Kerk & religie

Toch rijk

27 October 2003 08:36Gewijzigd op 14 November 2020 00:40

Zalig zijn ook de armen in hun ootmoedige buiging voor en liefelijke erkenning van Gods hoogheid en goedheid. Tevens erkennen zij dat zij alle goed verbeurd en alle kwaad hebben verdiend. Maar de Heere verdrukt hen alleen uit getrouwheid.In dat buigen voor God komen zij onder de doornen en vinden daar hun zaligste tijden. Daar zullen die armen, versterkt door genade, ook roemen in de verdrukking. Geeft de Heere daarna uitredding, dan is dat voor hen wonderlijk tot verruiming. Dan verkwikt hun natuur zich in de gave en hun vernieuwd grondbeginsel zich in de Gever. Dus zijn zij dubbel blij en zullen ze in verwondering over die vrije genade met Hagar moeten zeggen: Heb ik ook gezien op Hem Die mij aanziet? Zij hadden het er immers niet naar gemaakt.

Het is hun een wonder dat de aarde niet onder hun voeten wegzakt en dat de hemellichamen hen nog bestralen, ja, dat God hun nog het nodige voor het leven schenkt. Het is hun nog veel groter dat het weinige met rust genoten aangenamer is dan de rijkdom van de goddeloze.

Zo erkende vader Jacob zich, onder het gezicht van zijn onwaardigheid, geringer dan al de weldadigheid en al de trouw die God hem bewees. Paulus, die grote man, had soms honger, dorst en gebrek. Als hij dan te eten kreeg, beschouwde hij dat als goddelijke genade en trouw.

G. ter Borgh, lidmaat in Groningen (De armen van geest, ±1700)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer