Wisseling van de wacht bij Vereniging van Christenhistorici
De Vereniging van Christenhistorici (VCH) heeft sinds vrijdag een nieuwe voorzitter. Dr. Beatrice de Graaf droeg vrijdagmorgen, tijdens de jaarvergadering, het stokje over aan dr. Arjan Nobel. De VCH biedt sinds 1989 een tehuis aan historici die willen nadenken over de geschiedenis vanuit een christelijk perspectief. Leden zijn historici, docenten en geïnteresseerde liefhebbers van geschiedenis. Het tijdschrift van de vereniging, Transparant, verschijnt vier keer per jaar. Het bevat artikelen, interviews, recensies, columns en aankondigingen van tentoonstellingen. Het blad werd recent in een fris jasje gestoken.

De Graaf: Soms spitsroeden lopen
Beatrice de Graaf treedt vrijdag af als voorzitter van de Vereniging van Christenhistorici (VCH). Niet omdat ze er geen plezier meer in heeft. Maar de vereniging heeft volgens haar wel nieuw elan nodig. En „een nieuwe voorzitter met een eigen netwerk, die nog wel achttien ideeën heeft voor symposia en voor het verenigingsblad Transparant.”
De Graaf (37) heeft ervan genoten om christelijke historici een plek te geven waar ze elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen. In het begin van haar voorzitterschap, in 2004, was dat minder vanzelfsprekend dan nu. „Er was een stevige discussie binnen de VCH gaande over het aanwijzen van Gods hand in de geschiedenis. Als wetenschapper vond en vind ik het erg lastig om aan die duiding in het onderzoek gestalte te geven. Samen met dr. George Harinck en dr. Roel Kuiper heb ik toen nagedacht over hoe we deze discussie binnen de vereniging een plek konden geven.”
De Graaf richtte zich op drie doelgroepen. Naast de mensen die geschiedschrijving beschouwen als een zoektocht naar Gods daden in de geschiedenis onderscheidde ze onderzoekers van de ‘eigen’ geschiedenis en de zuil. Een derde groep zijn de christenhistorici die onderzoek doen naar de waarde van kerk en religie in de samenleving. „Ik reken mezelf tot de derde groep. In een tekst over de val van de Berlijnse Muur citeer ik graag een predikant die deze gebeurtenis beschouwt als een Godswonder. Ik hoef niet aan te tonen dat God dat heeft gewerkt. Maar in de selectie van mijn materiaal ben ik wel een christenhistoricus. Ik wijs aan dat er mensen zijn die de geschiedenis zo beschouwen.”
De laatste jaren merkte De Graaf dat het lastiger werd om leden betrokken te houden bij de vereniging. „We moesten veel nadenken over het nut van onze vereniging. De behoefte aan onderling contact blijft wel bestaan. Maar het betalen van contributie en trouw lezer zijn van ons tijdschrift Transparant, dat willen veel jongeren met belangstelling voor geschiedenis niet meer.”
Het was voor de vereniging reden om over te stappen van uitgeverij Boekencentrum naar de Erdee Media Groep. „Boekencentrum is een goede uitgever, maar bij EMG is meer ervaring met marketing. We willen graag dat Transparant meer lezers krijgt. Sinds we bij EMG uitgeven zijn er enkel tientallen nieuwe lezers bij gekomen. Dat is veel voor een vereniging met 400 leden. Het zou mooi zijn als het een logische stap wordt om als je geschiedenis gaat studeren of de lerarenopleiding gaat doen, lid te worden van Transparant. Of als ouders hun kinderen een abonnement cadeau doen. Transparant is een toegankelijk tijdschrift waar geen ellenlange wetenschappelijke artikelen in staan.”
Soms ervoer De Graaf het voorzitterschap als spitsroeden lopen. „Er zijn broeders en zusters die afstand houden van de VCH. Ze noemen het een verzuilde vereniging en blijven aan de zijlijn staan. Anderzijds krijg je kritiek vanuit de behoudende hoek. Van Deursen, erelid van onze vereniging, noemde de jonge historici van de VCH postmodern. Dat soort kritiek komt hard aan. Tegelijk is het een goed teken als je van beide kanten commentaar krijgt, want dan bewandel je de gulden middenweg.”
De VCH is volgens De Graaf, inmiddels hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Leiden, een baken voor christelijke geschiedschrijvers. „Daar ligt het bestaansrecht van onze vereniging in. De afhankelijkheid van Christus staat voorop. Daarom wil ik de nieuwe voorzitter Arjan Nobel ook vragen om te blijven bidden voor onze vereniging. Er is geloof nodig om als vereniging en als individuele leden te kunnen getuigen in de samenleving en in het geschiedenisonderwijs.”
Nobel: Netwerkfunctie VCH uitbouwen
Arjan Nobel wordt de nieuwe voorzitter van de Vereniging van Christenhistorici (VCH). Zijn ster rijst binnen de vereniging. Al vanaf zijn studententijd is Nobel (34) lid. Sinds 2009 maakt hij deel uit van de redactie van Transparant, en sinds vorig jaar zit hij in het bestuur. Vrijdag neemt hij de voorzittershamer over van Beatrice de Graaf.
Nobel is lovend over het werk van zijn voorganger. „Haar opzet was om de vereniging een netwerk te laten zijn voor christenhistorici. Toen ze aantrad maakte Beatrice een onderscheid in drie bloedgroepen: leden die vaak aan de basis van de VCH hadden gestaan en zich bezighielden met de relatie tussen christelijk geloof en geschiedschrijving, onderzoekers van de eigen (zuil)geschiedenis en christenhistorici die zoeken naar de waarde van religie in de samenleving. Ze is er heel goed in geslaagd om deze drie groepen met elkaar te verbinden.”
Nobel herkent zichzelf vooral in de derde groep: christenhistorici die zoeken naar de waarde van religie in de samenleving. In zijn werk als onderzoeker en docent aan de Universiteit van Amsterdam baart het hem zorgen dat studenten zo weinig oog voor godsdienstige achtergronden hebben. „Ik merk dat mijn studenten –ik noem ze weleens de toekomstige Kamerleden voor D66 en VVD–, zo goed als niets weten over religie. In mijn colleges wil ik, behalve heel veel andere dingen, duidelijk maken dat religie een factor van belang is. Het draait bij geschiedenis echt niet alleen om politieke, economische of sociale motieven.”
De nieuwe voorzitter wil de komende tijd proberen om de christelijke academici weer meer bij de vereniging te betrekken. „Zij zitten midden in de historische debatten en kunnen vanuit deze achtergrond hun kennis bijvoorbeeld weer doorgeven aan docenten in het christelijk voortgezet onderwijs.”
Tegelijk wil Nobel graag de netwerkfunctie van de vereniging behouden en uitbouwen. „We moeten als vereniging meer participeren in discussies die spelen in de achterban. Zo doet de Vrije Universiteit in Amsterdam nu onderzoek naar de biblebelt. In ons tijdschrift Transparant kunnen historici daarover schrijven en contact met elkaar zoeken.”
Vandaag houdt de VCH een symposium over de bekende historicus A. Th. van Deursen. Nobel voelt verwantschap met hem. „Geschiedenis gaat over mensen. Die benadering spreekt mij aan.” Op het symposium zullen verschillende historici Van Deursens werkwijze kritisch beschouwen. „Tot nu toe is vooral de loftrompet gestoken over zijn werk. Op het symposium willen we ook ruimte geven aan een kritische noot.”
Nobel belooft dat de VCH ook in de toekomst weer interessante symposia gaat organiseren. Er zijn aanknopingspunten genoeg. „In september komt er een themanummer van Transparant over de Eerste Wereldoorlog. Volgend jaar bestaat de vereniging 25 jaar en dat is natuurlijk ook waard om gevierd te worden. We bezinnen ons er nog op hoe we dat precies gaan doen.”