Ratjetoe rond koopzondagen in gemeenten
In Terneuzen mogen de winkels elke zondag open, aan de overkant van de Westerschelde in Borsele is dat verboden. De 408 Nederlandse gemeenten gaan heel verschillend met de koopzondag om, zo blijkt uit een onderzoek van deze krant. Het is ingewikkeld geworden.
Soms is het zelfs op de website van een gemeente lastig. Neem nu het Zeeuwse Reimerswaal. Tussen de veelgestelde vragen staat ”Hoeveel koopzondagen zijn per jaar toegestaan?” Het antwoord is een standaardtekst die veel gemeenten vermelden: „Per jaar zijn maximaal twaalf koopzondagen toegestaan. In een aantal situaties en bijzondere omstandigheden mag de gemeente vrijstelling geven voor meer koopzondagen.” Ergens anders op de site staat echter: ”Binnen de gemeente Reimerswaal worden geen koopzondagen aangewezen.” Navraag leert dat de laatste zin klopt: op de dag des Heeren zijn er geen winkels open in de Zeeuwse gemeente.
Het voorbeeld laat zien dat veel gemeenten worstelen met de Winkeltijdenwet. De meeste hanteren inderdaad de standaard twaalf koopzondagen per jaar. Een conservatief college, vaak met de ChristenUnie of de SGP in de coalitie, kan besluiten om dat aantal toch op nul te houden. Of –bij wijze van compromis– ergens tussen de nul en de twaalf in.
De Winkeltijdenwet bepaalt verder dat winkels in de buurt van een grensovergang elke zondag open mogen zijn. Dat verklaart dat een gemeente als Terneuzen 52 koopzondagen per jaar telt.
Grote steden en gemeenten in het zuiden van het land maken gebruik van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet. Als er veel toerisme in een gemeente is, mogen er meer dan twaalf koopzondagen zijn.
Van die bepaling wordt volop misbruik gemaakt. Zijn Brabantse gemeenten zoals Halderberge en Drimmelen zo toeristisch dat de winkels er elke zondag open moeten? De Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling kreeg van de rechter gelijk toen ze in het geweer kwam tegen de gemeente Tilburg, die de koopzondagen vrijgaf.
Juist die chaos op het gebied van koopzondagen heeft tot een wetsvoorstel van D66 en GroenLinks geleid om gemeenten zelf te laten bepalen of de winkels op zondag open mogen. De voorgestelde wetswijziging ligt nu bij de Eerste Kamer. De verwachting is dat per 1 juli de gemeenten de vrije hand krijgen voor wat betreft de koopzondagen.
Tijdens de belronde langs gemeenten bleek dat zij al druk bezig zijn met de voorbereidingen. Ze willen voorkomen dat inwoners straks op zondag de boodschappen in de buurgemeente gaan halen omdat daar wel een supermarkt open is.
Gedeeltelijk toeristisch
Sommige gemeenten hebben slechts een klein gebied als toeristisch aangewezen. Of er is weer een regeling die net weer wat anders is dan bij andere gemeenten.
In Kapelle zijn er alleen in het zomerseizoen acht koopzondagen in de toeristische kern Wemeldinge.
In Harderwijk zijn de winkels op zondag dicht, behalve enkele zaken op de Boulevard. Mede vanwege Dolfinarium is alleen dat gebied als toeristisch aangewezen.
In De Marne zijn alleen het souvenirwinkeltje van zeehondencrèche Pieterburen en enkele winkeltjes bij de haven van Lauwersoog op zondag open.
In Kampen kunnen winkeliers alleen tijdens de grootschalige evenementen Sail Kampen en Kerst in Oud-Kampen een ontheffing vragen om op zondag open te gaan.
In Schouwen-Duiveland mogen winkels alle zondagen open. In de praktijk zijn alleen de winkels in de kernen van Burgh-Haamstede en Renesse op zondag open van 1 april tot 1 november voor toeristen.
In Apeldoorn mogen in de toeristische dorpen Beekbergen en Hoenderloo de winkels een groot deel van het jaar ’s zondag open, tuincentra mogen in het voorjaar ’s zondags open en andere winkels in de binnenstad vijftien zondagen per jaar.
In het Noord-Hollandse Wijdemeren mogen drie tuincentra in Kortenhoef twaalf zondagen open. Een supermarkt in Nootweg in dezelfde gemeente mocht vorig jaar december niet op zondag open omdat het college de zondagsrust wenst te bewaren.
In Blaricum mag elke zondag één supermarkt open. Na twee jaar gaat dat recht naar de concurrent.
In Hof van Twente mogen in twee kernen de winkels elke zondag open, in de rest van de gemeente twaalf zondagen per jaar.
Winkeltijden door de tijd
De eerste schreden naar een landelijk winkeltijdenbeleid werden een eeuw geleden gezet. Na aanvankelijke beperking, wijzigt in 1996 de koers richting zondagsopening, die nu wordt versterkt.
1904: De regering vraagt de Staatscommissie voor de Middenstand om advies over de wenselijkheid van een wettelijke regeling voor winkelsluiting. Voordat die wet tot stand komt (in 1930) neemt een aantal gemeenten het heft alvast in eigen hand door zelf een winkelsluitingsverordening vast te stellen.
1930: Na veel discussie voerde minister van Arbeid J. R. Slotemaker de Bruine (CHU) in 1930 de Winkelsluitingswet in. Deze wet staat openstelling toe op werkdagen van 05.00 tot 20.00 uur en op zaterdag tot 22.00 uur. Winkels zijn op zondag gesloten, al wordt die verplichte zondagssluiting in 1934 alweer gedeeltelijk tenietgedaan: de mogelijkheid tot zondagsopening ontstaat.
1951: De winkelopening wordt beperkt. Vastgesteld wordt dat winkels open mogen zijn van 05.00 tot 18.00 uur op maandag tot en met zaterdag. Er komt opnieuw een verplichte sluiting op zondag.
1976: Staatssecretaris van Economische Zaken Th. Hazekamp (KVP) brengt de vernieuwde Winkelsluitingswet tot stand. Voor het eerst wordt een maximumaantal openstellingsuren per week (52 uur) vastgelegd waarbinnen de ondernemer zijn openingsuren mag vaststellen. Winkels zijn op zondag gesloten. Voor onder meer benzinestations wordt een uitzondering gemaakt.
1984: De koopzondag wordt geïntroduceerd. Op maximaal vier zondagen per jaar mogen de winkels open.
1993: De winkeltijden doordeweeks worden opgerekt van 18.00 tot 18.30 uur. Het maximumaantal koopzondagen wordt uitgebreid van vier naar acht. In 1994 komt er een uitzondering voor toeristische gebieden; daar kunnen de winkels vaker open op zondag.
1996: Het kabinet concludeert dat de Winkelsluitingswet niet past bij de tijdgeest en vereenvoudigd moet worden. Centraal wat moet, decentraal wat kan, luidt het motto in de nieuwe Winkeltijdenwet, die door minister van Economische Zaken H. Wijers (D66) wordt ingevoerd. Gemeenten krijgen meer autonomie om zelf te bepalen wanneer winkels open mogen. Ook wordt het maximum van 55 openingsuren per week losgelaten. Winkels mogen doordeweeks open van 06.30 tot 22.00 uur. Het maximumaantal koopzondagen gaat naar twaalf. De uitzondering voor toeristische gebieden, de zogenoemde toerismebepaling, blijft bestaan.
2007/2008: CDA, PvdA en CU stellen in hun coalitieakkoord dat het „oneigenlijke gebruik van de toerismebepaling” moet worden tegengegaan. De uitzondering voor toeristische gemeenten om meer koopzondagen toe te staan, wordt onder verantwoordelijkheid van minister van Economische Zaken M. van der Hoeven (CDA) aangescherpt.
2010: VVD, CDA en gedoogpartner PVV spreken in hun regeerakkoord af om omwille van de SGP geen versoepeling van de zondagsopening na te streven.
2012: De beoogde coalitiepartners VVD en PvdA steunen een initiatiefwet van D66 en GroenLinks om gemeenten voortaan de vrije hand te geven bij het bepalen van het aantal koopzondagen. Het reguliere maximum van twaalf koopzondagen komt daarmee te vervallen, waardoor ook in niet-toeristische gemeenten de winkels alle zondagen open kunnen. Indieners van de initiatiefwet zijn Kees Verhoeven (D66) en Liesbeth van Tongeren (GroenLinks).