Nieuwe toekomst voor verlaten kloosters
AMERSFOORT – Het augustinessenkooster bij Werkhoven is een conferentieoord geworden. Het Jeruzalemklooster in Venray is verbouwd tot gemeentehuis. Het franciscanenklooster in Woerden werd cultureel centrum. Kloosters zijn zichzelf niet meer.
Nederland seculariseert. De laatste kloostergemeenschappen zitten hun tijd uit. Vergrijsde kloosterlingen wachten op het einde. Kloostergebouwen raken overbodig, staan leeg, wachten op een nieuwe bestemming of op de slopershamer. Wat moeten we straks met zo veel afgedankte kloosters?
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed doet in ”Een toekomst voor kloosters” een praktische handreiking aan gemeenten en provincies hoe om te gaan met de herbestemming van deze vaak grote en niet altijd gunstig gelegen gebouwen.
Het is volgens de rijksdienst niet alleen de ontkerkelijking waardoor de wereld van de kloosters veranderd is. Het komt ook doordat veel maatschappelijke functies die oorspronkelijk door kloosterlingen werden uitgeoefend door anderen worden vervuld. Aan die taken die kloosterlingen ooit uitoefenden, blijft echter nog steeds behoefte. Te denken valt aan functies als hospice, zorg en wonen voor ouderen, scholen, of een functie in de buurt, zoals buurthuis of cultureel centrum.
Inmiddels hebben veel kloosters een andere bestemming gevonden. Het Constantinianum in Amersfoort werd in de jaren vijftig gebouwd als klooster met een school voor het hoger onderwijs. Na het vertrek van de paters functioneert dit monument uit de periode van de wederopbouw als leerhotel en scholengemeenschap. Er is veel te doen geweest over de herbestemming van het klooster Sint-Catharinadal in Breda tot casino. Niet iedere Bredase burger vindt dat een casino van een klooster gebruik mag maken, maar de nieuwe functie is wel duurzaam, vindt de rijksdienst.
Klooster De Westwal in ’s-Hertogenbosch is een appartementencomplex geworden. Het Heilig Hartklooster in Reuver werd omgebouwd tot kantoor, terwijl de kloostertuin park werd. Het kloostercomplex Roepaen is nu een feestruimte.
Het vinden van een nieuwe bestemming wordt soms bemoeilijkt door de vaak enorme omvang van de kloostercomplexen, en ook doordat er meestal een grote kloostertuin bij hoort, met uiteenlopende functies zoals een begraafplaats of een moestuin.
De aanwezigheid van een kapel is een moeilijke factor. „Het is een ruimte die zich lastig voegt naar nieuw gebruik.” Als een klooster een hotel en congrescentrum wordt, vindt de rijksdienst het gepast om de kapel te gebruiken voor lezingen of vergaderingen. „Bij gebruik van het klooster als onderwijsinstelling ligt het voor de hand de kapel als leslokaal of collegezaal te gebruiken.”
Bijdrage
Volgens de samenstellers van ”Een toekomst voor kloosters” –het rapport is te downloaden op cultureelerfgoed.nl– hebben kloosters sinds de middeleeuwen bijgedragen aan ontwikkelingen in de samenleving, vooral die van religie en beschaving. Daarom: „Abdijen en kloosters behoren tot het wortelstelsel van onze moderne samenleving. De geestelijke bestaansgronden de levensovertuiging van de kloosterlingen liggen in de gebouwen en hun omgeving besloten. Een kloostercomplex vervult daardoor in historische en sociologische zin een identificerende rol en draagt bij aan de bewustwording van een gedeeld en gezamenlijk verleden. Kloosterensembles bieden veel mensen een gevoel van rust, ruimte en beslotenheid. Dat zijn immateriële waarden, niet tijdgebonden, maar juist van alle tijden. Een klooster is een geestelijk centrum.”