Gescheidenen staan vaak in de kou
„Gescheiden gemeenteleden mogen van hun kerkelijke gemeente aandacht, zorg, bemoediging en een luisterend oor verwachten.” Volgens ds. Mark Janssens is het nodig, dat pastores en ouderlingen zich „goed bewust zijn dat gescheiden mensen zich snel in de steek voelen gelaten. Vaak ervaren gescheiden mensen een tweede scheiding als blijkt dat er vanuit de gemeente een onvermogen is tot medeleven.”
Zaterdag werd er in Amersfoort een themadag gehouden over ”Geloven en scheiden”. Ds. Mark Janssens, Nederlands gereformeerd predikant in Baarn en zelf zes jaar geleden gescheiden, sprak over de vraag hoe de kerk omgaat met gescheiden mensen. „De Bijbel leert dat man en vrouw elkaar trouw hebben te blijven. Je zou kunnen zeggen dat het de bijbelse norm is om echtscheiding als zonde te zien. Er zijn best nuances te geven, maar laat de hoge norm van God hoog blijven. Onze nuances zijn een lager couplet.”
Ds. Janssens wil de norm van ”trouw aan elkaar” blijvend vasthouden als uitgangspunt, „ook al wil dat niet zeggen dat scheiden altijd verkeerd is. Er zijn redenen waarom echtscheiding kan, mag en soms zelfs moet.” Wanneer in een kerkelijke gemeente echtscheiding voorkomt, ligt daar volgens hem tegelijk een taak voor de gemeente. „Ongeacht de achtergrond van de scheiding.”
Laten de gemeenteleden zorgen dat ze er zijn, dan kunnen gescheiden mensen zelf de keuze maken of ze contact willen of niet. Maar als de gemeente afwezig is, kan ze in elk geval geen troost en nabijheid geven. En de ervaring van gescheiden mensen is maar al te vaak dat ze door een scheiding ook op afstand komen van de gemeente.”
Hij benadrukte dat de kerk niet mag vergeten aandacht te geven aan de kinderen van de gescheiden ouders. „Tegelijk hebben gescheiden mensen ook een taak in de gemeente. Als het is gekomen tot een scheiding is het nodig dat je de gemeenteleden de kans geeft met jou in contact te komen. Openheid van beide kanten is nodig, ook als de legitimiteit van jouw scheiding ter sprake komt.”
Een aanwezige vroeg hoe ds. Janssens aankijkt tegen het houden van een kerkdienst, waarbij wordt stilgestaan bij de echtscheiding. De predikant is daar nog niet over uit. „Het moeilijke is dat echtscheiding in principe zonde is. Het mooie van zo’n dienst is, dat de gemeente meegaat in het moeilijke moment van deze breuk.”
„Maar God is in de echtscheiding toch ook bij je”, vroeg een ander. Ds. Janssens erkent dit, „maar moet je voor zonde een legitieme plek geven in de gemeente”, vroeg hij zich af. Tijdens de forumdiscussie bleek ds. Janssens „misschien toch wel wat te voelen voor een echtscheidingsritueel. Een vrouw zei net tegen me dat ze het na haar scheiding had gemist, dat ze vanuit de kerk niet een soort zegen of bevestiging meekreeg over haar alleengaande moederschap. Deze vrouw wil graag weer verder gaan met haar leven en blijft niet hangen in het verleden. Dan kan een echtscheidingsritueel mogelijk een goed middel zijn.”
Eerder had psychologe Ineke van Dok-Mak al gewezen op de persoonlijke verantwoordelijkheid voor het welbevinden binnen een relatie. „De kernvraag is: wie ben ik in de relatie? We moeten in ons hoofd steeds weer ordenen hoe dingen zijn gelopen. Anders zal de geschiedenis zich later weer herhalen.” Op deze manier wordt volgens haar voorkomen dat mensen „zich al te gemakkelijk een slachtofferrol aanmeten. Maar je bent persoonlijk verantwoordelijk. Je kunt niet zeggen dat de ander je ongelukkig maakt, want waarom heb jij je dan laten manipuleren? Het verkrijgen van zelfkennis is een levenslang proces.”
Een echtscheiding kan volgens haar weliswaar eerst opluchting geven, „maar na verloop van tijd komt de ontnuchtering. Dikwijls blijkt dat de problemen slechts zijn verplaatst. Als de mogelijkheid er nog is, is het veel beter binnen het huwelijk te werken aan heroriëntering en bijstellen van het eigen verwachtingspatroon. Je hebt te werken aan jezelf.”
Maatschappelijk werkster Bea Sonneveld sprak over het rouwproces na echtscheiding. „Als je partner overlijdt is er de collectieve rouw met een speciale dienst erbij. Rond een echtscheiding vindt de rouw dikwijls in het verborgene plaats. Het is nodig de tijd te nemen om te rouwen om een verloren liefde.” Ze noemde het „verkeerd” om als gescheiden persoon de rest van het leven in een slachtofferrol te zitten: „Alsof een ander en niet jijzelf verantwoordelijk is voor je welzijn.”