De Heidelbergse Catechismus is echt gereformeerd en tegelijk irenisch
In Nederland en Duitsland wordt dit jaar uitgebreid stilgestaan bij de 450e verjaardag van de Heidelbergse Catechismus. Er worden bijeenkomsten georganiseerd en allerlei nieuwe publicaties zien het licht. Zoals het ”Handboek Heidelbergse Catechismus”.
Ook al is het een van de vele recente uitgaven over de catechismus, toch zullen weinigen van een overbodige uitgave spreken. Daarvoor zijn de onderwerpen te afwisselend, de gezichtspunten te boeiend en is de actualiteit te groot. Niet minder dan 36 auteurs –van wie de meesten uit de Verenigde Staten, Duitsland of Nederland– behandelen in hun bijdragen een breed scala aan onderwerpen. Hun deskundigheid maakt dat er veel geboden wordt.
Het handboek bestaat uit drie delen. In het eerste komen historische vragen aan de orde. Zo wordt e ronder andere uitvoerig aandacht besteed aan catechismi voor en in de tijd van de Reformatie, aan de (kerkelijke) situatie in de Palts en in Heidelberg tijdens het ontstaan van de catechismus, aan het auteurschap –waarover altijd wel vragen zullen blijven bestaan– en aan de uitleg en ontvangst van de catechismus.
Het tweede deel gaat in op de theologische gezichtspunten. Kunnen we spreken van het eigene van de catechismus? Wat valt er bijvoorbeeld te zeggen over de leer van God, van de mens, van de wet, de sacramenten? Zelfs is er, boeiend genoeg, een hoofdstuk over thema’s waarover de Heidelberger zwijgt.
In het derde deel komt vooral de praktijk naar voren. Denk onder andere aan de didactiek en het praktische gebruik, aan de catechismusprediking en de relevantie voor kerk en theologie.
Auteurschap
Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer: de prediking van de Heidelbergse Catechismus in Duitsland, de Nederlanden en andere landen en werelddelen (door onder anderen prof. Van der Pol, prof. Op ’t Hof, prof. Beeke); de catechismus in de Nederlandse literatuur (door dr. J. de Gier), theologische bronnen van de catechismus, zijn Schriftgebruik en didactiek (prof. Verboom). Wie hiervan en van veel andere onderwerpen kennis wil nemen, kan in dit handboek goed terecht.
Boeiend is het om te lezen hoe er in de loop der tijden commentaar is gegeven op en gepreekt is over de catechismus. Een apart hoofdstuk is gewijd aan de kritiek die in de loop der tijden op is geuit. Ook al kunnen niet alle vragen over het auteurschap worden beantwoord, wel wordt aangetoond dat in de catechismus „de geestelijke, theologische en pastorale oogst van de gehele Reformatietijd is samengebundeld.” In ieder geval heeft Ursinus bij de totstandkoming een heel belangrijke rol gespeeld. Prof. Van ’t Spijker maakt duidelijk dat diens theologie als achtergrond gezien mag worden en trekt verrassende lijnen naar Ursinus’ leven.
Omstreden is al sinds lange tijd de overeenkomst van de catechismus met (de gedachtegang van) Anselmus op het punt van de verzoeningsleer. Prof. Beck toont op heldere wijze aan dat er inderdaad sprake is van parallellen, maar dat dit niet problematisch of on-Bijbels is. Hij poneert dat de verzoeningsleer van de Heidelberger „aanzienlijk katholiek genoemd kan worden.” Het is mooi dat er in het handboek in het algemeen een verlangen te bespeuren is om de catechismus in de praktijk te gebruiken als een middel tot opbouw van kerk en geestelijk leven.
Standpunten
Wanneer tientallen deskundigen hun gevarieerde bijdragen leveren, geeft dat een zekere kracht aan een boek. Toch komt hierin ook een zwakte aan het licht. De ingenomen standpunten verschillen op sommige punten behoorlijk. De redacteuren erkennen dit ook grif. Verschil in waardering voor de catechismus is tastbaar. Zo lijkt de studentenpredikant van Heidelberg wel wat erg bang voor „geloofswaarheden die op autoritaire wijze worden gepresenteerd” en voor polemiek in de richting van Rome en de dopers. Begeven we ons met ons kerkelijk belijden slechts „binnen de beperkte grenzen van het menselijk inzicht”?
Ik noem nog enkele punten waar vragen bijgesteld en bedenkingen tegen ingebracht kunnen worden. Prof. Plasger kan me niet overtuigen wanneer hij poneert dat „de HC geen woordelijke inspiratie van de Bijbel leert en ook geen eenvoudige identiteit van Woord van God en Heilige Schrift.” Hier wordt nogal wat toegeschreven aan de woorden en intenties van de opstellers.
In verschillende bijdragen in het derde, meer praktische deel van het boek, komt de vraag naar de betekenis van de Heidelberger in onze tijd naar voren. Wat inhoud en toon van de antwoorden betreft gaan de wegen nogal uiteen. Enkele auteurs benadrukken zo sterk de verschillen tussen de 16e en onze eeuw dat er wel erg vrijmoedig en vlot gesproken wordt over allerlei manco’s en tekorten in de catechismus. Ook wordt het culturele klimaat van de catechismus, zo heel anders dan het onze, genoemd als een belemmering voor een goed gebruik van de Heidelberger als lesboek. Dat is wel erg veel eer voor de cultuur.
Uiteraard speelt bij dit alles een rol hoe men de catechismus beziet. Horen we hier een van de vele stemmen uit het verleden? Zien we misschien een indrukwekkend monument? Of hebben we van doen met het belijdend (en gezaghebbend) spreken van de kerk? En welk gewicht heeft dan voor ons de belijdenis precies?
Fris en veelzeggend
Veel komt er aan de orde. Ieder zal gedeelten vinden die boeien. Zo kunnen zij die staan voor de taak om de catechismus in de prediking te behandelen, terecht in de mooie bijdrage van prof. Baars. „Toch biedt de HC aanknopingspunten om mondige hoorders ervan te overtuigen hoe heilzaam en richtinggevend de gezonde leer is in een tijd van individualisering, fragmentarisering en verwarring.” Het laatste hoofdstuk, over de relevantie van de catechismus, zal ieder tot nadenken stemmen.
De vraag die bij het lezen herhaaldelijk de kop op steekt, is: Hoe kan een catechismus uit 1563 zo fris en veelzeggend blijven? In dankbaarheid mag gewezen worden op de gevende hand van de Heere. Dat allereerst. Het persoonlijke en directe spreken zal een rol spelen, Bijbels en bevindelijk in de goede zin van het woord. Ook is er dit: in een volhardend pogen om bruggen te slaan tussen de stromingen van de Reformatie heeft men diep in de Schriften gegraven en woorden gewogen in een ontroerend en hartelijk belijden.
Kan het mooier: de Heidelbergse Catechismus is echt gereformeerd en tegelijk irenisch. Zouden we vandaag in onze kerkelijke familie, die wortelt in de Reformatie, daarvan kunnen leren?
Boekgegevens
”Handboek Heidelbergse Catechismus”, Arnold Huijgen, John V. Fesko, Aleida Siller (red.); uitg. Kok, Utrecht, 2013; ISBN 978 90 435 1974 8; 447 blz.; € 49,50.