Opinie

Bomans

Nog hoor ik de lichte verslagenheid in de stem van mijn moeder. „Godfried Bomans is overleden.” Ze zei het op een toon alsof het om een familielid ging. Ook andere dorps­bewoners spraken over het onverwachte sterven. Ik was een jochie van de lagere school en had andere zaken aan mijn hoofd. Opgelucht haalde ik adem toen moeder zei dat de overledene een bekend schrijver was. Mij kwam hij niet bekend voor.

Hylke
25 February 2013 11:41Gewijzigd op 15 November 2020 02:09

Dat veranderde op de middelbare school. De broer boven me was een groot liefhebber van de jong overleden auteur. Soms las hij mij en onze gezamenlijke boezemvriend voor uit diens oeuvre. Als daverend gelach door het huis schalde, vroeg moeder: „Jullie zitten zeker in Bomans te lezen.” Vooral de gefingeerde interviews in Kopstukken, onder meer met de niet bestaande romanschrijfster Jo van Nieland-Braat, beroerden onze lachspieren.

Bij het ouder worden leerde ik Bomans’ serieuzere werk kennen. En zijn sprookjes, met intrigerende titels als ”De rijke bramenplukker” en ”De herbergier van Pidalgo”. Bovenaan staan nu voor mij zijn ”Beminde gelovigen” en ”De man met de witte das”. Het laatste boekje vanwege de meesterlijke portretten van bekende politici in die dagen en het deel over Bomans’ ambivalente verhouding met zijn vader. ”Beminde gelovigen” door de tekening van het rijke roomse leven van voor het tweede Vaticaans concilie.

In mijn jeugd liep ik met kloppend hart langs een rooms-katholieke kerk. Roomsen schenen me in een nog diepere staat van verlorenheid dan heidenen. Als ik nu ”Beminde gelovigen” lees, treft me de overeenkomst met ”Het bevindelijke nest” van Wim Verboom. Bij alle onderscheid hadden Nederlanders tot de jaren zeventig veel gemeen: in de huiselijke sfeer en de algemeen aanvaarde waarden en normen. Ook Henkie van onze openbare melkboer kreeg een draai om zijn oren als hij een lelijk woord zei. Daarom kon het overlijden van Bomans in het begin van de jaren zeventig nationale rouw verwekken. Bomans was van iedereen.

Nu, een eeuw na zijn geboorte, levert het lezen in zijn werk een verdrietig gevoel op. Vanwege het uiteenvallen van de samenleving. Liberalen ontwikkelden zich tot intolerante radicalen, socialisten tot platte atheïsten. Reformatorische christenen trokken zich terug in eigen kring, waar ondergronds de verwereldlijking voortwoekerde. Nu zitten ze via internet naar Boer zoekt Vrouw te kijken. Of gekker. De dag voor zijn dood zei Bomans in een studio: „Er is geen redden meer aan, want er is geen bezieling meer onder de mensen. En als de bezieling weg is, dan slaat de toekomst potdicht.” Het waren profetische woorden waar weinig om te lachen valt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer