Jaarlijks wordt de lijst, na een strenge selectieprocedure, aangevuld. Kandidaat dit jaar is onder meer de Japanse berg Fuji. Hij ligt 112 kilometer ten zuidwesten van de Japanse hoofdstad Tokio en is van daaruit –bij helder weer en als de lucht niet al te zeer is verontreinigd– zichtbaar.

De Fuji is een 3776 meter hoge vulkaan, die sinds 1709 een slapend bestaan leidt. De top van de krater is te voet bereikbaar, maar de berg mag vanwege de weersomstandigheden alleen in juli en augustus worden beklommen. De vulkaan wordt in het overwegend boeddhistische Japan als heilig beschouwd en speelt een belangrijke rol in de cultuur. Veel Japanners maken daarom een bedevaartstocht naar de top. Een groot deel van de bergbeklimmers plant de tocht zo dat men op tijd de top bereikt om de zon te zien opkomen. Niet voor niets is Japan het land van de rijzende zon. Jaarlijks bezoeken ongeveer 300.000 mensen de berg.

De Fuji zou de dertiende werelderfgoedlocatie van Japan worden. De Werelderfgoedlijst telt in totaal bijna duizend beschermwaardige objecten. In juni besluit het Unesco-comité in Cambodja over de erfgoedstatus van de berg. Als het comité groen licht geeft, behoort de berg pas echt tot de wereldtop.