Dat bepaalde het College voor de Rechten van de Mens, waarin de Commissie Gelijke Behandeling is opgegaan, woensdag. De vrouw solliciteerde bij de VCO naar de functie van combinatiefunctionaris bij een christelijke basisschool. Die functionaris geeft gymles en organiseert naschoolse activiteiten. Die vinden voor een groot deel plaats bij andere basisscholen en bij instellingen van de gemeente. Het gaat om een functie die de gemeente Harderwijk voor een bepaalde tijd als pilotproject financiert.

Volgens de sollicitante, zo stelt het college, is de eis van kerkelijkheid niet nodig, omdat activiteiten ook plaatsvinden op scholen met een niet-christelijke grondslag en op plaatsen die niets met onderwijs van doen hebben.

De VCO maakte onderscheid op grond van godsdienst, betoogt het college. De wet bepaalt dat scholen voor bijzonder onderwijs onder omstandigheden onderscheid mogen maken.

„De stichting doet een beroep op die uitzondering en zegt dat de eisen die zij bij de benoeming stelt, nodig zijn om de christelijke grondslag van de school

te bewaken. Het college bekijkt hoe het benoemingsbeleid is vastgelegd en of het beleid

consistent wordt uitgevoerd. De school kan dat aantonen.”

De combinatiefunctionaris werkt ook als leerkracht die op de christelijke basisschool zelfstandig functioneert en lesgeeft op basis van de grondslag, aldus het college. „Daarnaast bestaat de reële mogelijkheid dat de combinatiefunctionaris bij beëindiging van het pilotproject als leerkracht volledig bij de stichting komt te werken.”

Directeur A. Palland van de VCO is verheugd over de uitspraak van het college. Hij wijst erop dat het van belang is om als christelijke school consistent te zijn in het benoemingenbeleid, wil het college de eis van kerkelijke betrokkenheid goedkeuren. „Dus als christelijke school niet hapsnap de kerkelijke betrokkenheid als eis stellen.”