Senaat vindt wurgcontracten rond koopzondag erg maar ingrijpen erger
DEN HAAG. „Schande”, spreekt de Senaat van wurgcontracten met boetes voor winkeliers die zondags niet open willen vanwege hun geloof. Ingrijpen in de private contractvrijheid blijkt echter een brug te ver.
Terwijl minister Kamp (Economische Zaken) nog antwoord geeft op de zorgen die er leven rond het wetsvoorstel dat gemeenten de vrije hand geeft rond koopzondagen, twittert initiatiefnemer Verhoeven (D66) pal naast hem al over het songfestival dat op het punt van beginnen staat: „Met de kennis van nu hadden we natuurlijk het #koningslied ingezonden. Maar met Birds van Anouk heeft Nederland een topnummer.”
Het tekent de relatieve zorgeloosheid waarmee Verhoeven dinsdagavond de geschetste gevolgen tegemoettreedt van de initiatiefwet –die hij indiende met GroenLinks– voor kleine winkeliers en winkelpersoneel. „U heeft toch wel vertrouwen in de lokale democratie, of niet?” luidt de verdediging van Verhoeven, die stelt er niet aan te twijfelen dat gemeenten bij koopzondagbesluiten nauwkeurig alle belangen zullen wegen.
Dat Verhoeven er ‘losjes’ inzit, is begrijpelijk. Bij zijn opening geeft hij het zelf al aan: bij dit slotdebat over de koopzondag was steun van een meerderheid vooraf al zeker. Dat behalve D66, GL, VVD, PvdA, PvdD en de PVV óók nog eens het CDA de oversteek lijkt te maken richting de voorstanders van een vrije koopzondag, is leuke bijvangst. „Ik complimenteer u met uw open blik”, zegt Verhoeven tegen CDA-senator Terpstra.
Uit zijn vriendelijke rol valt Verhoeven alleen even wanneer SP-senator Reuten hem, blijkbaar tot vervelens toe, aanwrijft dat diens stelling dat lokale autonomie de drijfveer is van D66 en niet méér koopzondagen, niet staande kan blijven. Ten opzichte van de huidige wet biedt het voorstel gemeenten volgens Reuten slechts de ruimte om de winkeltijden verder te verruimen, –„zelfs tot 7 keer 24 uur”–, niet ze te beperken. „Uw wens is dus niet maximale autonomie, maar maximale opening.”
Opvallend is dat tijdens het debat de voorstanders van de vrije koopzondag zich net zo veel zorgen zeggen te maken over ‘wurgcontracten’, waarin winkeliers worden gedwongen zondags hun deuren te openen, als de tegenstanders. In tegenstelling tot SGP, CDA, CU en SP lijken zij het middel –wetgeving om de contractuele positie van deze winkeliers te versterken– echter erger te vinden dan de kwaal, een betoog van SGP-senator Holdijk ten spijt dat contractvrijheid nooit absoluut hoeft te zijn wanneer de belangen van „relatief zwakke partijen” op het spel staan. Volgens Kamp, en een Kamermeerderheid, moeten deze winkeliers gewoon geen contracten tekenen die zondagsopening verplicht stellen. En mocht hier of daar tijdens het spel een regel worden gewijzigd, dan moet de rechter zich er maar over buigen.
Daarmee ontstaat de ietwat merkwaardige situatie dat waar de Arbeidstijdenwet werknemers behoedt voor zondagswerk, zelfs in contracten die zij willens en wetens hebben getekend, winkeliers op dat punt vogelvrij lijken.
Al lijkt Kamp, ten diepste, aan die ‘ongelijkheid’ een einde te willen maken. Maar dan, zoals hij een van de senatoren in de wandelgangen toevoegt, door op termijn óók die zondagsbescherming te schrappen.