Iedere koopzondag 250 euro boete
Als de nieuwe Winkeltijdenwet gemeenten straks de volle vrijheid biedt rond koopzondagen, is in no-time iedereen in zijn winkelcentrum zondags open, denkt Jan van de Wetering. De super, de bakker én de slager. „Behalve dus de kaasboer.” Maar daarvoor betaalt die kaasboer nu al wel iedere koopzondag 250 euro boete.
Toen Van de Wetering zo’n zeven jaar geleden zijn oog liet vallen op Kaasshop Heyhoef, wist hij al af van de ‘zondagsboete’. Die was ooit ingesteld om af te dwingen dat alle winkeliers in het Tilburgse winkelcentrum Heyhoef zich zouden houden aan de zes gezamenlijk vastgestelde koopzondagen.
De achtergrond daarvan snapt de kaasboer wel. „Tot die tijd waren er hier twaalf koopzondagen, maar dat was geen succes. Dan was de ene helft van de winkels gesloten, dan weer de andere helft; niet echt fraai voor de consument.” Zes koopzondagen werd het compromis, maar dan moest wél iedereen open zijn, was de gedachte.
Als stok achter de deur werd de boete op papier gezet, zegt Van de Wetering. „Pas later beseften winkeliers dat het bestuur van de winkeliersvereniging en de verhuurder ze er op die manier toch wel een beetje hadden ingeluisd.”
De boete was voor Van de Wetering „een drempel”, maar weerhield hem er uiteindelijk niet van „de aantrekkelijke winkel in een jong centrum in een jonge wijk” over te nemen. „Ik heb er wel diep over nagedacht en het aan de Heere voorgelegd, maar ik heb er geen rem in gevonden om de winkel niet over te nemen.”
Wel las de kaasboer in het reglement dat in „specifieke gevallen” van de boete kon worden afgeweken. „Ik dacht: die regel staat daar voor mij.” Vanwege zijn „persoonlijke principes” wil Van de Wetering, die kerkt in de hersteld hervormde kerk, namelijk niet op zondag open.
Het bestuur van het winkelcentrum dacht daar toch anders over. Uit angst voor precedentwerking wilden ze voor de religieuze kaasboer geen uitzondering maken. „Ze vroegen nog of ik dan geen personeel voor me kon laten werken. Maar toen heb ik hun letterlijk laten lezen waar ik in geloof: „Gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht”, staat er in de Bijbel. Dat betreft dus ook mijn personeel.”
Hoewel het bestuur daar wel begrip voor had, ploft er vijf keer per jaar een boete bij Van de Wetering op de mat: één voor iedere koopzondag waaraan hij niet meedoet. De zesde koopzondag geldt voor Koninginnedag en dan is Kaasshop Heyhoef, mits die niet op zondag valt, wel open.
De zaken gaan de kaasboer voor de wind. Sinds zijn start zag hij de omzet in de kaasshop al met zo’n 30 procent stijgen. En ook al vindt hij hem eigenlijk ongepast, die zondagsboete kan de inwoner van de Bommelerwaard dus best betalen. En hoewel Van de Wetering denkt juridisch sterk te staan, vecht de kaasboer de boete ook niet aan. „Ik wil geen onrust zaaien. Ik heb dat ook gezegd toen ik de winkel overnam: ik ben geen extremist die bij wijze van spreken bommeldingen gaat doen op een koopzondag. Zo zit ik niet in elkaar. Mijn verantwoording gaat tot aan die deur daar. Wat de andere winkeliers doen, is voor hun eigen verantwoording.”
Bij die andere winkeliers ontmoet Van de Wetering overigens alle begrip voor zijn keuze. „Maar echt begrijpen doen ze het veelal niet. Zéker niet als zij net een goede koopzondag hebben gehad, bijvoorbeeld die vlak voor Kerst of Pasen. „Jan, je laat duizenden euro’s liggen”, hoor je dan. Maar ik hoef dat extra geld niet. Ik geniet van het werk en van mijn klanten, maar de zondag is van mij.”
Ook zijn klanten reageerden louter positief toen Van de Wetering hun na de overname uitlegde dat de kaaswinkel op zondag gesloten zou blijven. „Ik kreeg zo ontzettend veel positieve reacties. Een oudere vrouw kwam naar me toe, klopte me op de schouders en zei: „Hèhè, eindelijk eens een ondernemer met een standpunt!””
Als straks de Winkeltijdenwet, die nu nog in de Eerste Kamer ligt, gemeenten de vrije hand geeft bij het bepalen van het aantal koopzondagen, verwacht Van de Wetering dat daarvan een magneetwerking uitgaat, waardoor straks alle winkels iedere zondag open zijn. Ook in ‘zijn’ winkelcentrum. „Daar gaat het gewoon naartoe. Iedereen is bang om omzet aan een ander te verliezen.” Maar voor die paar winkels die nu al zondags open zijn en daardoor meer omzet draaien, is dan het feest voorbij, meent hij. „Als straks iedereen open is, komen ze er wel achter dat er dan zeven dagen gewerkt moet worden, voor wat voorheen in zes dagen werd verdiend. Want een euro kan maar één keer worden uitgegeven en dus gaat de consument echt niet meer uitgeven als de winkels vaker open zijn. Nee, zeker in de huidige tijd wordt het eerder minder.”
Toch vreest hij vooralsnog niet dat de zondagsopening speciaalzaken de das om zal doen. „De goede niet, die gaan het redden. Ik weet zeker dat bij een ondernemer die kwaliteit levert en bovendien aandacht heeft voor zijn klanten, de consument terugkomt. Dat is ook het grote verschil met supermarkten. Daar ben je een nummer, bij mij een klant. Mensen zijn hier altijd vrolijk als ze een stukje kaas proeven in de winkel. En als ze thuis het pakje openmaken, lachen ze nog een keer. En goede service gaat van mond tot mond. Ik hoef geen Facebook of Twitter. Mijn klanten zijn mijn Twitter.”
Wel hoopt van de Wetering dat de druk op winkeliers tot meer koopzondagen er niet toe leiden zal dat hij straks iedere week 250 euro boete mag gaan aftikken. „In theorie kun je dat wel weer doorberekenen in je prijzen, maar ik weet niet of ik ermee akkoord zou gaan. Nee, dat is me denk ik toch te gortig, Dan hangt er vrij snel een bordje ”Te koop” hier aan de winkeldeur. Het zou goed zijn als de regering daar bij de wetsbehandeling rekening mee zou houden.”