Volgens het onderzoek van Barna hebben drie van de vier evangelische christenen (79 procent) vorig jaar geld gegeven aan goede doelen of aan de kerk. Slechts 1 procent van de evangelicalen heeft in het afgelopen jaar totaal geen geld gegeven aan goede doelen. Dat is lager dan het Amerikaanse gemiddelde van 13 procent en voor niet-christelijke religies (27 procent).

Barna ontdekte ook een verschil tussen evangelische christenen en niet-evangelische ‘born-again’ christenen. De laatste groep geeft minder. Van de ‘born-again’ christenen heeft iets meer dan de helft in 2012 giften overgemaakt aan goede doelen. Het aantal van deze groep dat geen gift heeft overgemaakt, is gelijk aan het landelijke gemiddelde in de Verenigde Staten.

Volgens Barna is dat verschil mogelijk te danken aan de strenge criteria die het instituut opstelde om zich als respondent evangelisch te mogen noemen. De instelling hanteerde als voorwaarden dat zowel evangelicalen als ‘born-again’ christenen geloven dat Jezus hen van hun zonden heeft verlost, dat ze naar de hemel gaan en dat ze hun leven op aarde wijden aan Christus. Evangicalen geloven volgens het onderzoek ook dat redding alleen uit genade kan plaatsvinden en niet uit goede werken, dat Jezus op aarde zonder zonde was, dat de Bijbel waar is, dat God de wereld regeert en dat de duivel bestaat. Tevens hebben ze een drijfveer om het Evangelie aan anderen bekend te maken.

Barna enquêteerde voor het onderzoek 1005 Amerikaanse volwassenen in januari.