„Nu ligt de wettelijke norm in Nederland op minimaal 200 lux. De ogen kunnen zich heel goed aanpassen en zelfs bij enkel kaarslicht zien, maar het is wel vermoeiend. Beter is 2000 lux, wat overeen komt met daglichtniveau als het bewolkt en regenachtig is”, aldus S. Begemann, hoogleraar praktische verlichtingskunde van de Technische Universiteit Eindhoven, gisteren.

Volgens Begemann hanteren veel bedrijven momenteel de norm van 500 lux. „Maar dat is ook nog veel te weinig”, stelt hij.

Uit lopend promotieonderzoek van G. Gornicka aan de Technische Universiteit Eindhoven blijkt dat personen die dagelijks van 08.00 tot 17.00 uur in een kantoorruimte zitten, in de loop van de dag wegdoezelen als zij werken met verlichting van 200 lux op het bureau. Bij deze mensen neemt het aantal ”doezelmomenten” drastisch toe (gemiddeld met de factor vijftig), terwijl bij een verlicht van 2000 lux nauwelijks verandering optreedt in de hersenactiviteit.

Het wegzakken in de middag door een gebrek aan licht is volgens de technische universiteit al in een eerder veldonderzoek aangetoond. Ir. M. Aries heeft in haar promotieonderzoek in april en mei 2003 in tien kantoorgebouwen metingen verricht. Daaruit bleek dat bij slechts 10 procent van de werkplekken daglicht vanuit het raam binnenkwam. „Licht is van essentieel belang voor je biologische klok en het aansturen van de hersenen en van de slaap-waakcyclus”, lichtte Begemann toe.

Tweederde van de mensen die bleken te werken aan een bureau niet gesitueerd bij een raam, zeiden in de middag momenten van vermoeidheid of verminderde alertheid te hebben. Deze werknemers zeiden hun alertheid te verhogen met niet-productieve activiteiten, zoals eten, drinken, wandelen, roken of praten.