Willem-Alexander: rangloze koning
Koning Willem-Alexander wordt geen admiraal. Gefronste wenkbrauwen bij de Koninklijke Marine. „Hij voelt zich intens marineman.”
Als een donderslag bij heldere hemel kwam het bericht begin maart: de Prins van Oranje doet als aanstaand staatshoofd afstand van zijn actieve militaire status. „Als lid van de regering kan de Koning geen actieve militaire status meer vervullen binnen de krijgsmacht.”
Wijze beslissing, vindt een landmachtmajoor. „Staatshoofd boven alles, maar of het nu gewenst is dat het staatshoofd militair is?”
Verrassende gang van zaken, analyseert een viceadmiraal buiten dienst van de marine. Het oudste krijgsmachtdeel gooit altijd hoge ogen bij het koningshuis en op de vaderlandse marineschepen droomde men voorzichtig al van nieuw leven voor een oude rang: admiraal.
Dienstplicht
De Koninklijke Marine kent vijf rangen van vlagofficieren, de hoogste marinerangen. Van deze vijf hebben drie de titel van admiraal: viceadmiraal, luitenant-admiraal en de hoogste rang: admiraal met vijf sterren. De laatste is voorbehouden aan leden van het Koninklijk Huis. Sinds de 19e eeuw is deze rang niet meer gebruikt.
Willem-Alexander vervulde van 1985 tot en met 1987 zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine. Bij het 334 squadron van de Koninklijke Luchtmacht behaalde hij zijn groot militair vliegbrevet. In 1994 volgde hij bij het Instituut Defensie Leergangen verschillende vakken.
Vrijwel automatisch werd de prins de afgelopen jaren bevorderd tot de rang van commandeur Koninklijke Marine reserve en een gelijkwaardige bij de andere krijgsmachtdelen. Regelmatig verscheen hij in bijpassend uniform, bijvoorbeeld op Veteranendag 2012 in Den Haag als brigadegeneraal der infanterie van de landmacht.
Mocht hij als koning admiraal zijn geworden, dan zou Willem-Alexander niet een gelijke rang krijgen bij de andere krijgsmachtdelen omdat de land- en de luchtmacht geen soortgelijke rang kennen.
Erfelijk
Verreweg de bekendste admiraal was Willem van Oranje, die op 19 juli 1572 admiraal van Holland en Zeeland werd. Admiraal Van Oranje zette daarmee een trend. In februari 1647 verklaarden de Staten-Generaal dat het ambt van admiraal-generaal erfelijk was in de mannelijke lijn van de Oranjedynastie. In 1795, met de komst van de Fransen, werd het admiraalschap afgeschaft. Koning Lodewijk, monarch van het Koninkrijk Holland, introduceerde tijdens zijn regering (1806-1810) de rang van maarschalk. Het Koninkrijk Holland maakte deel uit van Frankrijk, waar de rang al in gebruik was. Keizer Napoleon wilde deze voor Holland niet en dwong Lodewijk hem af te schaffen.
Na het ineenstorten van het Franse rijk en de terugkomst van de Oranjes, werd de koppeling Oranje en admiraal weer geïntroduceerd. Koning Willem I voerde in 1830 de admiraalsrang in toen hij bij het uitbreken van de Belgische Revolutie zijn zoon prins Frederik minister van Oorlog en Marine maakte, en als militair opperbevelhebber aanstelde. Frederik bleef dat tot 1840. De laatste admiraal was prins Willem Frederik Hendrik, de derde zoon van koning Willem II, die op 7 januari 1879 op zijn sterfbed nog admiraal van de vloot werd.
Uniform
Koning Willem-Alexander wordt dus geen admiraal. Dat spijt veel marinemensen. „Hij voelt zich intens marineman.”
De koning draagt vanaf 30 april een uniform zonder rangonderscheidingstekens, iets waar militairen van gruwen. „Kerstboom zonder ballen”, zegt een landmachtgeneraal.
De koning zal zeker zijn gezicht laten zien bij marine, luchtmacht, landmacht en marechaussee. „Ik blijf straks als koning mijn trots voor en verbondenheid met de Nederlandse krijgsmacht uitdragen.”
Maar de verhouding zal anders worden, koeler misschien. Niet meer meevliegen in een Apachehelikopter, geen overnachting in een iglo van de mariniers en zeker niet feestelijk troepen inhalen na een pijnlijke missie à la Srebrenica in de zomer van 1995. De krijgsmacht zal het zonder ‘koninklijke’ generaal moeten doen.
Dit is de eerste aflevering van een vierdelige serie over de vraag wie Willem-Alexander als koning zal zijn. Over twee weken deel 2.
Het bekendste staatshoofd dat tegelijk opperbevelhebber van de strijdkrachten is, is ongetwijfeld de president van de Verenigde Staten. Wie herinnert zich niet president Bush, die in mei 2003 gehuld in vliegersjack aan boord van een vliegdekschip de oorlog in Irak voor beëindigd verklaarde?
In Europa is bijvoorbeeld koning Albert van België opperbevelhebber van de strijdkrachten. Een lege huls, omdat in tijd van oorlog het complete Belgische leger onder NAVO-bevel komt te staan. Niettemin heeft de militaire rol van de koning zijn betekenis niet helemaal verloren. Een van de belangrijkste taken van de koning bestaat er nog steeds in te waken over de handhaving van de troepen. Bovendien dient hij politiek en publieke opinie te herinneren aan de nationale en internationale verplichtingen van België inzake landsverdediging.
Ook ten opzichte van de andere Europese koningen en koninginnen neemt Willem-Alexander straks –en koningin Beatrix nu– een aparte plaats in zonder rang. Zo is de Zweedse koning Carl Gustaf admiraal. Koning Harald van Noorwegen is viersterrengeneraal en admiraal. Hij is formeel ook de opperbevelhebber. De Deense koningin Margrethe is erekolonel van twee regimenten en formeel ook opperbevelhebber van de strijdkrachten. Groothertog Henri van Luxemburg is opperbevelhebber, met de rang van generaal. De Engelse koningin Elizabeth is ”hoofd van de strijdkrachten” en opperbevelhebber. In de Spaanse grondwet staat dat het staatshoofd kapitein-generaal en opperbevelhebber is.
In al deze monarchieën gaat het wel om eretitels. Uiteindelijk beslissen regering en parlement over de inzet in.
Als koningin Beatrix op 30 april de troon afstaat aan prins Willem-Alexander zullen de schepen van de Koninklijke Marine van voorvoegsel veranderen. Nu is dat nog Harer Majesteits (Hr. Ms). Vanaf de troonswisseling zullen de namen van alle Nederlandse marineschepen voorafgegaan worden door Zijner Majesteits ofwel Zr. Ms. Het patrouilleschip Zeeland, dat in augustus in dienst wordt gesteld, zal het eerste schip zijn dat direct het voorvoegsel Zr. Ms. bij indienststelling zal krijgen.