Dat blijkt uit de pensioenmonitor 2003 van de Pensioen– en Verzekeringskamer (PVK), de toezichthouder in de sector. „De trend is duidelijk. De middelloonregelingen nemen toe," aldus een PVK–woordvoerder donderdag. De ontwikkeling komt nog sterker naar voren in de tabellen van de afgelopen vijf jaar.

Vorig jaar bouwden 2,12 miljoen werknemers aan een middelloonpensioen, wat bijna een verdubbeling betekent ten opzichte van 1998. Toen spaarden 1,15 miljoen werknemers voor een middelloonpensioen. Tegelijkertijd is het aantal werknemers dat een eindloonpensioen opbouwt, gezakt van 3,14 miljoen naar 3,01 miljoen.

De PVK voorziet op korte termijn een forse verschuiving in deze cijfers omdat de twee grootste pensioenfondsen van Nederland, ABP (overheid en onderwijs) en PGGM (zorg en welzijn), willen overstappen naar de middelloonregeling. Bij deze fondsen bouwen twee miljoen werknemers hun pensioen op.

Bij een eindloonstelsel bouwt een werknemer tijdens zijn loopbaan aan een pensioen dat is gebaseerd op zijn laatste salaris. Een dergelijke regeling is doorgaans duurder dan de middelloonregeling. Hierbij ontvangt een gepensioneerde een uitkering op basis van zijn gemiddelde loon.