Overschat uitslag Cito-toets niet
Scholen dienen leerlingen voor te bereiden op een betekenisvolle deelname aan de maatschappij. Cito-uitslagen zijn niet allesbepalend voor het welslagen van deze opdracht, betogen Peter Antes en Jacquelien Bulterman.
Deze tijd staat in het teken van de uitslag van de Cito Eindtoets. Leerkrachten maken vol spanning de envelop met uitslagen open en halen opgelucht adem als ze binnen (of liever boven) de inspectienorm scoren. Schooldirecteuren springen een gat in de lucht als de resultaten (ruim) voldoende zijn.
Hetzelfde geldt uiteraard voor de ouders van leerlingen. Via de sociale media worden de scores (meestal vanaf 541) onderling gedeeld en voorzien van woorden als: #trots en #kanjer. Ook de media duiken erbovenop. Omroep RTL4 wil graag alle Cito-resultaten van de Nederlandse basisscholen met ons delen.
En onze leerlingen in het basisonderwijs? Die kunnen niet anders dan aannemen dat het Cito-rapport ongelooflijk belangrijk is. Als zo veel mensen hier opgewonden van raken, dan moet dit wel een veelzeggend document zijn. Maar klopt dit wel, is al deze opwinding wel op zijn plaats?
Oorspronkelijk was de Cito-toets bedoeld om een deel (rekenen, taal, studievaardigheden) van de ontwikkeling van leerlingen te meten (RD 6-3). De toets maakte het mogelijk om de resultaten te vergelijken met leeftijdsgenoten. Hierdoor konden leerkrachten, waar nodig, hun handelen bijstellen om de leerlingen optimaal te begeleiden.
Natuurlijk wisten alle leerkrachten dat hun kerntaak breder was dan deze deelgebieden. Leerlingen dienen namelijk voorbereid te worden op deelname aan deze wereld, waarbij zij zich verantwoordelijk weten voor zichzelf, elkaar en de wereld. Dat vraagt een focus op de totale ontwikkeling van het kind.
Toch lijkt het laatste langzamerhand naar de achtergrond te verdwijnen. Een aantal jaren geleden ontstonden de eerste Cito-toetsoefenbureaus. Kinderen werden door hun (betalende) ouders naar deze bureaus gestuurd om in korte tijd het (Cito-)niveau flink op te krikken. Daar werd toen sceptisch op gereageerd: „Je kunt toch niet van een mavoleerling een havoleerling maken?” Dat bleek dus wel te kunnen.
Intussen hoeven ouders niet meer extra te betalen voor deze begeleiding, de overheid financiert dit nu. Veel scholen raken ontworteld en zijn getransformeerd tot oefenbureaus. Proef-Cito’s worden afgenomen, verbetertrajecten worden uitgevoerd en alles wordt gedaan om het resultaat positief te beïnvloeden. In onze directe omgeving zien we steeds meer scholen die zich hierin specialiseren. En met resultaat. Gericht oefenen voor een toets levert algauw een significant (5 punten) hogere score op.
De onderwijskundige Robert J. Marzano (2009) noemt dit „teaching to the test.” Het is volgens hem een kunstmatige manier om hoge resultaten te genereren. Opbrengsten die iets vertellen over de effectiviteit van het verbetertraject, maar nauwelijks iets over de ontwikkeling van de leerling (wellicht iets over zijn geheugen).
Het is vergelijkbaar met het afnemen van een methodetoets, waarbij je ziet of de leerling de stof uit de les heeft opgepikt. Je weet echter nog niet of deze leerling deze kennis over twee maanden nog heeft en (nog belangrijker) in nieuwe situaties kan toepassen.
De eenzijdige gerichtheid op de meetbare vaardigheden is ook strijdig met de kerntaak van basisscholen. Scholen dienen leerlingen voor te bereiden op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en morgen. Iedereen die hier even over nadenkt zal begrijpen dat dit een complexe opdracht is, die breder is dan slechts de Cito-vaardigheden. Het vraagt van leerlingen dat zij leren samenwerken, presenteren, feedback geven, onderzoeken, creatief denken, humor ontwikkelen et cetera.
Ten slotte, is deze ‘smalle’ blik op leerlingontwikkeling wel passend bij onze christelijke identiteit? God heeft mensen geschapen die zeer divers zijn in talenten en vaardigheden. Waarom verheffen we een aantal vaardigheden (meetbare reken- en taalresultaten) tot een hogere soort?
Het is als met het menselijk lichaam. Het hoofd (en de hersenen) kunnen niet functioneren zonder de werking van het hart en andersom. Ze hebben elkaar nodig. Zo is het in deze wereld ook. Het is daarom van belang diversiteit te waarderen en te benutten en voor elkaar zo van waarde te zijn.
Laten we teruggaan naar onze (christelijke) wortels; leerlingen voorbereiden om in deze wereld van waarde te zijn!
De auteurs zijn respectievelijk directeur van de academische basisschool De Hoeksteen in Nijkerk en lector docent en talent aan de Christelijke Hogeschool Ede.