Kerk & religie

Overtuigd roomse paus wil in harnas sterven

Paus Johannes Paulus II jubileert. Deed hij dat in 1996 al uitgebreid bij zijn 50-jarig priesterschap, nu is hij 25 jaar paus.

K. van der Zwaag
10 October 2003 12:21Gewijzigd op 14 November 2020 00:37

Het is een van de langste ambtstermijnen van een zittende paus. De 83-jarige kerkleider is ernstig ziek, maar vastbesloten om de orthodox-roomse lijn van de kerk voort te zetten - en in het harnas te sterven.

Tijdens zijn laatste jubileum zei de paus: „In deze dagen van ziekte kan ik nog beter de waarde begrijpen van de dienst die God mij als priester, bisschop en opvolger van Petrus voor de Kerk heeft opgedragen.”

De Pool Karel Woytila werd op 18 mei 1920 geboren in Wadowice, ongeveer 45 kilometer buiten Krakow. Hij wijdde zijn leven aan de kerk, studeerde enkele jaren in Rome en keerde in 1948 terug naar zijn vaderland. Woytila was enige tijd priester in een plattelandsgemeente, werd in 1958 tot bisschop gekozen en vijf jaar later tot aartsbisschop van Krakow. In 1978 volgde zijn verkiezing tot paus.

De nieuwe paus ontpopte zich als een kerkleider die standvastigheid en uniformiteit in de leer combineerde met ontmoeting met andersdenkenden. Zijn entree was verrassend. Zo slaagde hij erin een vreedzame machtsovergang in Polen te bewerkstelligen. Daarmee toonde hij de vitaliteit van de kerk in de Poolse communistische staat. De paus trok wereldwijd de aandacht als strijder tegen negatieve uitwassen van de moderne samenleving, zoals de teloorgang van moraal en zeden, de secularisatie en het ongeloof, het ongebreidelde kapitalisme en materialisme. Hij streed voor wereldvrede en politieke gerechtigheid, maar was in dit alles vooral bedacht op herstel van het gezag van de Rooms-Katholieke Kerk.

Dat laatste gebeurt op vele punten. De paus staat bijvoorbeeld bekend als een overtuigd vereerder van Maria. Kardinaal Simonis wees er deze week nog op, toen hij ten aanzien van de paus en Moeder Teresa (die binnenkort heilig verklaard zal worden) sprak van „hun innige band met Maria, de Moeder van de Heer, en hun liefde voor het rozenkransgebed.” De verering van Maria speelt een grote rol in het pausschap van Johannes Paulus II. Kort na zijn verkiezing vertrouwde hij zijn pontificaat toe aan de heilige maagd. Dat hij in 1981 een aanslag overleefde, schreef hij ook toe aan Maria’s bescherming.

De paus legt verder de nadruk op de eucharistie, nog steeds het cruciale onderscheid tussen Rome en Reformatie. Volgens de RK-Kerk is in de communie Christus werkelijk aanwezig en veranderen brood en wijn in Zijn lichaam en bloed. In een van zijn encyclieken waarschuwt de paus tegen misbruik van de eucharistie, „het hoogtepunt van spiritueel leven.” Een vorm van misbruik is volgens hem de intercommunie met protestanten of oosters-orthodoxen, die „nooit legitiem is” zolang er geen volledige communie geldt. Het verbod op intercommunie geldt ook andersom: rooms-katholieken mogen geen communie ontvangen in onder meer protestantse kerken. „Wie de waarheid van het geloof verwerpt, kan niet de communie ontvangen.”

Ook het primaat van Rome is bij de paus onomstreden. Hij verklaarde dat er „één enkele Kerk van Christus is, die voortbestaat in de Rooms-Katholieke Kerk, geleid door de opvolger van Petrus (de paus) en door de bisschoppen in gemeenschap met hem.” Kerken die het bisschopsambt en de eucharistie niet op dezelfde wijze als de RK-Kerk hebben bewaard, zoals de protestantse kerken, mogen „in de eigenlijke betekenis” geen kerken heten. De RK-Kerk biedt als enige kerk redding. Ten slotte valt nog de encycliek van de paus in 1995 te noemen: ”Ut unum sint” (opdat zij allen één zijn). Hierin is het primaatschap van de paus zelfs de diepste voorwaarde van alle eenheid met andere kerken. De bisschop van Rome kan, als omstandigheden dit vereisen, ”ex cathedra” verklaren dat bepaalde leeropvattingen behoren tot de geloofsschat van de kerk.

De paus raakte tijdens zijn regering bekend door vele heiligverklaringen. Sinds zijn aantreden in 1978 heeft hij 1227 mensen zalig en 477 mensen heilig verklaard (volgens de stand in 2001). In de 400 voorgaande jaren bedroegen die aantallen respectievelijk 1310 en 300.

De paus neemt ook in ethische zaken een orthodox standpunt in. Zo uitte hij kritiek op de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor homoseksuelen in Nederland. Hij stelt onomwonden dat het huwelijk een fundamentele basis vormt voor de maatschappij. Geen enkele andere relatie tussen twee personen kan volgens hem als gelijkwaardig worden beschouwd, omdat uit de natuurlijke relatie tussen man en vrouw kinderen voortkomen. De kerkleider keerde zich tegen abortus, euthanasie (hij sprak van „cultuur van de dood”) en echtscheiding.

Israël neemt bij Johannes Paulus II een veel grotere plaats in dan bij zijn voorgangers het geval was. Tijdens zijn reis naar het Heilige Land uitte hij zijn droefenis over de „verschrikkelijke tragedie van de shoah”, al kwam hij niet met een door veel Joden verwachte schuldbelijdenis over het zwijgen van de RK-Kerk. Wel beleed hij openlijk schuld voor de fouten van deze kerk in de geschiedenis. Hij vroeg onder meer vergiffenis voor de kerkelijke behandeling van Joden, ketters, vrouwen en indianen. Daarbij zweeg hij evenwel over de anathema’s over de Reformatie, opgesteld tijdens het Concilie van Trente, en de excommunicatie van Maarten Luther. Wel betuigde de paus in 1999 zijn spijt over de gewelddadige dood van de Tsjechische kerkhervormer Johannes Hus, die in 1415 op de brandstapel terechtkwam.

De speculaties over de opvolger van de paus nemen vanwege zijn ernstig zieke toestand alleen maar toe. Zelfs een zwarte paus uit het Rome-getrouwe Afrika wordt niet uitgesloten. De meeste kardinalen wensen een paus uit de derde wereld, stelde de chef van de Duitstalige sectie van Radio Vaticaan, pater Eberhard von Gemmingen, gisteren in een interview met de Duitse internetsite Netzeitung.

De paus is vastbesloten in het harnas te sterven. Hij wil zijn missie tot zijn dood toe volbrengen, zei hij vorig jaar. Deze maand benoemde hij 31 kardinalen om de conservatieve lijn van Rome te continueren en vernieuwingen in de kerk tegen te gaan.

Johannes Paulus II betoont zich een trouw opvolger van zijn voorgangers, met name door zijn inzet voor het juridisch-Romeinse leerambt in de kerk, de mariologie en de eucharistie. In die zin is hij het tastbare bewijs dat Rome niet veranderd is, al oogt de presentatie anders en moderner. Vanuit het Vaticaan klinkt het al vele eeuwen: „Rome heeft gesproken, de zaak is beslist.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer