Opinie

Tim Keller staat zeker niet dichter bij Dordt dan Arminius

De bekende Amerikaanse voorganger Tim Keller is een orthodox christen in de brede zin van het woord maar zeker geen calvinist, stelt dr. P. de Vries. Keller een calvinist noemen, maakt de aanduiding calvinist betekenisloos.

Dr. P. de Vries
23 May 2013 07:51Gewijzigd op 28 February 2023 14:11
Keller. Beeld Niek Stam
Keller. Beeld Niek Stam

Onlangs verschenen er in het RD enkele lezenswaardige artikelen over het nieuwe calvinisme in de VS (RD 11-5 en RD 15-5). Ook Tim Keller wordt genoemd als vertegenwoordiger van deze stroming. Ik meen ten onrechte. Weliswaar behoort hij tot de Presbyterian Church of America (PCA), maar dat zegt niet alles. De PCA kent als grondslag de Geloofsbelijdenis van Westminster. Ondertekening van de belijdenis betekent in deze kerk echter niet onvoorwaardelijke instemming.

Keller spreekt veel minder duidelijk over de betekenis van het kruis dan dat de gereformeerde belijdenis dat in het voetspoor van de grote middeleeuwse theoloog Anselmus doet. De Amerikaanse voorganger stelt dat het kruis van Christus laat zien hoeveel God voor de vergeving van de zonden van de mens overhad en dat het de bron is van een veranderde gezindheid bij christenen.

Het eerste laat zien dat Keller de zogenaamde gouvernementele verzoeningsleer aanhangt. Daarin komt niet duidelijk naar voren dat het kruis de toorn van God over de zonde wegneemt. Keller neigt trouwens tot de gedachte dat de Vader Zelf heeft gedeeld in het lijden (”In alle redelijkheid”, 203). Dat verklaart dat de notie van Gods toorn over de zonde bij hem nauwelijks naar voren komt.

De wijze waarop Keller over de reikwijdte van de kruisdood van Christus spreekt, spoort niet met hoofdstuk II van de Dordtse Leerregels. Heel nadrukkelijk gaat Keller (”In alle redelijkheid”, 229) uit van het feit dat Christus voor iedereen is gestorven. Dat de dood van Christus de zaligheid van de uitverkorenen zeker stelt, wordt door hem niet genoemd. In Angelsaksische termen betekent dit dat hij zeker geen vijfpunts­calvinist maar hooguit een vierpuntscalvinist is. Dat wil zeggen een calvinist die een voorbehoud maakt ten opzichte van datgene wat in hoofdstuk II van de Dordtse Leerregels is verwoord.

Wie ”In alle redelijkheid” bestudeert zal ook andere wezenlijke aspecten van de calvinistische genadeleer daarin niet terugvinden. Keller verwijst als het gaat om bekering tot God keer op keer naar Lewis. Als het gaat om de vernieuwing van het hart en de wil nam Lewis als anglo-katholiek de visie van Augustinus op zonde en genade niet zonder meer over. Dat geldt ook voor de presbyteriaan Keller. Nergens komt naar voren dat God het hart opent en geloof schenkt. Zijn wijze van verwoording van de bekering gaat uit van de vrije wil van de mens. Jij moet bereid zijn Gods genade te aanvaarden. Wij moeten God tot middelpunt van ons leven maken. Het zogenaamde zondaarsgebed waarin men Jezus vertelt dat je Hem toelaat in je leven, vinden we ook bij Keller. Dit gebed is typisch arminiaans. Keller lijkt ook de mogelijkheid open te houden dat een ware christen afvalt van het geloof.

Daarom: die zaken die kernmerkend zijn voor calvinistische genadeleer zoals verwoord in de Dordtse Leerregels, vinden we niet bij Keller terug. Hij is een orthodox christen in de brede zin van het woord, maar zeker geen calvinist. Hij waardeert Jonathan Edwards om zijn nadruk op vreugde in het geloof, maar van aansluiting bij diens visie op de soevereiniteit van God in de vernieuwing van de mens geeft hij nergens blijk.

Keller staat zeker niet dichter bij Dordt dan Arminius. Hem een calvinist noemen, maakt de aanduiding calvinist betekenisloos. De geschriften van Keller laten op hun manier zien dat de Dordtse Leerregels uiterst actueel zijn. Wie zijn geloof daarin verwoord vindt, mist bij Keller wezenlijke noties.

De grote waardering voor Keller, ook onder hen die zich ”reformatorisch” noemen, laat zien dat de aanduiding ”reformatorisch”, die eerst was bedoeld als een nadere aanduiding –en naar mijn overtuiging een versmalling– van gereformeerd, nu steeds meer een groepsaanduiding wordt die ook personen omvat die in de gereformeerde belijdenis niet de diepste verwoording van de Bijbelse boodschap herkennen.

Mijn bede is dat er een wereldwijde herleving van de gereformeerde geloofsleer en godzaligheid mag komen. Dan zijn er wel betere gidsen dan Keller nodig. Die zijn er ook. Zeker is dat zowel de Schrift als de kerkgeschiedenis ons laten zien dat wij grote dingen van God mogen verwachten als het gaat om de bescherming en vermeerdering van Zijn kerk.

De auteur is docent Bijbelse theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarie.

Meer over
Tim Keller

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer