Uitvaart door de eeuwen heen
Eeuwenlang werd de uitvaart bepaald door vaste religieuze tradities. Vandaag is volgens historica Mirjam de Baar alles mogelijk. „Mensen stellen hun eigen programma samen, zo nodig bijgestaan door een van de talloze ritueelbegeleiders op wie je een beroep kunt doen.”
Wie kenmerkende trekken van een cultuur wil leren kennen, moet volgens prof. Mirjam de Baar onderzoek doen naar de omgang met lijden en sterven. Belangrijk kenmerk van de naoorlogse tijd in de westerse samenleving is de individualisering. De moderne mens maakt niet langer deel uit van een hechte gemeenschap. „Daardoor zijn alleen naaste familieleden en vrienden nog betrokken bij een uitvaart”, constateert de hoogleraar in de cultuurgeschiedenis van het christendom. „Niet voor niets komt in deze periode de uitvaartondernemer op. Voor de Tweede Wereldoorlog werd een uitvaart in veel streken van ons land door de buurt geregeld. Nu is dat uitzonderlijk geworden.”
In een aantal colleges besteedt de aan de Rijksuniversiteit Groningen verbonden historica aandacht aan de omgang met de dood in Europa. Ze maakt daarbij dankbaar gebruik van het overzichtswerk ”Het uur van onze dood” van de Franse historicus Philippe Ariès (1914-1984). „Die onderscheidt verschillende fasen in de geschiedenis”, doceert De Baar in haar werkkamer, diep in een eeuwenoud pand aan de Oude Boteringestraat. „De eerste fase, vanaf de vroege middeleeuwen, typeert Ariès als die van de getemde dood. De angst voor de dood werd getemperd door kerkelijke rituelen. Belangrijk was dat de stervende boete deed voor begane zonden, ten overstaan van een priester die het laatste sacrament toediende en vergeving schonk. Dat gaf een sterke gerichtheid op het stervensuur.”
De Reformatie brak radicaal met het idee dat de priester bemiddelaar van Gods genade is. Laat staan dat gelovigen in het hier en nu iets kunnen betekenen voor dierbaren in het hiernamaals. Typerend is volgens De Baar dat de Gereformeerde Kerk van de Republiek wel een formulier voor het huwelijk opstelde, maar niet voor de begrafenis. „Lijkpredicaties werden afgewezen. Later keerden die voor predikanten terug, omdat zij tot de elite gingen behoren, maar gewone stervelingen moesten het zonder zo’n lijkrede doen.”
Vacuüm
De periode van de 16e tot en met de 18e eeuw noemt Ariès de fase van de alomtegenwoordige dood. „Hij verwijst daarbij onder meer naar de stillevens in de schilderkunst”, licht De Baar toe. „Die herinnerden de mensen voortdurend aan de broosheid en eindigheid van hun bestaan. De aandacht voor het moment van sterven nam daardoor af. Tijdens de romantiek lag de nadruk in de omgang met de dood volgens Ariès op het heengaan van de ander. Het verlies van dierbaren werd langdurig en in allerlei vormen betreurd. Kerkhoven werden beplant met treurwilgen.”
Gemeenschappelijke rituelen zijn in de optiek van de Franse historicus voorwaarde voor een goede omgang met de dood. Volgens De Baar niet zonder reden. „Als deze rituelen door de secularisatie wegvallen –in ons land vanaf de jaren zestig– ontstaat er een vacuüm. De moderne omgang met de dood, door Ariès wild genoemd, staat haaks op de middeleeuwse houding. De ideale dood is nu een onverwacht sterven waarop je je niet hebt kunnen voorbereiden.”
Individualisering
Veel mensen die wel een ziekbed krijgen, blazen door de voortgaande medicalisering hun laatste adem in het ziekenhuis uit. „De priester aan het sterfbed is vervangen door de medicus”, stelt De Baar vast. „Probleem is dat artsen zijn opgeleid om mensen beter te maken, niet om stervenden te begeleiden. Zowel figuurlijk als letterlijk komt de dood op grotere afstand te staan. Overledenen worden niet meer rond de kerk in het centrum begraven, maar op begraafplaatsen buiten het dorp of de stad.”
De fasen die Ariès onderscheidt, kunnen naast elkaar bestaan, nuanceert De Baar. „Wat dat betreft zijn het meer modellen dan fasen. Ariès zelf geeft aan dat de getemde dood in de 19e eeuw nog is te vinden in de boeken van Tolstoj. In ons eigen land zijn er tot op de dag van vandaag grote verschillen in de omgang met de dood, afhankelijk van de subcultuur waartoe een familie behoort.”
Werd de moderne tijd gekenmerkt door een afkeer van met name kerkelijke gebruiken, in het huidige postmoderne tijdperk signaleert De Baar een terugkeer naar rituelen. Uit allerlei tradities. „Mensen stellen voor een uitvaart hun eigen programma samen, zo nodig bijgestaan door een van de talloze ritueelbegeleiders op wie je een beroep kunt doen.” De hedendaagse praktijk rond sterfbed en graf mist daardoor vaak samenhang. Alle combinaties zijn mogelijk: van atheïsten die aangeven dat bij hun crematie een cantate van Bach moet worden gezongen tot protestantse christenen die in een in memoriam de dode toespreken.
Bijzonder
Terwijl in de kerkelijke traditie de continuïteit centraal stond, moet een uitvaart nu vooral bijzonder zijn, constateert de historica. „Typerend is de slogan ”Wat maakt uw uitvaart uniek?” van uitvaartverzorger Yarden. Zelf ben ik gehecht aan de oude kerkelijke rituelen, maar anderen ervaren die juist als een keurslijf. Gemeenschappelijk in alle uitvaartrituelen is de wens om de overgang van leven naar dood te markeren. Dat geeft het gevoel deel uit te maken van een groter geheel. Daar heeft blijkbaar iedereen behoefte aan.”
Een vast element bij vrijwel elke uitvaart is de muzikale bijdrage, al dan niet met samenzang. Begrijpelijk, vindt de Groningse hoogleraar. „Van muziek gaat een troostende werking uit. Dat geldt ook voor het leveren van een actieve bijdrage aan de uitvaart. Ik waardeer het positief dat dit weer meer gebeurt. Als je alles overlaat aan de uitvaartondernemer, ben je een soort toeschouwer op de begrafenis van je eigen geliefden.”
Existentiële behoefte
De herdenking van overleden geliefden op Allerzielen, een oude rooms-katholieke traditie, kreeg een seculiere variant in requiemconcerten. Kunstenaars organiseren herdenkingsceremonies op kerkhoven, waar nabestaanden op creatieve wijze hun emoties kunnen uiten. Ook televisieprogramma’s met iemand die beweert contact te kunnen leggen met de geest van overledenen, genieten grote populariteit. Zo worden elementen uit christendom en heidendom gemixt tot een interreligieuze ratjetoe. Zelfs het mee begraven van voor de overledene belangrijke voorwerpen is terug.
„Blijkbaar zijn er maar weinig mensen die er werkelijk van uitgaan dat met de dood alles is afgelopen”, stelt De Baar vast. „Op wat voor manier ook willen we ons verbonden blijven voelen met hen die ons ontvielen. Die diep existentiële behoefte wordt door de secularisatie niet ongedaan gemaakt. Er blijft behoefte aan rituelen die steun en richting geven bij het rouwen en herdenken.”
Zelf bezoekt ze in de week van Allerzielen, in november, altijd het graf van haar vader in Brabant. Om het te verzorgen en er bloemen te plaatsen. „Ik vind het prachtig om op het kerkhof bij al die graven verse bloemen te zien staan. Ook in het buitenland breng ik graag een bezoek aan een begraafplaats, om te zien hoe de lokale gemeenschap met de doden omgaat. Vaak valt me op hoe goed de kerkhoven in het buitenland worden bijgehouden. Dat getuigt van respect voor de generaties die zijn weggevallen.”
Alles is te regelen
De Nederlandse uitvaartbranche speelt handig in op de behoefte van de consument om de uitvaart naar eigen smaak in te richten. In principe kan alles worden geregeld. Monuta biedt zelfs de mogelijkheid om via de website wensen te verwerken in een filmpje, waardoor je een realistisch beeld van je eigen begrafenis krijgt. ”Ontwerp uw eigen uitvaart”, werft de toonaangevende onderneming, met daarbij de vraag: „Welk uitvaarttype bent u?” Onder het kopje Begrafenismuziek zijn de uitvaarttoppers te vinden. Op nummer 1 staat momenteel ”Time tot say goodbye” van Andrea Bocelli. Ook Marco Borsato en Frans Bauer scoren hoog. ”De Heer’ is mijn herder” moet het met een tiende plaats doen.
Uitvaartonderneming Yarden helpt de consument met in foto’s gevangen uitvaartideeën: van klassiek tot bourgondisch en van spiritueel tot hobby. Illustratieve publicaties op de site van Yarden bewijzen dat zelfs een uitvaart met de kist op een bakfiets tot de mogelijkheden behoort. Voor ‘groene’ consumenten is de kartonnen kist ontwikkeld en de milieuvriendelijke urn in de vorm van een eikel. Wie onafhankelijke achtergrondinformatie over uitvaartmogelijkheden zoekt, kan terecht op uitvaartinformatie.nl.