Bussemaker wilde de behandeling van de wet over de zomer heen tillen, omdat ze dan alle benodigde onderzoeken en aanpassingen klaar heeft. Duisenberg vindt dat niet nodig. Volgens hem kan de wet gewoon worden besproken, als het onderdeel over het risicogericht toezicht door de inspectie niet wordt meegenomen. De minister stelde eerder al voor om dat deel van de wet maar even in de wacht te zetten.

Duisenberg vindt dat er te veel goede elementen in de wet zitten om deze pas na de zomer te bespreken. Uitstel brengt volgens hem risico’s mee voor de kwaliteit van diploma’s. In de wet wordt onder meer de onafhankelijkheid van de examencommissie vastgelegd. Verder geeft de wet de minister de mogelijkheid om in te grijpen bij misstanden op hogescholen en universiteiten.

„Na de gebeurtenissen bij InHolland stonden alle partijen rijendik opgesteld om hun verontwaardiging uit te spreken. Iedere dag dat deze wet op de plank blijft liggen is er wat mij betreft één teveel. Er is nu duidelijkheid, deze wet komt er nog voor de zomer en de kans op misstanden in het onderwijs wordt een stuk kleiner”, zei Duisenberg nadat zijn motie was aangenomen.

Eerder op de dag gaf Bussemaker aan niet gecharmeerd te zijn van het plan. Volgens haar wordt het een rommeltje als ze zoveel haast moet maken. Ze vreest na de zomer met een wetswijziging te moeten komen als het traject niet zorgvuldig verloopt. Of zelfs met een hele nieuwe wet, omdat ze haar recente plannen om naar de rechter te stappen als onderwijsbestuurders er een bende van maken, nog in het wetsvoorstel moet verwerken.

Bovendien is het volgens Bussemaker simpelweg niet haalbaar om het debat voor de zomer te voeren, omdat het wetsvoorstel nog langs de Raad van State moet voor advies.