Tienjarige stichting Lux in Tenebris steunt theologische faculteit in Frankrijk
GENEMUIDEN – Franse christenen klagen nauwelijks over hun situatie als zeer kleine minderheid. „Ze weten dat ze klein zijn, als God maar bij hen is”, zo redeneren zij. Jan en Hennie Brouwer-Mateboer uit Genemuiden runnen tien jaar de stichting Lux in Tenebris, die de Vrije Faculteit der Gereformeerde Theologie Jean Calvin in Aix-en-Provence steunt.
Het werk begon bij Jan Beens uit Genemuiden, waar de Brouwers wonen. Hennie: „Beens was op zoek naar de wortels van zijn vrouw, die afkomstig was van de hugenoten. We trokken met wat familie naar Frankrijk en kwamen via diverse omwegen uit bij ds. Patrick Chenaux. Hij diende een arme gemeente met veel nood, maar met een goede Bijbelse prediking. Het kwam in ons hart om die gemeente te ondersteunen.”
Oorspronkelijk heette de stichting Communion (Gemeenschap), maar dat werd veranderd in Lux in Tenebris (Het licht schijnt in het duisternis), het motto van de hugenoten. Jan en Hennie Brouwer zijn respectievelijk penningmeester en voorzitter van de stichting.
Ds. Chenaux keerde echter terug naar de Rooms-Katholieke Kerk, waardoor het contact van de stichting doodliep. Deze richtte zich vervolgens op de Vrije Faculteit der Gereformeerde Theologie Jean Calvin te Aix-en-Provence, een universitaire onderwijsinstelling in het zuiden van Frankrijk, waar studenten opgeleid worden tot predikant, docent of pastoraal medewerker.
Hennie: „We wilden graag iets betekenen voor de kerken in Frankrijk. We zagen daar de grote geestelijke en materiële nood. Zo kwam het contact tot stand met Kim Tran, de huidige directeur van de faculteit van Aix-en-Provence. Ik ben onder de indruk van de manier waarop zo’n kleine faculteit een duidelijke Bijbelse identiteit weet te handhaven. Ze is in 1974 ontstaan als antwoord op het gebed van velen na een vloedgolf van vrijzinnigheid, en zij wordt door het gebed verder gedragen.”
Toen Hennie er was, maakte ze mee dat een aantal studenten en docenten samen in gebed ging voor allerlei noden, ook persoonlijke. „Zomaar tussen de colleges door. Dat maakte grote indruk op mij. De studenten zijn er toegewijd en enthousiast. Studenten uit seculiere, maar ook uit evangelische milieus worden geraakt door het Woord en ontdekken hier de rijkdom van de gereformeerde erfenis.”
Jan: „We konden natuurlijk een plaatselijke gemeente steunen, maar we bereiken nu veel meer kerken. Er komen hier veel studenten uit Franstalige landen in Afrika, maar ook uit Haïti, Korea, Amerika, Canada, Engeland, Zwitserland, België en een enkele uit Nederland.”
De stichting werkt samen met de organisaties Kampen helpt Aix en Vrienden van Aix, stichtingen die zich beijveren voor gereformeerd theologisch onderwijs in Frankrijk. Jan: „We zijn maar een kleine stichting, maar slagen er toch jaarlijks in via bijeenkomsten, lezingen en zangavonden het nodige geld binnen te halen voor het werk in Frankrijk. Ook de contacten met de scholen zijn nuttig. We laten jaarlijks in samenwerking met zusterorganisaties een docent uit Aix overkomen voor Franse gastlessen op reformatorische scholengemeenschappen.”
De kleine faculteit leidt een kwetsbaar bestaan, aldus Hennie. „Haar geschiedenis is er een van zich steeds herhalende nood en uitkomst. Ze ontvangt geen subsidie en is dus afhankelijk van giften. Alles wat we hier hebben, hebben we op het gebed verkregen, zei eens iemand.”
Hennie is vier keer op de jaarlijkse ontmoeting van Franstalige christenen geweest, vroeger de Pastorale van Dijon genoemd, nu de Colloque Biblique Francophone in Lyon. Volgende week wordt die opnieuw gehouden. „Het is de enige keer in het jaar dat Franse christenen elkaar ontmoeten, vanwege de grote afstanden. Het is ontroerend hoe mensen elkaar omhelzen op de laatste dag van de conferentie. Ze hebben weer bijgetankt.”
Is de secularisatie in Frankrijk harder gegaan dan elders in Europa? Het wordt weleens gezegd: Frankrijk is een graf voor zendelingen.
Hennie: „In zekere zin wel, de gemiddelde Fransman weet ontzettend weinig van de Bijbel en heeft steeds minder met de kerk. Toch merk je niet dat Franse christenen somber zijn. Ik bespeur bij hen eerder blijmoedigheid. Ze zijn vitaal, nuchter en staan met beide benen in de werkelijkheid van nu. Ze blijven bidden om een opwekking.”
Jan: „Ze zijn heel blij als Nederlanders in hun diensten komen. Laten we ons dat realiseren als we daar op vakantie zijn. Ik begrijp wel dat de taal een barrière is, maar het is van belang dat je er bent. We denken te veel aan wat wíj eraan hebben in plaats van wat zij aan óns hebben.”