Seksverslaving: Van nieuwssite naar sekssite
Betrouwbare cijfers zijn er nauwelijks over. Maar dat seksverslaving een groot probleem is, ook onder christenen, is zeker. „Wát we weten, vormt het topje van de ijsberg. Het is hoog tijd dat we gaan beseffen hoe groot dit probleem is. Ook onder reformatorische christenen.”
Wie googelt op ”seksverslaving”, krijgt meer dan 13.000 vermeldingen. Dat was tien jaar geleden ondenkbaar. Het begrip bestond weliswaar, maar werd in wetenschap en hulpverlening amper serieus genomen.
De vele treffers op Google leiden naar tal van websites van verslavingsklinieken en artikelen van artsen, hulpverleners, en organisaties. De omschrijvingen van seksverslaving variëren van „schadelijk voor de hersenen” tot „verwoestend voor de geest” en „serieuze bedreiging voor de volksgezondheid.”
De term seksverslaving staat anno 2010 voor een probleem waar vele duizenden mannen en –beduidend minder– vrouwen mee worstelen. Hoeveel precies, is niet duidelijk. Vijftig procent van de christelijke mannen, stelt de Amerikaanse predikant Perkins; 37 procent van de christenen, volgens een Zuid-Afrikaans onderzoek. Rutgers Nisso Groep, een kennisinstituut op het gebied van seksualiteit, hield in 2006 een groot onderzoek naar de seksuele gezondheid van Nederlanders. In dat onderzoek kwam naar voren dat bijna 7 procent van de ondervraagden (5,4 procent van de mannen en 1,5 procent van de vrouwen) „overmatig seksueel verlangen” heeft. Het is hun wetenschappelijke term voor het breed gebruikte begrip seksverslaving.
CHAP, onderdeel van de Stichting Tot Heil des Volks, verleent hulp aan seksverslaafde mannen en hield een onderzoek onder prostitueebezoekers. Manager Lana Kooijman-van Es (27): „Van de ondervraagden zei 20 procent christen te zijn. Stel dat de definitie van christen nogal ruim genomen is, en dat maar 10 procent praktiserend christen is. Dat percentage heeft te kampen met prostitueebezoek als een van de meest excessieve vormen van seksverslaving. Maar hoeveel christelijke mannen zullen verslaafd zijn aan het online kijken naar porno, terwijl niemand, ook hun partner niet, ervan weet?”
De verschillende cijfers over de omvang van het probleem hebben onder andere te maken met de verschillen in opvatting over wat wel en wat niet onder seksverslaving valt, legt Kooijman uit. „De verslaafde kan niet zonder de seksuele prikkels en heeft z’n gedrag niet meer onder controle. Hij doet dingen die hij eigenlijk niet wil en onaanvaardbaar vindt. Maar wat is onaanvaardbaar en wat niet? Er zijn mensen die af en toe porno kijken geen enkel punt vinden, of dat zelfs stimuleren. Zolang je ook maar zonder kunt. Die het prima vinden als iemand er wisselende seksuele contacten op na houdt. Als hij er maar open over is. Als je de Bijbelse principes als uitgangspunt neemt, liggen de zaken anders.”
Dat het lastig is om het probleem in cijfers te vatten, heeft ook te maken met het verborgen karakter ervan, denkt Kooijman. „Het is typisch een verslaving van de eenzaamheid, van de anonimiteit, van een dubbelleven. Uit angst ontdekt te worden, houdt de verslaafde het zo lang mogelijk geheim.”
Hoezeer de schattingen over de omvang van het probleem ook uiteenlopen, dat het gaat om veel mannen lijdt geen twijfel, stelt Kooijman. „Laat het een op de vier mannen zijn. Of een op de vijf, of zes. Het zijn er in ieder geval veel meer dan werd aangenomen.”
Dat merkten Kooijman en haar medewerkers nadat ze dit jaar de website www.benikseksverslaafd.nl begonnen. Bezoekers kunnen op de website anoniem een profiel aanmaken, testen of en in hoeverre ze verslaafd zijn, hun verslavingsgedrag in kaart brengen en op een laagdrempelige manier hulp zoeken bij de medewerkers van CHAP. Kooijman: „Het verraste ons dat honderden jongens en mannen zich inschreven. Een overduidelijk signaal dat velen worstelen met seksverslaving.”
Internet is een belangrijke oorzaak van het hoge aantal seksverslaafde mannen, denkt Kooijman. „Internet heeft pornografie goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar gemaakt. In één muisklik heb je allerlei beelden onder handbereik. En een filter helpt ook niet meer, want op je mobieltje heb je tegenwoordig ook alles wat er online te bieden is. Daarbij is de hele samenleving verseksualiseerd. Zelfs een pakje boter wordt verkocht met een schaars geklede dame ernaast. Externe normen willen we niet meer. We maken zelf uit wat wel en niet goed is, de mens bepaalt de seksuele moraal. Seksverslaving is daar een van de excessen van.”
Deze verslaving gaat aan reformatorische christenen niet voorbij, waarschuwt Kooijman. „Juist in christelijke kring kan het open gesprek over seksualiteit een probleem zijn, terwijl het zo belangrijk is voor jongeren om over hun worsteling en vragen te kunnen praten. Taboe en geslotenheid zijn het bestaansrecht van seksverslaving.”
Dat onderschrijft Arnoud Bakker (28) helemaal. Hij is maatschappelijk werker bij De Schuilplaats in Sliedrecht en leidt, in samenwerking met Stichting De Vluchtheuvel, een therapiegroep voor mannen die seksverslaafd zijn. Jongens van nog geen 18 jaar tot mannen van 60 nemen deel aan de therapiegroep. „Het kijken van pornografie, in combinatie met zelfbevrediging, is een probleem waar zeer veel christelijke mannen mee te kampen hebben, meer nog dan met excessen als prostitutiebezoek. Het gaat over de liefdevolle vader, de goede werknemer, de ijverige student. Die, als hij moe of gestresst is, achter internet kruipt en van de ene naar de andere site surft. Van nu.nl naar sekssites. Dát is wat wij het meest tegenkomen. Ik denk dat het probleem schromelijk onderschat wordt. Door ouders, door partners, door ambtsdragers, door jongeren. Het is belangrijk dat het probleem bespreekbaar is. Te veel zie ik dat jongens en mannen die ermee worstelen in de steek gelaten worden als ze het proberen te bespreken. Ik hoop echt dat dit een serieus onderwerp van gesprek wordt. Waar jongeren mee durven aankloppen bij hun ouders, of iemand anders die ze vertrouwen. Waar mannen zelf over beginnen met hun partner als ze ermee worstelen. Waar meisjes en vrouwen met hun vriend of man over praten, waar ambtsdragers over durven en willen spreken. Hoe verder we het wegstoppen en negeren, hoe sterker het probleem wordt.”
„Zoek hulp als je merkt dat seks je gedachten beheerst”, is de klemmende oproep van Kooijman aan jongeren. „Seksverslaving is niet iets wat vanzelf over gaat. Denk ook niet dat het verdwijnt als je eenmaal getrouwd bent. En tegen alle christenen zou ik willen zeggen: Laten we niet de kop in het zand steken. Seksverslaving bestaat. Wat we weten, is nog maar het topje van de ijsberg. Het is hoog tijd dat we dat beseffen.”
www.benikseksverslaafd.nl voor meer informatie.
Seksverslaving
Het is een taboe, maar veel (jonge) reformatorische christenen worstelen met seksverslaving. Een vijfdelige serie in Accent besteedt deze maand aandacht aan dit thema. Dit is deel 1.