Gezondheid

„Patiënt blijft op nummer één staan ondanks alle papierwerk”

Wie? Tonny van Wezel (42) uit Middelharnis.

11 March 2013 16:38Gewijzigd op 15 November 2020 02:25
Tonny van Wezel. Foto Van Wezel Fotografie.
Tonny van Wezel. Foto Van Wezel Fotografie.

Instelling? „Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland, onderdeel van CuraMare.”

Functie? „Verpleegkundige op de afdeling cardiologie/neurologie.”

Sinds? „Ik werk sinds het begin van mijn opleiding in 1989 in hetzelfde ziekenhuis. Na mijn diplomering ben ik op cardiologie begonnen. Later is deze afdeling samengevoegd met neuro­logie. Ik verpleeg onder anderen mensen die een hartinfarct of een hersenbloeding kregen.”

Motivatie? „Als klein kind wilde ik al verpleegster worden. Op foto’s van vroeger sta ik vaak met een schort, terwijl ik mijn broertjes of zusjes verzorg. Toen ik tien jaar was, lag mijn opa zes weken in Dirksland in het ziekenhuis. Ik ging dagelijks bij hem op bezoek en mocht dan met de zusters koffie rond­brengen. Dat was geweldig.”

Mooie kanten van het werk? „Mensen die ziek zijn zo goed mogelijk verzorgen en bijstaan en er ook voor hun familie zijn. Dit varieert van het geven van een glas water tot het bieden van een luisterend oor. Ik merk dat het contact bij het ouder worden aan diepgang wint. Regelmatig kan ik iets over geloofszaken kwijt. Ik vraag patiënten aan het begin van elke werkdag of ik voor hen een Bijbel­gedeelte mag lezen. Het valt mij op dat ook niet-gelovigen dit vaak op prijs stellen. Zieke mensen zijn vaak heel open en vertellen veel over zichzelf. Tegelijkertijd zijn ze ontvankelijk voor de inbreng van de verpleging. Er is de laatste jaren veel papierwerk bij gekomen. Dit gaat helaas ten koste van het werk op de zaal. Toch blijft de persoonlijke aandacht voor patiënten bij mij en mijn collega’s op de eerste plaats staan. Het gesprek met iemand die terminaal is, gaat voor het invullen van de benodigde formulieren achter de computer.”

Wat maakt het werk soms zwaar? „Het valt niet altijd mee om mijn werk los te laten. Zeker als het jonge mensen of patiënten van mijn leeftijd betreft die een ernstige boodschap krijgen. Het gaat mij niet in de koude kleren zitten als een man hoort dat hij een hersentumor heeft en zijn vrouw en jonge kinderen hem bezoeken.

Mensen zijn mondiger geworden. Dat is niet altijd makkelijk. Zo toont familie er niet altijd begrip voor als ik hen wijs op de bezoekregels, omdat het bezoek te druk is voor patiënten.”

Toekomst? „Ik ga nog altijd met plezier naar mijn werk. Zo heb ik nooit overwogen om bijvoorbeeld in de thuiszorg te gaan werken. Het dynamische van een ziekenhuis trekt me. De patiëntenpopulatie wisselt sterk en bij acute situaties moet direct gehandeld worden. Vorig jaar is mijn oudste dochter met de opleiding voor verpleeg­kundige begonnen. We werken nu in hetzelfde ziekenhuis.”

Dit is het eerste deel van een serie interviews met zorg- en welzijnswerkers in de eerste landelijke Week van Zorg en Welzijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer