langer mee vooruit kunnen.

De auteur is hoofd nationaal onderzoek bij Rabobank Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer